104 B E S C ÉI R. v V I H « V Ü 1*.
VI. dat tfoornagtig is , aani Ik ben niet in Haats
A f p e e l , Héeze tegenftrydigh'eden op te helderen ,
* * £ . S L Ï het Dier rLheb van deez* Iloorens.
STUK.
Kïnkhooren , die de Schaal met vier CCCCXLIII* j - Buccinum T'SfiiTl VClfl Kfiobbcls Olïl^OTd 67% ds StClUTt
fum:°pl>0' nitfteekende heeft.
Geknobhooieid'
Deeze is in H Werk van R umphiu s byk‘
’'gevoegd , en heeft haar afkomst uit de Mid-
‘S’ ** dellandfche Ze e , zo L iN n ^eus aanmerkt.
Dit is ookblykbaar uit B o n a n n i , die zegt,
dat zy aldaar dikwils tot Spyze wordt verzameld.,
hebbende dan eetie Tufagtige o f Muis*
vaale Kleur, doch die, welke R ond e l e*
t iu s Echinophora ty te lt, zegt h y , was wit
van Kleur en zeldzaam. d’A r g e n v i l l e
merkt aan, dat de algemeene Kleur vaal is
van deeze Geknobbelde Belhoorens, uitgenomen,
dat zy den Mond wit hebben. De Afbeelding
van deeze Hooren met het Dier , op PI.
CX X IL Fig. i , is van hem ontleend, doch
de duifterheid der befchryving belet my, die
te gebruiken. Men vindt 'er die geel van
Kleur zyn. Dat zy de Staart niet opgewipt
hebben, onderfcheidt ze van de
K as *
( 443J Euccinum TestA Cingulis quatuor tuberculofis, Gauda
prominente. M. U U. 6oi. N. *47. B o n a n iÜ Recr. III-
f , 19, 18. ROMPHi R/tr. T . 27. f. V A R G E N V , Conch,
T . 20. (17) f. P. G iN A N N . Adr. II. T. 5. f» 4S> SEB,
K*b. III. T. 68. f .x s .K N O A R Verzam. I. D. Pi. I 7*f. O
t> Ê K ï n k h o o r e n s. ipy
K A S K E T T E N, , VI.
A fd e e l .
l l . Die Helmagtig zyn met een kort om- hoofd-
geboogen Staartje en den Mond getand. STUK.
(444) Kinkhoorén, die de Schaal van voorên ccccxt.iva’
eenigermaate geplooid en kruislings ge- vTfZZ.
jlreept heeft , met de Opening getand Geplooide
en de Staart omgekromd. Kasket*
Deeze behoort onder de Kasketten, en worde
dus van B o n anni befchreeven. Z y vertoont
zig aan de ëéne Zyde als overlangs geftreept
zynde, en met Saffraankleurige Vlakken, die
in de gedaante van een Kruis geplaatst zyn ,g etekend,
even als een Zyden Kleed, mét Gou-
de Bloemen doorweven : aan de andere Zyde
ziet men een naaüwen Mond , hebbende d©
beide Lippen wit en getand, 't welk hy de
bruine . Kleur , daar het inwendige mede be-
fmet is , flerk affteekt. Bovendien is z y , van
den Top tot aan de T ip , omgord met een
wit Zoompje, dat door rosfe Streepjes overdwars
verdeeld is. Over 't geheel fchynt zy
als met een wit Kleed, dat met Gouddraad
doors
( 4+4) dBueehum Testi antice fubplicata, decusfatim fubftria-
ta , Apetturi dentatS , Cauda reemva, B 0 N a n n. Reef, III.
f. 156. G UAL TH. Test. T„ 40. C» CasquS. AR GE N Vo
Ctncb. T. 18. ( i f ) f. D? SEÉ. K a i. UI, T. 73', f . té»
K n o r s Vtrzam, IV. D. PI. 4 , f, x.
N i