VI. dat is Olyven , als gèmeld^s, èn ook we!
Afdeel. R0UieaUx o f Cylindres, dat is Rollen,’ noemts
H oofd- wegéns derzelver Cylindrifche Geftalte. Som»
$tük; migen vallen zeer fmal en dun, én fpits van
T o p , gelyk dé. Slüikdüdels , anderen kort en
dik , die mèn in ft Franfch Olives de F'afe,
dat is Vaas-Dadels , tytelt : dè meeften zyn
eenigermaatè Eyvormig Dit zyn de voor-
naamfte verfèhillen van Geftalte , döch in de
Kleur heerfcht een oneindige verfcheitiénheid.
Men vindt ’ei- niet alleen die geheel wit,
zwart, geel, groen en bruin zyn, maar met
veelerley Tekeningen en gemengelde' Kleuren,
als ook geftféepte , gevlakte, geftippelde en
gebandeerde. Hier ürt fpruiten de benaamin»
gen van Agaate, Satyne, Eikenhout: , Spinne-
weefs , Sjczak . en Letter - Dadels , zo geban-
deerd, als ongebandeerd. Zelfs is de Tekening
op fommigen zo aartig, dat men die
Prince Begraafenis tytelt. Z y allen zyn onder
déeze Soort begreepën. De laatstgemeldên
hebben den voorrang in waarde. Zy komen
altemaal uit Oostindie.
Het nier. Van het D ie r , dat in de Dadels huisvest,
ge£f ik in Fig. 3 , óp Plaat CXX. , de A fbeelding
volgend n’A r g e n v i l l e , die echter
weinig daar van zegt. Hy merkt aan,
dat hetzelve veel. overeenkomst heeft met het
Dier der Toöten, doch het Dekzeltje o f
Schulpluikje is nog kleinder en dus in geen van
beiden bekwaam om de: Opehing te fluiten,
gelyk dit plaats heeft in de Tollen, Maan- VI.
hoorens en dergelyken. De Voe t , daar het
op loopt, zegt h y , is bykans zo lang als de Hoofb-
Hooreti; wanneer het loopen wil komt dezel- stuk.
ve aan de Zyde uit, en bedekt op andere ty-
den een gedeelte yaii de Hooten. Die Lap
Vleefch, in onze Figuur dus vertoond, is het
gene de Heef A d a n s o u de Mantel noemt*
welke in dezelveh niet gelyk in de Kliphoo-
rens de geheele Schaal , maar alleenlyk een
gedeelte daar van omkleedt. Het Pypje, daar
nevens zig vertoonende, möét dat gene zyn,
ft welk door de Plooijen van den Mantel geformeerd
wordt 3 niet dat gene, ft welk fomtyds
uit den Bek voortkomt en tot Snuit o f Zuiger
dient, hief niet zigtbaar. Van den K op, Hoornen
en Oogen , is rdeds gefproken. Rumphius
merkt aan, dat het Vleefch der Dadelen, die
hy Cylinders tytelt., zo min als dat der Por-
feleinhoorens, eetbaar o f bekwaam tot Spy-
zy.
(doo) Voluut, die de Schaal uitgérand Cy- cccc»
linderagtig en glad, aan den Top fpits
u i t - spits ga-
topte,
(400; V'olata Test4 etnarginata Cylindroide lsevi , Spira
prominente margine unico, ColumellA oblique ftriata. M. L.
IÉ 594- N. 232. P.OMPH. Rar. T. 39. f,6,7. Pet. Gaz,
f . 59. f. 8. Bonann. Recr. III. ft. 369. II A IIK. Icon,
1S22< f. 17. A DANS. Seneg, I. T. 4. f.7. KN OU.B. f^trxanii
III. D. PI. 19. f. s. VI. D, PI, 23, f. 4,
K