der fraaije ridderzaal aanwezen; rank verliief zieh de achtkante
toren uit het dak, in den hoek, dien het hoofdgebouw met den
kloeken regtervleugel vormde, en slank steeg de ronde toren
omhoog, die den achterkant van het edele huis versierde. Aan
den linkervleugel waren ’t lagere gebouwen; die het binnenplein
afsloten, maar niet minder in overeenstemming met den ernsti-
gen stijl, den degelijken bouw van het kloeke geheel. Kostbare
tuinen omringden het huis.. Aan de zijde, vanwaar wij kwamen,
lagen lange lanen, tusschen geschoren hagen iugesloten, en een
groote, heldere vijver. Twee steenen poorten, met wapens ver-
sierd, leidden aan het einde der slotgracht derwaarts. Een steenen
muur omgaf de gracht', en op het voorplein prijkten zuilen
en standbeeiden en gedenksteenen, die zoowel van de reizen des
burgtheers, als van zijn kunstliefde verhaalden, en die opschrif-
ten droegen, in slecht Latijn en getuigende van een’ geest, veel
christelijker dan, naar ’t oordeel zijner talrijke vijanden, in
Heer Adriaans leven altijd openbaar werd.
Want, met al zijn rijkdomven invloed, de Heer van Heem-
stede was niet zeer gezien bij de schare. De haat, dien zijn
heftig contra-remonstrantsche vader in hooge mate had geoogst,
¡S g een haat, dien Vondel in meer dan een vers heeft ontboe-
zemd, — werd ook het ,deel des zoons. Men legde hem ten
laste, dat hij zieh door iedere mogendheid omkoopen lie t: men
verweet hem sluwheid en landverraad; het gepeupel bedreigde
zijn huis in Amsterdam en zijn slot te Heemstede met plundering.
Maar onder kwaad en goed gerucht klom de Heer van
Heemstede in aanzien en vermögen, en won zijn vorstelijk slot
jaar op jaar in luister en pracht. Misschien ontving het in 1638
Maria de Medicis, de koningin-weduwe van Frankrijk, als gast;
zeker genoot het de eer, in 1642 door Henriette Maria van Engeland
te worden bezocht, toen de koningin als smeekelinge in
Holland kwam.
Wat van de oude heerlijkheid over is, kunnen wij hier onder
de linden van het voorplein overzien. Worstelen wij te midden
van brandnetels en woekerplanten ons door het ruige struikgewas
heen, dat het eigenlijke slotterrein bedekt, dan vindert wij
er niets meer, dan wat oude steenen, een waterput, het gewelf
der poort en de overblijfsels van een paar vertrekkeri. ’t Is naauwe-
lijks de moeite waard, daarvoor de handen te branden, den voet-
te verstuiken in het puin, de kleederen te scheuren in de struiken !
Toch is er in Heemstede nog meer overgebleven, wat aan
Adriaan Pauw herinnert. In de kerk, waarvan een zijner zonen
in 1623 den eersten steen heeft gelegd, —- ter vervanging van
het oude bedehuis, in 1573 verwoest, — in de fraaie dorpskerk
vinden wij de marmeren tombe, waaronder zijn overschot met
dat zijner vrouw en veler zijner afstammelingen rust, ’t Is een
monument van ijdelheid, pronkend met al zijn titels en kwar-
tieren, verhaleud van alle waardigheden, die hij bekleedde, van
alle posten, die hij vervulde, van alle heerlijkheden, die hij be-
zat, en met het ridderteeken van St. Michiel, waar hij grooten
prijs op stelde. Boven het graf, aan het zoldergewelf, is het wapen
nog eens in kleuren aangebragt.
Het nette kerkje zelf, welks voornaamste gesc-hiedenissen gij
op de balken lezen kunt, is — niet zeer doelmatig! — met een
geschilderd marmeren plafond uitgemonsterd en heeft een echt
aristocratisch voorkomen. Vooral de hoek tegen het koor geeft
op de stoelen getuigenis van de vele aanzienlijke familiën, die
in den omtrek wonen of vertoeven. Op de kussens vindt gij
vrij wat meer wapens, dan wel in een kerkgebouw gepast ge-
rekend kunnen worden. Trouwens, de stoelen staan met den
rüg gekeerd naar datgene
»Wat eens de hoogmoed overhoudt,”
een graf — misschien met. wapenschilden en titels versierd
maar toch altijd niet meer dan een graf. Met 1795 verdween
de liefhebberij der burger-aristocraten voor wapens en titels niet!
De landstreek tusschen Heemstede en Haarlem, waardoor
het laatste gedeelte van onzen togt ons leidt, heeft niet weinig
verloren van de schoonheid, waarop zij in de eerste helft dezer
eeuw met regtmatigen trots mögt roemen. Destijds liep de weg