vi.
AKrIËI.
J.X1JI.
Hoofdstuk.
uitwerking op het Paalwerk, dat de VoormqqE
van onze Dyken was in deVereenigde Nederlanden
, zig niet dan nu ruim veertig Jaayen geleiden
geopenbaart. Uit Zeeland kreeg men daar
van de eerfte berigten. Wanneer in de Maanden
September en Oktober, des jaars I73°»
eenige Paaien van den Westkappelfchen Dyk,
door een kleinen Stormwind, omver geüagep
werden, en , toen men dezelven van W o r men
doorknaagd vondt, werdt verder onderzoek
gedaan, en waargenomen, dat de meefte
Paaien en Ryswerken , rondom het Eiland
Walcheren, van dit Gedierte waren aangetast.
In Holland werdt dit kwaad eerst ip
de Nazomer van het volgende Jaar, 1731,
aan het Paalwerk van den zwaaren West-
friefchen Zeedyk, omtrent Medenblik, ontdekt;
zynde voorts door een Storm en hoogen Vloed,
op Kerstyd van dat Jaar, een groot gedeelte
der Raaien , met Krebbingen en a l , weggerukt:
zo dat die van de Vier Noorder Koggen
, alleen, meer dan dertigduizend Guldens,
zo aan Houtwerk als anders, in en na dien
Storm, hadden moeten te koste leggen; om
den D y k , waar van Westfrieslands behoud afhing,
voor Doorbraak te bewaaren. Men be»
vondt vervolgens , wel haast, dat nagenoeg
al het Paal- en Houtwerk van onze Dyken,
door dit fchadelyk Ongediert, zyne kragt benomen
..ware: een Slag, te zwaarder, om dac
men ’er te vooren nooit eenig bedenken op,
hadc
IIV
< 1 1
jhadt gehad! Men verbeeldde z ig , in ’t eerst, Afdeeu
dat de Ouderdom der Paaien mooglyk aanlei- LXIIt.
ding hier toe gegeven had ; gelyk men dit “ Hoofd-
rottige Boomen z ie t ; maar, hoe ftond men
verbaasd te kyken, wanneer onder de uitgefla-
gen Paaien zodanigen gevonden werden, die,
niet langer dan omtrent zeven o f agt Weken
te vooren, gantfeh nieuw, in den Grond geheid
waren, zynde ter hoogte van het dage-
lykfch T y en neder waards geheel doorboord
van deeze Wormen. De harde V o r s t , van
December des Jaars 1732 » nam dit kwaad,
gelvk veelen gehoopt hadden , in Holland en
Zeeland geenszins weg. Het openbaarde zig,
in de Zomer van dat Jaar, ook aan de Dyken
van de Friefche Kust. Zelfs werdt het Hout-
werk der Havens van Ooftende, en ander?
Zeeplaatfen in Vlaanderen, daar van aanmer-
kelyk befchadigd.
De Paaien van onze Dyken dus vernield,
z y n d e , zo zyn dezelven , niet zonder byfter
zwaare Kosten, eerst op de noodigfte plaat-
fen, en verder alom, met een Steenen Voormuur
bezorgd geworden , en dus veel beter
en duurzaamer befchut voor den flag der Zee,
dan zy te vooren geweest waren, Ondertusr
fchen was dit Gewormte nog niet uit onze
Wateren: want men heeft van tyd tot tyd
bevonden , dat hier en daar Paaien en Houtwerk,
aan Havens en Hoofden, van dezelven
doorknaagd werden. In ’t Jaar 1751 febeenen
pp 4. w
1. djüel. xvi. stuk.
rém
{'mfi
m
mi
m
#><j
g l l l g g g gml gm.