VI.
Afdeel
XL VI.
JiOQFD*
STOK.
Smalgekielde.
ben y waaraan menze, ?t zy klein o f groot
zynde, dnidelyk onderfcheidt. Daar zyn naa-
melyk Smalgekielde. Breedgekielde en Rysten?
bry-Nautilusfen. Ik zal van elk in ’tbyzonder
fpreeken.
De Smal gekielde of Smalkielde fchynt de gene
te zyn , welke de Ouden gekend hebben.
D u s , naamelyk, luidt de befchryving van
B e l l o n i u s , welke A ldrovandus
paauwkeurig noemt. ,, De Schaal fchynt uit
„ drie Stukken te beftaan, te weeten de Zy-
„ den en Kiel, daar zy doch maar enkeld en
,, eenvoudig is , zynde de twee Zyden door
„ de Kiel vereenigd. Zy heeft doorgaans niet
9, meer grootte, dan dat menze met de beide
,, Handen omvatten kan , en de breedte laat
„ zig befpannen met den Duim en middelden
, Vinger, Haar dikte van Wand gaat die van
Parkement niet te boven, en zy hebben
, , Streepen overlangs, die haar aan den Rand
„ gekarteld maaken , als waren zy met I and-
„ jes ingefneeden, De Opening, door welke
de Nautilus gevoed wordt en uit de Schaal
komt, is groot. De Schaal is broofch, Melk-
II w it, glanzig en in alle opzigtennaar een rond
II Scheepje gelykende” . Die is het ook welke
B o N a n n i afbeeldt. ' K l e i n merkt aan, dat
deeze nog door fcberpe o f itompe Ooren te
hebben, verfchillen , en hy onderfcheidt dus
die van B onanni van die gene , welke
R umphius afgebeeld h e e ft, met fcherpe
Qoyen. Want L ister hadt de zodanigen VI.
ge-Oord geheeten, die by het middelpunt der *
Windingen een dikkere Eeltagtige Zoom heb-HooFn-
ben, eenigermaate gelykende naar eens Men-stuk.
fchen Oor. Dit hebben de Smalkielde by uit.
neemendheid , gelyk de Afbeeldingen aantoo-
pen, inzonderheid die , waar menze van de
grootfte Soort vindt afgetekend ( * ) . Zy komen
niet alleen van v y f tot zeven Duimen
o f een Span lang voor, gelyk Rumphius
z e g t , maar ook fomtyds van een Voet en
daarboven. D ie , welke G u a l t h iEri heeft
doen afbeelden , ter langte van tien en ter
breedte van zes Duimen, is een ongemeeq
Stuk, zullende waarfchynlyk dat Exemplaar
z y n , daar in de Aantekeningen op Rumphius
van geiproken wordt, als zig bevindende in
het Kabinet van den Groot Hertog van F lo rence.
Men vindt ook kleinen van maar twee
o f drie Duimen lang. De Kleur is wit o f eenigermaate
uit den groenen geelagtig in frisfche
Nautilusfen van deezen aart, die in het midden
, aan de gedagte Ooren o f Maantjes, dik-
wils Purperrood zyn: maar de Tanden o f Punten
aan den omtrek hebben zy , in ’t algemeen
, donker bruin o f zwartagtig, Hoe groo-
ter en frisfcher, hoe kostbaarder deeze Hoorens
(* ) z ie G UAL TH. Te ft ar. T . I I . f. A .S E B , Kab. III.
P}. 84. f. 5. RlIM PH Rar, PI. i8, f. A. A R G E H r .
Cmcb. Pl. 5. f. A. K n o r k . Firsam, I. D, Pl. s. f. 1.
I, deel. x\t . Stuk.