\y T ",
k nigszins voorkomt, vind ik in myne Argusfeq
' XLIX, niet. Zy komen zekerlyk uit Oostindie.
H oofdstu
k . (329) Porfeleinhooren , die de Schaal Jlomp
cccxxix» en eenigermaate Rolrond heeft, met de Cypr&a 0 ■ ■ J 7 \
7 estudt- Enden neergedrukt.
K&ria* =
Karet®
hooren. De zo bekende Schildpad- o f Karethooren
heeft ook dat Puntje altoos zo blykbaar niet,
als hetzelve by R um bh iu s is vertoond, ja
het ontbreekt fomwylen t’eenemaal. Men
noemt deeze Hooren dus, wegens haare Kleur
en Tekening, die haar naar Karet van Schildpadden
fgelyken doet, en zy plagt onder dq
raarftem van dit Geflagt te bchooren, zynde
ten minfte van de grootften en langwerpigften
onder de Porfelein- of Kliphoorens. Zy valt
in de Perfifche Zeeboezem, zegt L in n ^ us.
cccxxx. (330) Porfeleinhooren, die de Schaal eeni-
StJrcora* germaate Spiraal getopt, bultig, blcpauwria.
a a.
Wyd-Oog; - 0
f329} Cypr&a Testa pbtuil fubcylindrica , extremitatibus
depresfis. M. L. U. 567. N. 182. L I S T , Conch. 4, S. 9. C .
5. T, 6. Testudinaria. B-ü m p h . Rar. T. 38. f. C, Pe t .
*4mb. T. 8. f. 7. (8. L i s t . Conch. 4, S. ï S C, S, T, l . Hsc
Larva est. K N O IE Verzam. IV. D. PI. 27. f;
(■ 330) Cypraa Testi fubturbinata gibbS, livido testaceoque
maculari, utrinque inaiguiatS , iiibtus pland. Sy/t. Nat. XII.
G u iL T H . Test. T. 15. f. s , T. CO LUM N , Jtqi T .69.
f. 1 , 2. P e t . Gaz. T . 96. f. 7 , 8. IS AR REE. Icon. T*
1321. f. 23. & T. 1322. f. 4. A d AN S. Seneg. I. T. 5. f. 1,
A. KNORR Verzam. II* D; Pl. 27. f» 5«
agtig en Tegelrood gevlakt heeft,
derzyds gerand, van onderen plat. XLIX.*
H oofd-
De reden van dien zonderlingen bynaam, stuk.
•Welken L in n a ïü s geeft aan dit flag van Por-
feleinhoorens, is in de eerfte opüag zo blykbaar
niet. . Het fchynt dat zyn Ed. de genen
bedoele, die wy JVyd’ Oogen noemen onder de
Slangekoppen , dewyl zy met groote ronde
bleeke Vlakken , in het bruin o f zwartagdge
getékend zyn. Z y hebben een breeden blaauw-
agtig zwarten zoom, en die Kleur heerfcht ook
aan de vlakke ondefzyde. De Rug is zeer
bultig verheven. Het fchynt de aangehaalde
van A d a n so n niet te kunnen zyn:
£001') Porfeleinhooren , die de Schaal eeni- cccxxxr.
, , , , 'Cypraa
- germaate Spiraal getopt, bleek', met CameoUJ
yieefchkleurige Banden, am den Mond
Violet heeft.
Zekére Porfeleinhooren^ voeren , wegens de
Geftalte , den naam van Mollen, en deeze
worden door de Kleur onderfc heiden. Dus is
die van deeze Soort een Roodagtige, die van
de volgende een Graauwe, en die van de derde
Soort een Gèele Mol» Allen zyn zy met
bree-
(331) Cypr&a Testa fubturbiiiata pallida Fasciis incarnatis,
Ore violaceo. M. L . U* 5Ó8, N. 183. Carneola. B.UMPH.
Rar. T . 38. f. K . PÉT , Gax.'T, 80. f. 8. KNORR Verzam*
VI. D. Pl. 17. f,: 4.
ï . Deel. XVI. Stuk;