VI.
Afdeel.
l u i .
H oofd»
6TUK.
nxv.
S l rombus
Paiuftril.
Basterd
Zee-Ton.
DXVI.
Strombus
éitèr.
Zwarte
Vleugel»
Ten.
( 5*5) Vleugelhooren, die de Schaal getoor end
en gladagtig, met de Lip van agteren
los heeft.
Wegens de Lip noemt men deeze Basterd Zee-
tonnen, en ondërfcheidtze dus van de gewobne
Zee - Tonnen, zo genaamd, die in ’t vervolg
onder de Tollen voorkomen. R o m p h i u s
geeft ’er den naam aan van Strombus Palujiris,
dm dat z y zig veel onthouden in de Moerasfi*
ge Sagoe-Bosfchen, wordende van de Indiaanen
tot Spyze opgezogt. Men vindtze ve el, zegt
h y , op Ceram en Boero o f Celebes; doch op
Amboina zyn ze onbekend. Z y zyn zwartag-
tig bruin van Kleur, en hebben gemeenlyk den
top een weinig afgebroken.
(516) Vleugelhooren, die de Schaalgetoorend
en effen, met de Lip van voor en en van
agteren los heeft.
De aaqgehaalde vanRuMpHius wordt Slak
kè-Pen genoemt, en heeft de gewoone Geftake
van de Pennen, do'ch is dik van Schaal, met
een kleine Keep aan den Hoek van den Mond;
van
f f 15) Strombus Testa Turritd Isyiuscula , Labr» postice
ibluto. B.UMPH. Rar. T. 30. f. Q. SF. 15, K a l. III. T, 50.
f . 13 , 14 , 17 , ij K n o k * f'erzam. III. D. PI. 18. f. l>
( j i6) Strombus Testé Turrita latvi, Labro antice posticeque
Ibluto, Af. L. U. «24; N. 189. RUMPH , Rar, T, 3°» f« ïv»
K n u s s Vtrzam. V. D. PU 13. f» 8,
vMn Kleur glad zwart o f donkerbruin. Dezelve VI.
valt mede aan Móerasfige Rivieren, by de Wor- ij
tels der Boomen, en is ook goed om te ëeten. Hoofd*
s t u k .
(517) Vleugelhooren, die de Schaal getoor end Dxvir.
en eenigermaate Hoekig, met Knobbelen iiviLl7.
gedoomd heeft, de Lip van voor en los. ^ df c°fn‘ -
De Schaal is effen, doch heeft de Gieren
bezet met een ry van Kegelvórmige fcherpe
Doorens. De Kleur is blaauwagtig met Roest?
kleurige Vlakken: de Opening langwerpig
Van onderen niet vernaauwd: de Lip, boven
aan , door een Keepje van de Gieren afge-
fcheiden. Men vondtze in ’t Kabinet van haa-
i-e Koninglyk Sweedfche Majefteit.
L IV . HOO FD -
(S i7) Strombus Testa Turritft fubangulata Nodofo*Spinoft,
Labro antice foluto. M. L. U. 625. N. 290«
s