XLVIII.
H oofds
t u k .
gefmaate uitgerand en rimpelig heeft»
den Top platagtig en gefpitst,
Zodanig zyn de Kenmerken der Boter-Tooten,
o f Boterweggen van R u m ph iu s , dus wegens
de geelagtige Kleur genaamd, die van Adan-
son met deTygertooten, Guineefche en Bast
e r d -Giiineefche, Lettertooten en anderen , t
zy w i t , roodagtig o f bleekgeel van Grond,
altemaal als Verfcheidenheden tot één Geflagt
betrokken worden; indien zy maar, op deeze
o f gene manier, geflipt, geplekt o f getygerd
zyn. De Toot moet, bovendien, flegts den
T o p platagtig , met een klein Puntje in ’t
midden hebben , en dergelyken vondt hy aan
de Kust van Senegal tot zes en zeven Duimen
lang.- De Basterd-Amadis-Tooten zou den
dan hier toe ook kunnen worden t’huis
eebragt: doch de Oostindifche Boter- Tooten
zyn blykbaarlyk van de Basterd - Guineefche
en Letter-Tooten verfchillende. Over ’t ge-
heele L y f zyn zy geel als Boter, met zwarte
o f bruine Stipjes, die op ryen ftaan, en
Ringswyze de Toot omgorden: maar aan den
Top hebben zy breede Aders o f Streepen.
Zelden komen deeze Tooten , die zeer groot
vallen, volgens R um ph iu s geheel gaaf
T . i t . f. B. O LE A R . T. Mas. 'Zi. f. 3. RU MP H. Rar.
f. C. SEB. Kak. III. T . 45. f. W . i o i I!> KNORR Ver'
■ zam. II. D .P l. I I. f. 3. ttl* O» PL 3 * f. z : w 6 * h 3 , 4»
1Y. D. Pl. 26. f. I« V. O. PI» f* I* Pk 24» C 3 .
Voor, hebbende doorgaans Streepen o f leely- VI.
ke Naaden. Men vindt nog een kleiner Soort,
daar de Karakters, zegt h y , ordentlyk op ftaan * h o o f d -*
gelyk in de Mufiekhoorem stu k .
(309) To ot , die de Schaal aan de Tip Uit- ccciX.
gerand en rimpelig heeft, aan den Top p%Ti;nan
gefpitst en de Gieren platagtig. Eiken-
Tooti
De eze, die Rumphiüs afbeeldt, is de regte
Eikenhoüts - Toot. Hy z e g t , dat dezelve
kort is en breed van hoofd, bruin, en met
zwartagtige Draaden, als Zeilgaren , bewon-
den. De langte, naamelyk, overtreft de breedte
zo veel niet als in de voorgaande Tooten*
Z y zyn niet gemeen , en die Witte Banden
hebben worden hoog gewaardeerd; dóeh vee-
len doopen ook de Geele Tappen, welke deeze
rondgaande Draaden niet hebben, met den
zelfden naam. De afkomst is uit Oostindie.
(3x0) T o o t , die de Schaal Êyvormig en wit cccx.
h e e f l,% ^ ust
> . , - . . . . . Boereit-
( 309) Conus Testa bau Gmarginata , rugofa , Spita acutni- Aiullcle.-
hatä, AnfretéHbus planiusculis M. L» U. j 38. N. 166. Völuta
Filis cilidïa. R uM PH , Rar. T. 31. f. V. R E G E N T Conch.
T. 10. f* 47. KNORR Verzant. HI. D. Pl. I, f . 3 t P14 I I .
f . 2. V. D. Pl. 25- f- 2.
f310) Conus Testa ovatä albä, Fasciis nigtis èx maculis
ïtansverlis. M. L. U. 5 5 8. N. 167. L IS T . Conch. T. 779. f.
2 5, 2Ó. B o n a n n . Reer. XII. f. 122. Mufica Rusticonun.
R U M P H, Rar. T. 33« f. E b . G U A L T H . T i« . T .ä j . f *
E 2 T.
h rniEL. XYl, srürt,