y i . onder de Admiraalen zyn. De Grondkleur
x T v i l ï l ^ g t i g bruin ," met wat bruiner 'gevlamde
H ootd- * Streepen, en doorzaaid met helder witte Plek*
s t u k . jes; die der Banden is geelagtig, met een zeer
fyn Netswys’ geweefzel van Streepjes, dat
men haauwlyks zonder Vergrootglas kan zién.
Dit ilag, zo wel als'het volgende, komt uit
Oostindie en fchynt alleenlyk, wegens de zeldzaamheid,
aan R ümxmtius Onbekend te zyn
geweest. V a l e n t y n 'telt ’er verfcheidene
óp , ‘ die door de Liefhebbers, in Holland,
ten zynèn tyde bezeten werden. Men vindt-
z e , als hier onder , afgebeèld (*).
Admiraal. * Die Tooten, welke van dergelyke Kleur en
Geftalte zyn, doch den gedagten Riem misfen,
en dus maar drié o f twee Banden hebben ,
noemt men Admiraalen. Deeze vallen zo groot
als de voorgaanden, ‘eri nagenoeg van dè zelfde
Kleur , wordende ook weinig minder gewaardeerd.
Voor de gene, dié by R um-
PH iu s afgetekend ftaat, wetdt eertyds vrug-
téloos vyfhonderd Guldens gebooden, zo dè
Aantekenaar meldt. Tegenwoordig Zyn z y
wel nog in veel agting, doch op ver naa zoï
danig niet; dat de Admiraalen, gèlyk L i n &'M ü s
zegt, thans de kostbaarden zouden zyn onder
de Hoorens en Schulpen ( t)*
Be*
(♦ JS.DMPH, Rar. T. 34. f. B. Ar GENV. Conch. T.
IS. ( is ) f. N. S'EB. Kab. IH‘, T. 48. f. 4 ,5 ,6 . kNORR,
jferzam, I.D. Pï*8. f. z» '
( t ) Jndiriduis hoium dives est Mufeum, qui pretio ante*
eellunt omnia Concbyüa. Mus. Louif*. Ulric*., p. 553«
Behalve deeze Oostindifche, hebben wy ook VI,
Westindijche Admiraalen, dié in véél minder
agting zyn. Hier van fpreekt L iw n .®us in Hoofd-
dè dérdé plaats, en z e g t, dat zy de Schaal stuk.
Tegelrood met witte Vlakken , 0 hebben, en vierw«tindi* t fche Adgeelè
Banden, JN ets wy ze doorweven, bene-miraai.
Vens een gewrichten Riem. Zy zouden dan
byna niéts van de Opper-Admiraalen verfchil-
len. Ik merk aan, dat deeze dikwilshet Top-
ènd gekroond hebben met kleine Knobbeltjes
£ * ), het welk ik in de anderen niet waarneem.
Voorts verfchillen zy ongemeen van die in
waarde en op zig ze lf in Kleur.
Daar is een T o o t, die alle de voorgaandecdoNuin
in zeldzaamheid overtreft. Men noemtze , Toot*
wegens haar uitneemende Schoonheid, Cedo
Nullij dat is Ik wyk voor geene. Een Exemplaar,
uit de Zuidzee afkomfiig, is in ’t Kabinet
geweest van wylen den Auditeur d e l a
F a i l l e , wien ’er duizend Guldens voor gebooden
waren, zo men verhaalt. Naderhand,
deszelfs Liefhébberyën verkogt zynde, is het
in handen gekomen van den kundigen Heer
L yon n e t . Anderen, evenwel,getuigen,dat
deeze T o o t , uit het Kabinet van den Heer
d e l a F a i l l e , in ’t jaar 173a in ’s Hage
geveild, door een Koopman zoude gekogt zyn
ten pryze van 1020 Franfche Livres, voor
den Koning van Portugal, in wiens Kabinet
D 5 zy
(* ) Zie K k o r R Verzam. V, D. Pi. 24, 2 j. f. 3 8e VI,
D. PI. 1. f. 2, enz,
I. Dml, XVL STUK.