VI.
A fd e e l .
LVII.
. H oofdstu
k «
PCCXIT.
Helix
pèrfpicuA,
Doorfchy*
nendè.
boord, verlicvenrond, overlangs gejlreept,
met een Spleetje genaveld , en de Ope.
. ning rondagtig heeft.
Deeze kan men, te regt, onder de Oorhoo-
rens betrekken; alzo de Opening zig byna ge-
lyk de Opening van een Oor vertoont. Men
zouze dan 3 om dat zy dik van Schaal en ge-
ftreept zyn , de Nerietagtige Oorhooren kun*
nen noemen. De Schaal is w i t , doch aan
den T o p , en in de Mond, blaauwagtig. De
Draay loopt uit in een Eeltagtige Stip. Go-
a l t h i e r i noemtze Meriet met Tepelagtige
o f zeer fyn gekartelde Streepen , zeer netjes
getralied, platagtig, met-een wyden Mond en
wit van Kleur.
(y ia j Slakhooren j die de Schaal niet door•
boord , yerhevenrond Eyvormig heeft >
zonder Lip , de Opening aan den Top
toe gaapende.
De Schaal is Melkwit, zeer broofch, door-
fchynende, en gelykt veel naar die der Zee-
Ooren, doch is-niet doorboord. Tusfchende
Slak- en Blaashoorens kan menze in 5t midden
plaatzen. De afkomst is uit de Middelland-
fche Zee.
(7 id) Helix TestS impefforata, convexo-ovata , Labro nut-
lo» Aperlmft ad apicera usquc hiahte. M. L, ü, 673.
(713) Slakhooren , die de Schaal niet door- VI.
boord , neder gedankt platagtig heeft, l v U**
met gegolfde Streepen, de Opening ovaal, Hoofd-
wydmondig tot aan den Top. s t u k .
Dccxnr.
Bekender is deeze, die men gempenlyk'Oor-
ftelp noemt o f ’t Melkpapje, wanneer zy w itO0rfie'p-
zyn. Zodanig was die van R u m p h i u s en
G u a l t h i e r i ; dochD’ARC e n v i l l e merkt
| aan, dat de Kleur van boven, in ’t algemeen,
vuil graauw en vaal is. W y hebbenze blee-
ker en byna wit. A d a n s o n , die deeze onder
den naam van Sigaret opgeeft, fpreekt’ er
dus van. 1„ Haar Schulp is niet gepaarlemoerd noch
„ doorboord, gelyk die der Zee-Ooren; maar
„ derzelver Opening is byna even zo w yd , II ,, doch minder lang. De flinker Lip heeft
„ een veel breeder en minder dikken Rand,
j, en aan derzelver begin wordt men fomwy-
j „ len een klein Naveltje gewaar. Z y is ge-
„ formeerd door vier zeer duidelyke Gieren, .
I „ die omgeVen zyn met een groot getal
3j zeer fyne digt geplaatfle Groefjes, welke
„ van
S f7135 Helix TestS imperforat£ , depresfo-plamusculft, Srriis
undatis , Apertura ovali dilatatS usque in Apicera» M. L. TJ,
673. N, 382. P e t . Caz.. T. 12. f. 4. RUMPH. R a r .T i
40. f. R. G U A lT H i Test, T. 69. f. F. A R G E N V. Conch,
T. 7. f. C. L i s t . Conch. T . 57Q. f. 21. E o n a i j n . Recr.
475. N, 404. k l e i n Oftrac. T. 7- f* 114. A D A N S, Ser.eg,
T. 2. f. 2, KNO R R Verzant* IV. D‘. PI, 17, f,- 5,
I, Deel. XVI. stuk.