XLVIII.
H oofdstuk.
cccvi,
Conus
RufticusL
Asfche*
poefter
of Agaat«
Toot,
«4 B E S O H R Y V I N O VAN
Van dèeze Soort zyn, ’er verfcheidene, dié
van fommigen ook Eikenhout-Toötén genoemd
worden.
(30Ó) T o o t , die de Schaal Eyvormig heeft y
aan de Tip rimpelig en Doornagtig
rmw , van bóven kegelvormig verhe-
vènrond.
D e aangehaalde Afbeeldingen verfchillen
grootelyks. Die, welke R o m p m u s Asfché•
■ poester noemt, Zyn over ’t geheele L y f donker
Afchgraauw, glad en blinkende, dodh hier en
daar met eeq zwart t’lekje getekend, 2 y ge-
lyken van Kleur wel wat naar, de .Geplekte
Katjes, waarvan wy in ’t vervolg zullen fpree-
ken, maar zyn veel ronder aan den Top. Die
van D’ARGENviiiLE is Tootagtiger en heeft
twee witte Banden. Die van G u a l t h i e r i
is zeer fraay donker, zwart, ros, blaauwag-
tig en wit gewolkt. Hoe zal men dit te fa-
men brengen, en begrypen, dat deeze Toot
Uit Afrika komt, volgens L tnnarus?
(307}
m, x,. U. S}6. N. I« l. Minimus. AR GE NV. Conch. T. *5.
(12,) f* A- KIÏoRR Ver zant. p i . D. pif 16, f. 3.
(306) Conus Tesia ovati, Bafi mgofo muricatoque fcabra ,
Spira comco-convexl. M. L. U. j j<5. N. 163. Voluta cinerea.
RUMPH» Rar. T. 32. f. R, GUA LTH, Test. T, 25. f .K .
A R G EN V . Conch, T» 15. (te/ f ,D . KHQPP.Vcrzam.lli,
JO- PI. XX. f. 4«
D E T o g T È N . 65
f307) T o o t , die de Schaal Eyvormig en wit ‘T*
heeft, met Netswyze geele Banden. XLVlil
Hoofd-
, Dit is een zeer raar Tootje , dat nimmer stuk.
groot en zelden een Duim lang v a lt , zyndec c c vir-
taamelyk dik naar de langte en rondagtig van Mercator.
boven. Het heeft de Schaal van grootte als^“ *700'
een Beuke-Noot, wit met twee Banden, die
breed, geel en Netswyze gevlogten z y n , de
eene in ’t midden , de andere by den T o p ,
zegt L in n jEüs. Dat Hoorentje, ’t welk
A o a n s o n onder den naatn van Tilin be-
fch ry ft, hier aangehaald, is in Geftake zeer
verfchillende. Dat gene, ’t welk B o n a n k i
Cylindroides noemt, van eene lichteGoudgee-
le Kleur, met roode Schubben verfierd, kan
immers ook hier geen plaats vinden.. De A fbeelding
van d ’A r g e n v i l l e drukt de wee-
zentlyke Geftalte u i t , van dit N e t-T o o tje ,
*t welk men ook by K n o r r zeer fraay vertoond
vindt, doch met vier Banden.
0 8 ) T o o t , die de Schaal aan de Tip eeni-cccviit.
Conus
Betulinus♦
* Sotcr»
(3° 7) Conus TestS ovata alba Fasciis reticulatis flavis, M. L.Tooc,
U. 557- N. IS4. A B G EN V . Cench. T . 1$. (12) {. p. R o-
N AN N Reor. IH f. 136. L IS T . Cench. T. 758. f. 3. &
,T * 78S‘ f‘ 4 1- AD a N S. Seneg. T. 6. f. 3. K n o r r Verzam,
i e d . pr. 1. f. 4.
CsoS) Conus Test& Bafi fubemargmata rugofil, Spira phniiss-
culi muctonatJ, M. L. U. 557. N. 169, G u A L TH . T e s t.
E T,