VI. Grondkleür, en wegens de Sehilderagtige Te-
A fdeel. jjenjng 'i waar mede fommigen verfierd zyn, te
H oofs- regt den naam van Juffertje. Men kan over
?TyK. je fraaiheid uit onze Afbeelding Fig. 4 , oordeel
vellen, De aangehaalde van A dan sou
waren fomtyds wit of fchoon Agaat, fomtyds
Vleefchkleurig. Hy vondtze aan 5t Eiland
Goeree menigvuldig.
f40(5) Voluut , die de Schaal eenigermaate
uitgerand heeft, en een weinig geplooid >
den Top uitpuilende , de Spil met vier.
Ploöijen, de Lip gerand en gekarteld.
Volgens de aangehaalde Afbeelding van G u -
ALTHiERi , is deeze Afchgraauwagtig van
Kleur , met Stippen , die op ryën geplaatst
z y n , zeer fraay getekend.
c c c c y i i . f407) Voluut, die de Schaal in 't minfle niet
c,utdia. ingefneeden, Eyvormig en^glad heeft,
Gladdeitje, den Top gepolyst, de Spil niet vier
Plooif406)
Valuta TcstA fubemarginatï ovatA Isvi fubplicata,
Splra prominente, Columella quadriplicati , Labro margiaato.
crenulato* Sysi. Nut. XII. G u a l t h . 'Test, T. 2&. f . Q,
IC.NO SB Vetzam. IV. D. PI* 17. f» 6.
f407) Valuta Testü integerrima ovata lasvi, SpirS kvigata ,
Columella quadriplicata, Labro gibbo marginato denticulato.
M. L . U* 574. N. 233. G u A L IH . Test. T. 28. f. L, Bo-
NANN» Recr. III. f. 326* KLEIN Oflr. T* 5- f, 92. ADANS.
$tnez. T. 4. f . I . KNORR Verzum. IV. D. Pl, 21. f, 2 , 3,
CCCCVI.
Foluta
Faba-
Boontje»
Plooi jen, de Lip bultig, gerand en met VU
Tandjes voorzien. afdeel»
Hoofd*
De aangehaalde van B o n a n n i , uit Brafilstuk ,
afkomftig, hadt eene Kaftanje - Kleur: die van
G u a l t h i e r i was Vleefchkleurig: die van
K l e i n Golfswyze geplekt, eh deeze laatfte
fchynt my eer tot de Juffertjes te' behooren.
A d an s o n , deeze by uitneemendheid la Por-
felaine noemende, zegt dat de Kleur in fommi-
gen rosagtig is, in anderen Kaftanje-bruin o f
helder Agaat, met witte Plekjes doorzaaid,
en omgord met drie breede vaale o f roodagtig
bruine Banden. Men vondtze aan ’t Eiland
Goeree, tusfchen de Klippen, menigvuldig en
altoos fchoon gepolyst, ’c welk deeze Soort
met de meefte voorgemelde Soorten, allen volgens
L ïnnteüs uit Afrika afkomftig, zo wel
als met de Kaurisfen gemeen heeft. Zyn Ed.
ze gt, dat deeze overal met een dikken Rand
gezoomd is en z q wel voorkomt zonder als met
Tandjes. A d a n s o m getuigt, dat de Tandjes
in de Lip fomtyds naauwlyks te onderfcheiden
zyn. Ik heb’er van, die Vleefchkleurig zyn met
witte Vlakjes en roodagtige Banden, in welken
de gedagte Zoom niet geheel rond loopt, zo min
als dit in de Afbeeldingen van A d a n s o n te
befpeuren is , maar alleen plaats heeft aan de
uitfteekende Lip. Ik heb witte en geelagtige,
daar die Zoom in rond loopt.
, _ K 4 C4083