VI.
Afdeel
XLVI.
H oofdstu
k .
Het Dier
üï de
Hooien.
Twee Armen zyn inderdaad langer dan do
overigen, doch dit zyn de agterfte o f de mees?
riiggelings geplaatfte niet , maar de genen die
daar aan volgen. Welke de Hefboomen zyn,
daar d’ARGENviLLE van fpreekt, en wat het
Steunpunt tot derzelver werking,om deSchulp
zodanig op te ligten , dat de‘ Wind in het
breedfte end, als in een Z e il, kan gevangen
worden, verftaa ik niet, en geloof veeleer, dat
zulks door de verandering van het middelpunt
der zwaarte, wegens de overhelling vaq het
Lighaam des Die rs , o f van deszelfs Armen,
als gezegd is , veroorzaakt worde.
Wat de Afbeelding van de Hooren, met het
Dier daarin, aangaat, dezelve fchynt reeds
van oude afkomst te zyn. In ’t Werk van
A l d r o v a n d u s , naamelyk, komt dezelfde
figuur vo o r, welke d’ARGENviLLE in ’t
midden van zyne Plaat geeft , en daar van
fpreekt die Autheur aldus. „ De Schaal van
„ d e Nautilus heeft B ellon ius met die
,, van Rondelet i u s overeenko.mftig afge-
si beeld , en den daar in begreepen Polypus
„ met alle de Baarden uitfteekende, die veel
„ langer zyn , wel driemaal en daar boven,
, , dan R on de l e t i u s dezelven vertoont}
„ zodanig dat drie derzelven wederzyds ge-
,, kruid -neergelaten , twee fchuins opgeregt
„ worden, zonder eenigtusfchenkomendVlies.
„ Dat Vlies, naamelyk, heefthy als een Zeil,
p aan het vlakke end der Schaal, o f het Voor-
„ l i e v e n , overend geplaatst. O p pi anus VI,
,, z e g t , dat twee Pooten worden opgeregt, xLVL*
„ en tusfchen dezelven een dun Vlies, als een Hoofd-
„ Z e il: twee nedergelaten , aan ieder zyde, STUI^
„ die naar Stuurriemen gelyken: maar de Af-
„ bedding van B e l loni u s , en.die welken
„ .de Dierbefchryver (*) uit Engeland ontvan-
j, gen heeft, zo wel als de myne, laat ’er we-
„ derzyds drie neder. Zy fchynen echter
„ meer te gelyken naar roey>dan ftuur-Rie.
„ men. P l in iu s alleen fchryft, dat deeze
„ Vifch zyne Staart in ’t midden als een Roer
„ gebruikt ; o f hy dat regt heeft weet ik
,, niet : want in de Polypus is geen Deel be-
„ kend , dat den naam van Staart voeren o f
„ dus buiten de Sqhaal uitgelaten zou kunneq
3, worden” ( f ) .
Een zelfde flag van Dier, als by Rumphius Verfchïi
in de Ryftenbry-Nautilus afgebeeld is , komtHod0etrens>
by anderen vo o r , in'de Smalkielde Papieren
Nautilus. Schoon, naamelyk, L innjeus
'alle de Dunfchaalige, -Eenhuizige Nautilusfen
tot ééne enkele Soort heeft t’huis gebragt,
kennen wy nogtans daar van drie weezentlyk
verfchillende, die altemaal wel den naam voeren
mogen van Papieren Nautilusfen o f Doekenhuiven
, doch byzondere Kenmerken hebben,
(*) Zoögrapbus zegt hy. Men meent, dat hier door de
Oude G e s n e r u s verftaan worde.
( f ) De Teftaceis, Libr» III, Cap. j .
A s