334 VBEVLOGEN GEOOTHEID EN BLIJVENDE WAAEDE.
geliefde tulp. De A dmi r a a l Li e f k e n s h o e k , eens met 4400
gulden betaald, is evenzeer nog bekend, maar van weinig waarde.
De Admi r a a l En k h u i z e n is uitgestorven, gelijk zooveel andere
soorten, die met den tijd verouderd en verloren zijn gegaan.
De bol, om wiens wille de grootste dwaasheden zijn begaan, d'e
S emp e r Au g u s t u s , die eens voor 13000 gulden werd verkocht,
waarvoor een bod van 4600 gulden benevens een prächtig
staatsierijtuig met twee rijk getuigde schimmels werd gewei-
gerd, even als een ander bod van negen morgen lands, — de
S emp e r Au g u s t u s is thans nog te verkrijgen en heeft maar
eenige centen waarde. Men schijnt destijds de bloem ook bij ’t
gewigt, het zaad ook bij ’t pond te hebben verkocht. Zoo althans
schijnt het, tegenwoordig door de bloemkweekers niet begrepen,
berigt van Wagenaar te moeten worden opgevat-, dat „voor een
bloem van tien aazen eerst 95, daarna 900 guldens werd be-
steed, en een pond geele kroonen eerst voor 20 of 24, en een
maand later voor meer dan 1200 guldens werd verkocht.”
De hyacinth heeft nooit zulk een rol gespeeld. Zij is ook
eerst later hier in eere gekomen, in een’ tijd toen de speculatie-
woede zieh geworpen had op andere voorwerpen, welligt niet
altijd van veel grooter werkelijke waarde dan bloemen. Zij is
thans misschien een der troetelkinderen der mode, en mogelijk
keert haar grillige beschermster haar vroeger of later den rug
wel eens toe. Maar al laat zieh te eenigertijd vermindering van
de bollenteelt denken, niet alleen aan de wisselende mode, noch
aan kunstmatige vermaardheid danken de bloemen de ingeno-
menheid, waarmede zij in alle oorden der wereld worden ont-
vangen. De hyacinth en de tulp zijn en blijven zeer gezochte
winter-kamerplanten, die menig nederige woning vervrolijken,
gelijk zij menige huiskamer van het welgezeten gezin versieren.
Hare verzorging geeft onder kommer en zorg een heilzame
afleiding aan menig arme en kranke. En hoog in het Noorden
is er naauwelijks een enkele .planken hut aan de eenzame fjords
en te midden der barre granietrotsen, waarin de bol, in Haarlems
omtrek gekweekt, niet in den langen winternacht zijn vrien-
TETTEEODE. 335
delijke bloemen geeft, om er, te midden der vreugdelooze af-
zondering, van leven en blijdschap te spreken.
Het moderne huis, dat zieh even voor het dorpje Overveen
als T e t t e r o d e doet kennen, draagt wel den naam, maar be-
slaat niet de plaats van het oude, sints lang verdwenen kasteel,
dat hier eens in de wildernis moet hebben gelegen, en als „tette
rode” — kleine ontgonnen vlakte — tegenover de „breede rode”
stond. Aan de andere zijde van het dorpje Overveen, nabij den
Bloemendaalschen straatweg, moet dat worden gezöcht. Tetterode,
met Ae l b r e c h t s b e r g en Yo g e l e n z a n g vereenigd,
behoorde tot 1722 onder het baljuwschap van Brederode. Bij
den verkoop dier uitgestrekte heerlijkheid, die in verschillende
deelen werd gesplitst, kocht de Haarlemsche regering de am-
bachtsheerlijkheid der drie aan elkander verbonden en aan het
grondgebied der stad grenzende plaatsen, terwijl de Staten van
Holland en Westfriesland de hooge jurisdictie aan zieh behiel-
den. Voor de stad was het van hoog belang, dat zij haar regts-
gebied kon uitstrekken over landstreken, waaruit haar burgerij
tot dusver zooveel overlast had geleden van dieven en straat-
schenders, die zieh in de heerlijkheid van Brederode ongestraft
konden terugtrekken. Gelijk Aelbrechtsberg van lieverlede zijn’
naam in Bl o eme n d a a l zag veränderen, zoo verwisselde Tetterode
den zijnen in dien van Ove r ve e n, ’t Was reeds in de
vorige eeuw een bloeijend plaatsje, wel zonder kerk, maar uit
de buitengoederen, de bleekerijen en d e ' bloemkweekerijen er
om heen voor zijn bevolking aanmerkelijke voordeelen trekkend.
’t Had iets eigenaardigs door het lompe, houten klokhuis, dat
de ouderen van dagen nog tot 1846 hebben gekend aan het
einde van de dorpsstraat, waar thans het nette gemeentehuis met
zijn koepeltorentje staat. ’t Geeft ook tegenwoordig den indruk
van een zeer welvarende plaats, vol leven en vrolijkheid door
de talrijke rijtuigen van allerlei aard, — schitterende equipages