Bij onze wa n d e l i n g d o o r R o t t e r d am is het ons niet
te doen, om te herhalen wat reeds menigmaal is gezegd en
omtrent haar merkwaardigheden en openbare gebouwen in ge-
noegzaam verspreide werken is beschreven, maar om opmerk-
zaam te maken op bet ten deele minder bekende en tocb sfcellig
niet minder belangrijke, wat stadgenoot en vreemdeling er aan-
treffen kan op bet uitgebreide gebied van wetenschap en kunst.
Gij kunt op de straten de bandelsdrukte zien; in de havens eii
längs de kaden kunt gij de schepen en stoombooten gadeslaan,
terwijl gij in de verslagen van d e K a rn e r v an k o o p h a n d e l
des verkiezende de meerdere of mindere beteekenis van den
Rotterdamschen handel kunt nagäan. Rat is zonder twijfel voor
een stad als deze van groot gewigt; maar het is niet het eenige,
dat onze opmerkzaamheid waard is. Hoe staat het met de kunst-
liefde van haar inwoners? Welke middelen staan hun ten dienste
tot vermeerdering hunner kennis, tot vorming van hun smaak ?
Welke uitspanning voor den geest kan de hooger en de lager
geplaatste vinden, wanneer hij iets anders en beters begeert, dan
de kroeg den werkman, bierhuis, cafe of societeit den meer
beschaafde kan aaflibieden? Wij stellen ons niet voor, het gansche
ruime v,eld te overzien, wij zullen welligt een of ander, dat de
aandacht verdient, voorbijgaan, maar wij zullen ons althans eenig
denkbeeid kunnen vormen, hoe het er in het laatste vierde deel der
] # e eeuw te Rotterdam uitzag. Wat wij dienaangaande omtrent
vroegere tijden weten, hebben wij grootendeels aan vreemde
bezoekers te danken. Laat een landgenoot het u verhalen van
het Rotterdam van 1877.
Een belangrijk middelpunt van het geestesleven in Rotterdam
is het fraaie gebouw, waar wij reeds geruimen tijd in vertoefd
hebben, en vanwaar wij onzen togt door de stad ook ditmaal
willen aanvangen, om er nog eenmaal terug te keeren; want
behalve het archief en de verzameling van merkwaardigheden,
buisvesten daar ook de s t e d e l i j k e b i b l i o t h e e k en het
Mu s e nm Boymans .
In 1663 gesticht, behoorde het tot de schoonste gebouwen
III. 12