VI. Die Hoorens , welke RuMi ’Hiuè Volu$é
4 tDvut MuflccÜÜi dat is Muzyknooten- o f L e t te l
Hoofd- Tooten ty te lt, worden hier verward met de
Stuk. Tyger-Tooten. Zulke van de laatften, welke
men Witte noemt, hebben dikwils Letterag»
tige Karakters onder de Stippen verfpreïd; die
in eenigen rond o f ovaal , in anderen byna
vierkant zyn, als Mufieknoöten. Een oneindige
verfcheidenheld heerfcht in deeze Vlakken,
gelyk L ïnnjeus dit ze lf aantekent,
zeggende, dat fommigen bruine Stippen hebben
, die byna gelyk van figuur fcyii, zonder
geele Banden ; anderen met twee % anderen
met drie geele Banden; fommigen zyn bovendien
ook bruin gevlakt; een vyfde flag heeft
de geele Banden en Vierkante Stippen ; een
zesde is wit met roode Vlakken , die veelal
famenv loei jen; een zevende is wit met paarlch-
agtige Vlakken en Stippen. Hier fchyn'en derhalve
de Italiaanfche Vloeren, Moesjes-Too-
ten en verfcheide anderen, die den Top*
platagtig hebben, oök- gemeend te zyn. Zy
kómen uit Oostindié.
ë t ic i iï . (a93) T o o t , die de Schaal Kegelvormig en
c.<mus glan^
Geneïalis.
Spelde- •' ,
■ wetks- f293) Conus Testi Conicd niuda, Spirf plana muneata,
Toot, Anfraftibus canaliculatis. Syst. Nac. XII. L i ST. Conch. T.'
27 6. f. 35. RUMPH. Rar. T. 33. p Y. G v AL TH. Tosti
T . 20, f. G. A rgenv. Conch. T. 15* (12) f. T. R egenfj
Conch. T 6« f. 65. PET. Gaz. T. 27. f. KNORR Verzanti
Ji D. Pl. 7. f, 3. UI. Dt PI. 17, f .4 , 5» Tl* lS* f* 3 » V