hier te huis, terwijl de lautste kast met werken van buitenländ-
sche letterkundigen gevuld is.
De catalogussen zijn nog in bewerking. De s y s t ema t i s c h e
is geschreven op afzonderlijke kaarten, in veertien laden ver-
deeld, de a l f a b e t i s c h e in vierentwintig portefeuilles. Zij worden
bewaard in een sierlijke kast in de kleine zaal.
Het ontbreken van een’ gedrukten catalogus, die in ieders
handen kan zijn, maar die voor deze bibliotheek nog niet kon ge-
reed wezen, maakte een wandeling door de stedelijke boekver-
zameling noodzakelijk, om althans eenig overzigt te geven van
wat zij bevat. Daar zijn ontegenzeggelijk rijker boekerijen, maa,r
deze is toch nu reeds belangrijk genoeg, om gekend, bezooht,
gebruikt te worden. Wie een of ander onderwerp wil bestude-
ren, die vindt er rijke bronnen in overvloed. Yoor de Rotter-
damsche jongelingschap, die den tijd, van de kantoorbezigheden
overschietend, voor studie besteden wil, zou zij verrassende schatten
openen. Honderden beschaafde Rotterdammers hebben geen
denkbeeid van den rijkdom, waarover zij zouden kunnen be-
schikken; en zijn zij billijk ingenomen met het vele goede en
schoone, dat hun stad inwoner en vreemdeling te zien en te ge-
nieten geeft, zij mögen het wel weten en wel verteilen, in hoe
hooge mate de bibliotheek een roem en sieraad der stad is. . .
Hopen wij, dat ook het stedelijke Bestuur er zöö van door-
drongen mag worden, dat een afzonderlijk gebouw, op niet te
grooten afstand van het archief, eenmaal yoor de bibliotheek
zal worden bestemd. Dan kon ook een groote zaal of galerij
dienstbaar gemaakt worden aan de tentoonstelling der duizenden
platen en portretten, die nu in portefeuilles een veel te rüstige
rust genieten. Voor de opvoeding des volks kan de boekerij
krachtig medewerken, bij algemeene bekendheid, bij grootere
ruimte.
De onderzoeklievende Rotterdammer behoeft zieh niet tot de
stedelijke bibliotheek alleen te bepalen, wanneer hij zijn kennis
wil uitbreiden. Hij vindt in de stad zijner inwoning buitendien
nog andere schatkameren van wetenschap geopend, en uw gids
door Rotterdam zou wel wenschen | dat het bezoek, dat wij af-
legden, u niet te zeer had vermoeid of verveeld, om hem naar
eenige andere belangrijke bibliotheken te volgen. Giuseppe Va-
lent.inelli Verineldt er tien in Rotterdam, waaronder eene die
van Ds. van Arkel — die destijds niet meer bestond; eene —
van Dr. Groshans, — die nu niet meer bestaat. Hij had de zeer
opmerkelijke bibliotheek van vaderlandsche taal- en letterkunde
van Dr. A. de Jager ook wel mögen noemen, en wij zouden
bij onze wandeling van dien geleerden en beminelijken grijze ook
zeer zeker den toegang daartoe verzocht en verkregen hebben,
wäre ’t niet, dat de dood hem plotseling had weggenotnen. De
medisehe bibliotheek en die der Hervormde gemeente berus-
ten in de stadsbibliotheek. De boekerijen der Jezuüten, der Bis-
schoppelijke clerezy, der Remonstrantsche gemeente en van
het Ba t a a f s c h g e n o o t s c h a p van p r o e f o n d e r v i n d e -
l i jke wi j s b e g e e r t e zijn nog aanwezig. Die van het département
der Maa t s c h a p p i j t o t Nut van ’t Al g eme e n en de
zeer rijke verzameling van het R o t t e r d a msch e l e es ka bi -
n e t heeft hij niet gekend. Zij waren tijdens zijn bezoek alhier
ook nog niet ontstaan, althans nog niet van beteekenis. Thans
zou hij ten minste de laatste niet voorbijgaan, die voor eene
inrigting als h e t L e e s k a b i n e t zeer zeker in ons vaderland
eenig in hare soort is.
Van de verzamelingen, behoorende aan het Bataafsch genoot1
schap en aan de Remonstrantsche gemeente bestaan gedrukte
catalogussen. De laatste berust in een der lokalen bij de kerk
dier gemeente, d ie , behalve haar bibliotheek, eene verzameling
geschilderd.e portretten van haar leeraars en van beroemde leden
der Broederschap bezit, en een groot aantal belangrijke hand-
schriften, waarvan een afzonderlijke catalogus is uitgegeven, door
H. C. Rogge en P. A. Tiele bewerkt..