Verzeichnis wichtigerer Schriften über Celebes.
Ad r i a n i , N., Het Lindu-meer, Mededeelingen van wege het Nederland-
sche Zendeling-Genootschap, 42, 1898, p. 107.
— Iets over de talen der To Sada en der To Wotu, ibid., 42, 1898.
-— De Talen der To Boengkoe en To Mori, ibid., 44, 1900.
— De Talen der Togian-Eilanden, Tijdschrift van het Bataviaasch Genoot-
schap van Künsten en Wetenschappen, 42, 1900.
— Mededeelingen omtrent de Toradjas van Midden - Celebes, Tijdschrift
van het Bataviaasch Genootschap van Künsten en Wetenschappen,
44, 1901.
De invloed van Loewoe op Midden-Celebes, Mededeelingen van wege
het Nederlandsche Zendeling-Genootschap, 45, 1901.
— en Krui j t , Alb. C., Van Posso naar Parigi, Sigi en Lindoe, Mededeelingen
van. wege het Nederlandsche Zendeling-Genootschap, 42, 1898.
_ Overzieht over de talen van Midden-Celebes, mit Karte, ibid., 42,
1898.
— Van Posso naar Todjo, ibid., 43, 1899.
— j#i|Van Posso naar Mori, ibid., 44, 1900.
Anonymus , Fragment uit een reisverhaal, Tijdschrift voor Nederlandsch
Indie, 18, 2, 1856, p. 1. -
— De Expeditie tegen Tomorie, op de Oostkust van Celebes, April—
Julij 1856, The Militaire Spectator, Tijdschrift voor het Nederl, Leger,
(3)> L 1856.
B a k k e r s , J. A , Tanette en Baroe, Tijdschrift voor Indische Taal-, Landen
Volkenkunde, 12, oder (4), 3, 1862, p. 255.
— Het leensvorstendom Boni, ib., 15, oder (5), x, 1866, p. x.
B i ckmo r e , Alb. S., Reisen im Ostindischen Archipel in den Jahren
1865 u. 1866, Jena 1869.
Ble ek e r , P., Reis door de Minahassa en de Molukschen Archipel, gedaan
in de maanden September en October 1855, Batavia, 1 und 2, 1856.
B o s s ch e r , C. en Mat thi j s sen, P. A., Schetsen van de rijken van
Tomboekoe en Banggai op de Oostkust van Celebes, Tijdschrift voor
Indische Taal-, Land- en Volkenkunde, 2, 1854, p. 63.
Bouleng e r , G. A., A Catalogue of the Reptiles and Batrachians of Celebes,
with special reference to the Collections made by Drs. P. a. F. Sarasin
in 1893-1896, Proc. Zool. Soc. London, Febr. 1897.
.■»- An Account of the Freshwater Fishes collected in Celebes by Drs. P.
a. F. Sarasin, ibid., April 1897.
Braam Morris, D. F. van, Het landschap Loehoe, Tijdschrift voor Indische
Taal-, Land- en Volkenkunde, 32, 1889, p. 498.
-4^ Geschiedenis van het Bondsgenootschap Mansenrempoeloe of Masenre-
Boeloe, ibid., 36, 1892, p. 149. Nota van toelichting op het contract
gesloten met het landschap Alietta (Adjatapparang) op den 20 Juli 1890,
ib., 36, 1893, p. 194.
Breddin, G., Die Hemipteren von Celebes, Abhandlungen der Natur-
forsch.-Ges. zu Halle, 24, 1901.
Brooke, J . , The private letters of J. Br., narrating the events of his
life, edited by J. C. Templer , London 1853 (Ist erschienen unter dem
Titel: Templer , J. C., the private letters.)
Bücking, H., Beiträge zur Geologie von Celebes, Petermann’s Mitteilungen,
45, 1889.
Leucitbasalt aus der Gegend von Pangkadjene in Süd-Celebes, Berichte
der Naturforschenden Gesellschaft zu Freiburg i. Br., 11, 1899, p. 78.
Cordierit von Nord-Celebes und aus den sog. verglasten Sandsteinen
Mitteldeutschlands, Berichte der Senckenbergischen Naturforschenden
Gesellschaft in Frankfurt a. M, 1900
— Zur Geologie der Minahassa, Petermann’s Mitteilungen, 1900, p. 46.
— Beiträge zur Geologie von Celebes, Sammlungen des Geologischen
Reichs-Museums in Leiden (1), 7, 1902.
Cärthaus , E., Beobachtungen auf Celebes und Sumatra, Sammlungen des
Geologischen Reichsmuseums in Leiden, I, Beiträge zur Geologie Ost-
Asiens und Australiens, 6, 1900.
Chri st, H., Filices Sarasinianae, I, Verhandlungen der Naturforschenden
Gesellschaft in Basel, 11, 1897; II, ibidJ; III, ibid.; IV, ibid.
Die Farnflora von Celebes, Annales du Jardin Botanique de Buitenzorg
15, 1898.
— Zur Farnflora von Celebes, Filices Sarasinianae itineris secundi, ibid.,
2 ser., 4, 1904.
Clercq, F. S. A. De, De overzijde der Ranojapo, Tijdschrift van Indische
Taal-, Land- en Volkenkunde, 19, oder (6), 1, 1870, p. 521.
44! Schets van het landschap Bolaäng-Mongondow, Tijdschrift van het
Aardrijkskundig Genootschap te Amsterdam, (1), 7, 1883.
Dijk, P. van, Bijdragen tot de geologische en mineralogische Kennis van
Nederlandsch-lndie, XIX, Over de waarde van eenige Nederlandsch-
Indische Kolensoorten, Natuurkundig Tijdschrift voor Nederlandsch
Indie, 15 oder (4) 1, 1858, p. 139.
Donseläar , W. M., Beknopte beschrijving van Bonthain en Boelecomba
op Zuid-Celebes, Bijdragen tot de Taal-, Land- en Volkenkunde van
Nederlandsch Indie, 3, 1855, p. 163.