J 5 2 ■ DE ARCH1EFKAMERS.
het archief werd allengs meer bevredigend, en oolc de niet on-
belangrijke bibliotheek, aan de gemeente behoorende, werd m
orde gebragt. Maar de ruimte was beperkt, en in geVal van brand
liep de verzameling qnmiskenbaar groot gevaar. Een droevig on-
heil dat de stad van kostbare kunstschatten beroofde, kwam
haar archief ten goede. In 1866 besloot de gemeenteraad, het
over te brengen naar de benedenverdieping van het nu herbouwde
' Museum Boymans, terwijl de nagenoeg brandvnje r o t o n d e |
het stadhuis werd aangewezen tot de bewaarplaats van dat ge-
deelte dat ten behoeve van de dagelijksche dienst beter ten
raadhuize bewaard bleef, alsmede van de perkamenten Charters
waaronder verscheidene, die nog van zeer goed bewaarde zeges
zijn voorzien. In den loop van het jaar 1867. werd het archief
naar de nieuwe localen overgebragt.
■ Het vond er een zooveel mogelijk veilige bewaarplaats, droog
en koel en voorzien van het noodige, om bi] brandgevaar dade-
liike hulp te verleenen. Behalve de gewone toegang, binnen
drie groote openslaande ramen aan het Hogendorpsplem m geval
van nood gelegenheid geven tot verwijderen yan bedreigde
schatten. Licht en lucht kunnen in het geheel op zieh zelf
staande gebouw overal hun weldadigen invloed doen gevoelen, en
het bezoek en gebruik der zöb nuttige inrigtmg. g veel gemak-
kelijker gernaakt, nu zij met den begannen grond gelijk is, en
niet zooals de meeste onzer stedelijke en provmciale archieven,
een onnoemelijk aantal trappen hoog onder de hanebalken is
§e^ I n V een ' zestal ruime kamers zijn de documenten in gvoote,
goed gesloten glazenkasten geplaatst, d e e l s ingebonden deels.
in portefeuilles, allen van titels en nummers v a n käst en kamer
voorzien. Een volledig overzigt van alles, wat het archief bevat,
is hier niet op zijn plaats. De verslagen van de Comm. issie
vo or h e t A r c h i e f , jaarlijks aan den gemeenteraad gedaan
en in het licht gegeven, kunnen den belangstellende de noodige
biizonderheden aanwijzen. Wij willen alleen de zalen doorwandelen
en opmerkzaam maken op het voornaamste, wat wij er aantref-
DOOUMENTEN VAN BESTUBEN. 153
fen. Hier hebben wij een’ eerwaardigen foliant, waarin de Privilegien
der stad zijn geregistreerd met een hand uit het midden
der 15de eeuw. Het oudste privilegie is van 1328, het laatste, in
dit register opgenomen, van 1580, Daar’staan de resolutieboeken
van de G ed e p u t e e r d e n . t e r D a g v a a r t. Zij loopen van
1575 tot 1698. Die der volgende jaren zijn in druk versehenen.
Verder vinden wij iij,; deze kamer, de Na amr e g i s t e r s d e r
Re g e r i n g van R o t t e r d am van 1555 tot 1793, tal van
resolutieboeken van de v r ö e d s c h a p van 1495 tot 1795, van
B u r g eme e s t e r s en R e g e e r d e r s , van We t h o u d e r s en
Ra d e n , van den Ra a d de r Geme e n t e —- d e r Sta d, van
de Mu n i c i p a l i t e i t , : van den M 'a ire ^ |in een woord, van de
hoogste regeringscolleges of personen onder verschillende titels.
Ook treffen wij hier de u i t g e g a n e Mis s i e v e n sedert 1645
aan en de r e q u e s t b o e k e n sints 1735.
Ook de kästen1 in de tweede kamer bevatten bescheiden, die
met de regering der ' stad in verband staan. Hier berust eene
belangrijke verzameling i n g e k ome n mi s s i v e n bij Burge-
me e s t e r e n , van 1557 af, amb t e n b o e k e n van 1601 tot 1828,
s e n t e n t i e b o e k e n van van 1446 tot 1742, —- helaas zeer defect
l ^ k e u r - e n o r d o n n a n t i e b o e k e n van omstreeks 1350 tot
1849, placaat - en p u b l i c a t i e b o e k e n sints 1772, r e s o l u t
i e b o e k e n van de He e r e n van de w e t h ^ v r e d ema k e r s
of c ommi s s a r i s s e n van k l e i n e z a ke n , die het tijdvak
van 1676 tot 1796 omvatten, en bescheiden betreffende notarissen.
Hier zijn ook enkele, welligt eenige, hummers van eene R o t-
t e r d ams e c o u r a n t , uitgeg. bij L. Baltz, loopende van Woens-
dag 17 Julij 1720 (No. 86) tot Maandag 12 Aug. van dat jaar
(No. 97). Het exemplaar der Ro t t e r d ams c h e Co u r a n t ,
wier uitgave in 1738 begon, is hier volledig te vinden.
In de derde kamer vinden wij het archief der schepenen,
bescheiden'’-betreffende het . civi le en c r im i n e e l e r e g t : de
eersten beginnen met 1538, de laatsten met 1499. Ook worden
hier de archieven bewaard van de Ho o g e Yi e r s c h a a r van
S c h i e l a n d en van de schepenbank der ambachten van Oost