ges B e s QHü Y y i N p v a k
Vï. Gieren, hoedanig eene door d’A r g e n v i l i ,r
Af^ L/fchyoc bedoeld te worden met de Afbeeldings
H o o fd- welke hy van het Dier der Spillen geeft ,
s i uk, onder den naam van Buccinum'. Deeze Afbeelding
is hier overgenomen in Fig. 3 , doch,
wat de Hooren belangt, naar een der mynën
verbeterd. '
„ Geen Dier, zegt h y , komt menigvuldi-
„ ger uit zyne Schaal. Zyn witte Mantel,
, , bezaaid met zwarte Stippèn, drekt zig aan-
„ merkelyk verder uit dan de Punt van de
,, Schaal, zo dat hy plooi jen en golvingen
,, maakt. In ’t midden van deezen Mantel
n komt èen rond Lighaam u it , ’c welk zig
„ gaat inplanten in een witte , gezwollene,'
en wederzyds verlangde Plaat, die den Voet
„ maakt van het D ie r , maar op hetzelve
„ kruipt. Aan ’t ééne End van deezen Voet
, , is' de K o p , welks Oogen klein zyn , de
„ Hoorntjes dun, kort en zeer fyn, de Snuit
dik, gezwollen en taamelyklang, aan wel-
, , ker End men een gedeelte van den Bek ont-
,V dekt. Het Dekzeltje, aan ’t andere End,
is langwerpig en gedraald” .
, , Het Dier heeft eene byzondere Eigen-
3, fchap, In plaats van, gelyk de meede
„ Schulpdieren , op de gantfche uitgedrekt-
„ heid van zynen Voet voort te kruipen, rust
„ het doorgaans alleenlyk op de agtërde helft,
„ terwyl de voorde opgeligt wordt, en geeQ
s, Grond raakt. Dus draagt de geheele zwaar»
p E S t e k e l h o o r e n s . 313
,, te van zyne Schaal niet dan op een Punt, VI.’
„ het welke, hit aanmerking van de grootte
„ en ’c gewigt van deszelfs Lighaam, niet ge- Hqofo-
„ noegzaam is, om het altoos in een behoor- stu k .
,, lyk Eyenwigt te houden. Deeze omdan-
,, digheid maakt hetzelye het omvallen onder-
,*» hevig t maar het fchynt niet dat de wry-
, , vingen, die het dus in zyn loop ondergaan
„ moet, ’er ongemak aan toebrengen: het her-
„ v a t, in plaats van deswegen in zyne Schaal
„ te kruipen , zyn voorgaande postuur om
„ zynen gang te yervolgen” ,
(552) Stekelhooren, die de Schaal breed ge» dlit.
jlaart heeft en zwart met een witten Moriol
Band, de Gieren eenigermaate knobbe-
lig gerand, de Spil met rimpels. Moor*
Om dat bypa alle de Hoorens, van deeze
Soort, zeei* afdeekende Banden hebben ,
noemt men ze thans gemeenlyk Geboudeerde
, en wegens de Kleur Moeren, doch die
Kleur is byna nooit geheel zwart: men vindt
’pr zelfs die rpsagtjg vaal zyn en ook een enkele
(552) Murex T.éstft patulo-Caudatd nigr&Fascia alba , Splras
Anfiaftibus fubnodofis, Columella rugbfa. M. L. U. 640. Kt»
g ig , B o n a n n . Recr, III. T. 337. R e g e n ; , Conch, T.
i i , f. 61, AD ANS, Seneg. T . 9. f. 3r. SE B, Kab. III. T .
ES» f. omnes & T. 52. f. s > K N O SR Verzam, I. D,
Et, 20, f. i : II. D. PI, 6, f, a. V 5