VL
AFDEEL,
Lil*
H oofdstuk*
c c c c l u ,
JSuccinum
Erinnceus,
Gedoomde.
zoomd , en aan de Spil hebben zy nog een
dergelyken Zoom. Zy komen uit Oostindie,
en uit de Middellandfche Zee.
JII. Helmagtige met een kort opgewipt
Staartje , die de Lip van binnen ongetand
, van agteren uitwaards gedoomd
hebben.
{ 4 5 2 ) Kinkhooren, die de Schaal eenigermaa.-.
te geplooid heeft en met Tepels gekroond,
de Lip van agteren gedoornd.
De Doornen zyn vry groot en zigtbaar aan
het agter- of onder-end van deeze Hooren,
die men derhalve te regt de Gedoomde Bezoar
kan noemen. Ik heb ’er die fraay geel overlangs
geftreept en gebandeerd zyn, met eenen
breeden Zoom, welke fierlyk bruin geplekt
i s , aan haare Lip. Het Top-end is aartig
met Tepeltjes gekroond. Doch, dewylLiN-
Kjeds Afbeeldingen hier toe betrekt, die
de Lip niet gedoornd hebben, zo zou menze
ook de Getepelde kunnen noemen. Zy valt
in de Westindiën en in de Middellandfche Zee.
( 4 5 3 )
(451) Buccinum Testü fubplicata, Papillis coronati, Labro
postice muticato, M. L. U. 60j , N. 255, R u m p h . Rar,
T . 25. N. 7> G t lA L T H. Test, T. 39. f , I , D. A R G E N y,
Concb. T. 17. (14) f. G. SEB. Kab. UI. T. ;J , f,
KNOKB. Verzasn, VI. D. PI. I I . f, 3,
(453) Kinkhooren, die de Schaal glad en met VL
Tepels gekroond, de Lip van agteren ge-
doornd heeft. H oofds
t u k .
De rondheid van de Schaal, waarddor dee- ccccluu
ze aanmerkelyk van de voorgaande, die lang-^“^ ”“”*
werpig is , verfchilt, kon hief tot een duide-Graauwc
lyker Kenmerk van onderfcheiding bygevoegdBezaat*
zyn. Het zyn de gewoone gladde Bezoars ,
welken men ook wel Graauwe o f Afch±
graauwe noemt, fomtyds naar den blaauwen,
fomtyds naar den vaalen trekkende, zo R um»
phius aanmerkt. Z y vallen wel een Vuist
groot, gelyk ik ze heb, doch deeze zyn zeldzaam.
Men vindtze ook met een dubbelen
Zoom, waar uit de aangroeijing by toezettin-
g e , o f aanvoeginge van een nieuwe Lip aan
den ouden Mond, volgens dien Autheur, blyk-
baar is. Zonderling is ’t , dat men in deeze
Bezoars maar ééne Zoom aan den T o p , niet
drie, gelyk in de Kasketten, waarneemt. Van
haare Eij er fokken en Voortteeling is, reeds
gefpvoken *. Men noemtze in ’t Maleitfch * xm
i ia bewang, om dat het gekookte Vleefch eenSTUX**
weinig naar Look ruikt, en die ’er veel vanM*
eeten
(453) Buseimm Tests lisyi Papilli'sque corotlati, Labro postice
nmricato. M. L. U. 605, N, 256* Casfis cinerea 1 sris.
R u m p h . Rar. T. 25, f. A, G u a l t -H. Test. T. 40.f.A,
ÏF.B. Kab, UI. T. 7 i. f. i ï j 12, 13 ,16 , K n q R R Vtrzetm.
HU D. Pl. 28. f. I.
■
n