No. 39 de eerste, zeer zeldzaam compleet voorkornende druk
van R o t t e r d am m e t al sijn g e b o uwe n , net op haer
mae t g e t e e k e n t en g e s n e d e n ; een uitstekend, geheel
onafgesneden exemplaar van de prächtige kaart van J. de Von
en Romeijn de Hooghe; een voortreffelijke kopergravure in zes
bladen, van 1694. De tweede druk derzelfde kaart, met een
menigte wapens, is onder No. 40 beschreven, terwijl zij onder
No. 41 nog eens voorkomt, met de wapens der vroedschappen
van 1690 tot 1787 bijgewerkt. Dit exemplaar is opgeplakt en
hangt aan den wand, der kamer. . ’t Werd in 1867 door het ge-
meentebestuur naar de wereldtentoonstelling te Parijs gezonden.
Allermerkwaardigst is de serie, voorkornende onder de N s.
84 tot 87. De postmeester Jacob Quacq gaf, in een reeks voortreffelijke
kopergravures, den loop der Maas te zien, van Rotterdam
tot in zee, „met alle steden en plaetsen, Sandeh, Drooghten
en Coersen, sooals die Tegenwoordigh bevaren wert. Met eene
opreehte afbeeldinge van alle de Actien die bij het Post Jacht De
loots boots en andere Schepen in het vyt. en in seilen oock van het
posthuys en postillions werden gedaen.” Is de uitvoering van het
water vooral uitmuntend schoon, — geestig en belangrijk is de
voorstelling, hoe het postjacht de brieven afhaalt van de binnen-
komende schepen, — hoe de brievenzak naar land wordt ge-
roeid, tot waar de postillon, zoover mogelijk in het water gere-
den, dien overneemt, — hoe hij spoorslags, met een vlaggetje
in de hand, längs de dijken rent, — hoe hij de rivier oversteekt
en eindelijk met zijn hijgend ros op de Beurs aankomt, waar
de kooplieden zieh om hem verdringen, of hoe hij, onder storm
en regen, naar de plaats eener schipbreuk galloppeert, om de
nieuwste berigten te ontvangen en overtebrengen. Een en ander
is nader beschreven in eene gedrukte „verkaringe” en opgeluis-
terd door een zestienregelig versje van Joachim Oudaen.
De bekwame postmeester ontving in 1665 van de Staten octrooi
voor vijftien jaren voor de uitgave van dit grootsche werk en
een subsidie van 250 gülden. Ongelukkig verloor hij, tot postmeester
op Engeland aangesteld, op een zijner reizen hetleven,
in een’ zwaren storm in Januarij 1668.
De eerste zeldzame druk van 1665 is geheel compleet, sints
de Heer J. A. Offers in 1876 de tot nog toe ontbrekende bladen,
waarop den Briel en Vlaardingen voorkomen, ten geschenke gaf.
Van den tweeden druk, die in 1740 uitkwam, is maar een ge-
deelte hier voorhanden.
In hetzelfde jaar 1665 leverde dezelfde merkwaardige man een
prächtige kopergravure R o t t e r o d amum Ho l l a n d i a e u r b s
c e l e b e r r ima et s i t u p o r t i b u s q u e me r c a t u r a e o p p o r t
u n i s s ima (N°. 117) met eene Be s c h r y v i n g h e in het
Hollandsch.en in het Fransch.
Behalve de kapitale en. fraai bewerkte gezigten op Rotterdam
, die de eer der vaderlandsche graveerkunst waardig op-
houden, waarvan een niet onbelangrijk aantal in de verzameling*
wordt gevonden, ontmoeten wij ook tal van teekeningen, die
groote kunstwaarde hebben. Zie eens N°. 114, deze kleine tee-
kening in 0. I. inkt, een riviergezigt met een donkere lucht,
waardoor een helschitterende lichtstraal breekt. ’t Is een juweel-
tje van Ruysdael’s hand. Maar ook de Rotterdammers N. Muijs
en G. Groenewegen doen zieh als wakkere kunstenaars kennen.
De laatste vooral levert tal van tafereelen, deels in vlügge
schetsen, deels in uitgewerkte en zeer naauwkeurige teekeningen
met schepen en figuren, voi geest en leven. Houdt gij van af-
wisseling, dan vermaakt u zonder twijfel het vervaarlijk werk
van A. Groenendijk (No. 188), die de stad van de Schie af te
zien geeft, in den jare 1811. Boven eenige onbestaanbare vel-
den , met onmogelijke dieren bevolkt, steken ettelijke torens en
molens uit. Van allen waait een ontzettend groote Fransche vlag,
ter eere van het bezoek, dat de keizer in dit jaar hier bragt,.
toen hij in ditzelfde gebouw zijn’ intrek nam, en hem de ver-
gulde. sleutels werden aangeboden, die gij in gindsche kast op
het groen fluweelen küssen kunt zien liggen.
De gezigten binnen de stad, van allerlei punten genomen,
geven ons gelegenheid, het oude en het nieuwe Rotterdam te
doorwandelen, en doen de stad voor ons herleven, gelijk zij zieh
in verschillende tijden vertoonde. Haar poorten en oude waltol
l