licht of donker groen afgewisseld. De graanbouw heeft op de
Limburgsche bergen verre de overhand. Voor eigen gebruik wordt
de rogge geteeld, de tarwe voor de markt. Des Zaturdags van
iedere week wordt te Maastricht de voornaamste graanmarkt ge-
houden. Een belangrijke marktplaats voor de boeren uit deze
streken was in der tijd ook het Belgische Anb e i , vöor dat de
spoorwegen het van het algemeene verkeer hadden afgezonderd.
Weiden treft men op de hoogvlakten weinig aan. De vruchtbare
beemden aan den oever der riviertjes zijn daartoe ook beter ge-
schikt, maar het stijgen van de pachtprijzen heeft den boer ook
aan veefokkerij en botermaken meer dan vroeger zijne aandacht
doen wijden. De handel in vet vee en in jonge paarden begmt
van beteekenis te worden. Den eersten Maandag van iedere maand
is het daarvoor markt te Valkenburg, en van daar, dat sints eemge
jaren veel meer akkers met veevoeder worden beteeld, dan vroeger
het geval was. Behaive beetwortels en klaver, wordt in den
winter een belangrijke hoeveelheid meel voor het mestvee gebruikt.
’t Is een vrolijk en levendig schouwspel, dat wij rondom ons
zien. Overal de bezige drukte, die de tijd des oogstes met zieh
brengt; overal de vruchten, wier tijd nog niet gekomen is, rij-
pend in de koesterende zomerwarmte. Langs den rand van het
plateau loop.t voor een deel onze weg. Ter regterhand volgen
tot in de onafzienbare verte de rijke bouwakkers elkander op
over de golvende heuvelen, terwijl aan onze linkerzijde de helling
glooijend afdaalt naar den bergwand, die straks neerloopt
in het heerlijke dal, waardoor de Geule stroomt en dat daar ginds
wordt begrensd door de begroeide hoogte van den Schaesberg,
achter wiens boschrijke kruin tot in het schemerend verschiet
een aaneenschakeling van bebouwde hoogvlakten en naakte heu-
veltoppen zieh uitbreidt. Dan zijn wij op eens weer ingesloten
tusschen de kanten der hoog liggende akkers, die ons ieder uit-
zigt benemen, behalve op den blaauwen hemel daar boven ons.
En dan opent zieh plotseling weer de muur van grijzen mergel-
steen en wij zien neder in het Geule-dal beneden ons, längs de
frissche groene hellingen tusschen de dennenbosschen, die de
zijde van den berg bedekken. Vrolijk dansen de muggen in den
zonneschijn; hoog in ¡de zuivere lucht zwieren de vlugge zwa-
luwen in breede, plotseling afgebroken kringen rond; verfrisschend
strijkt het koeltje over de vlakte, waar ’t anders, ondanks het
vroege morgenuur, reeds warm genoeg zou zijn — gelijk gij
kunt bemerken, als een hooger heuveltop den wind onderschept
of de holle weg ons tusschen rotsmuren leidt, waar de hitte blakerend
van afstraalt! ’t Kan verder op den dag voor de maaijers
op de schaduwlooze velden nog een zware taak worden, en ook
wij hebben er ons op voor te bereiden, dat wij niet dan in het
zweet onzes aanschijns, zooal niet ons brood zullen hebben te
winnen als zij, toch ons wandelgenot. zullen moeten smaken.
Maar wie daartegen opziet, die aanvaarde in den zomer den togt
over de Limburgsche bergen niet!
Voorloopig vinden wij bij Sibbe wat lommer. Daar zien wij
bij den ingang van het dorp ook vrij wat meer wilgen, dan wij
op zulk een hoogte en in zulk een’ droogen grond wel zouden
verwacht hebben. Schilderachtig omringen zij met hun blaauw-
groen gebladerte en hun grijze stammen een groote, vriendelijke
weide aan den weg, en vrolijk kijken de witte huizen, waar längs
het slingerend wagenspoor ons leidt, tusschen hun hooge, wild
opgegroeide twijgen uit. Met hellen gloed straalt het doorval-
lend zonlicht aan het einde van een’ digtbegroeiden hollen weg,
en badend in dien glans ligt het groenbemoste dak eener ver-
welooze, halfvervallen schuur voor ons. Wij zien Sibbe op een
günstig oogenblik. Veel beteekent het dorpje anders niet, ~tft;of
liever, ’t is eigenlijk zelfs geen dorpje. Sibbe maakt geen’ aan-
spraak op een’ hoogeren titel dan dien van g e h u c h t. Zijn
zestigtal verspreide huizen vormt een buurtschap van Oud-Valkenburg
, waarvan het een kleine drie kwartier is verwijderd, en
zijn kerkje is niet meer dan een kapel, onder de parochie van
Oud-Valkenburg behoorend. Echter heeft het eene school en een
eigen kerkhof.
Wat aan Sibbe zijn grootste belangrijkheid geeft, is zijne
mergelgroeve. De steensoort, die daar wordt gevonden, is harder