208 GODSD1ENST , WIJSBEGIÎERTE , REIZEN.
de werken der hervormers hunne plaats, waaronder de belangrijke
verzameling: Le b e n u n d a u s g ewä h l t e S c h r i f t e n d e r
Vä t e r u n d B e g r ü n d e r d e r r e f o rmi r t e n K i r c h e ; hier
David J oris’ Wo n d e r b o e k ; hier ook d e L e g e n d a S a n c t o r um
van Jac. de Voragine (Basel 1486), de eenige incunabel, in
deze bibliotheek aanwezig. Trouwens, zoolang het Leeskabinet
zieh nog tal van voor zijn doel meer naodzakelijke boeken heeft
aanteschaffen, stellen wij ons in dit opzigt tevreden met Hol-
trop’s vermaard werk: Mo n ume n t s t y p o g r a p h i q u e s de's
Pa ys- Ba s au XVe Siècle. Met de vermelding, dat de kerk-
en g o d s d i e n s t g e s c h i e d e n i s in de bibliotheek goed vertegen-
woordigd is, beslniten wij deze afdeeling, om ons te wenden tot
eene rubriek, waaraan, overeenkomstig de eigenaardigheid eener
inrigting als deze, bij uitnemendheid zorg wordt besteed. ’t Is de
rubriek a a r d r i j k s - en v o l k e n k u n d e en r e i sbeschr i j -
v i n g e n , merkwaardig om tal van kostbare en belangrijke boeken
over alle deelen der aarde, prachtwerken ten deele ook door
de fraaije platen, die er in overvloed in voorkomen, die ons verlegen
maken om er een keus uit te doen. Laat ons alleen het
prächtige Es p a g n e a r t i s t i q u e et mo n ume n t a l e öpslaan,
met zijn 144 voortreffelijke lithografiën, of de la Borde’s
groote foliauten, met 300 uitmuntende platen versierdÿbdie ons
evenzeer in Spanje rondleiden, of deze Voya ge p i t t o r e s q u e
en Na p l e s et Si ci l e, met de afbeeldingen der opgegraven
kunstschatten van Herculanum en Pompeji, die wij ook in Over-
beck’s en Breton’s, werken kunnen zien weêrgegeven, of Aimé
Humbert’s J a p o n i l l u s t r é , met meesterlijke houtgravures,
en die uitstekende uitgaven, waarmede de Engelsche pers voort-
durend de wetenschap verrijkt. Ook kunnen wij er de voornaam-
ste aardrijkskundige tijdschriften raadplegen, en de uitmuntende
t o p o g r a f i s c h e k a a r t van Ne d e r l a n d , of de niet minder
verdienstelijke w a t e r s t a a t s k a a r t , geschenken der Ministers
van Oorlog en Binnenl. Zaken.
Niet minder rijk is een andere, evenzeer geliefde afdeeling
der bibliotheek, die namelijk, welke aan de g e s c h i e d e n is is
eewiid. Ook hier noemen wij maar enkele namen, als van Laurent,
E t u d e s s u r l ’h i s t o i r e de l ’h uma n i t é , Niebuhr’s be-
werking van het Co r p u s s c r i p t o r um h i s t o r i a e Byzan-
t i n a e , Lebeau, Hi s t o i r e du Bas emp i r e , Heeren und
Uckert, Ge s c h i c h t e d e r E u r o p a e i s c h e n S t a a t e n en
vermelden wij alleen het belangrijke aantal Couranten, als kostbare
bronnen voor den geschiedschrijver hier aanwezig.
In de rij der geschritten, voor afzonderlijke rijken van belang
, mag de aandacht worden gevestigd op d e | ook voor ons
la n d 'gewigtige Thur l -oe-pa pe r s , een verzameling van staats-
stukken, officieele en geheime brieven uit de jaren 1638—1660,
wier beteekenis door Dr. Eruin is aangetoond m Nijhoff s
B i j d r a g e n N. R. III bl. 218 e. v., terwijl Lieuwe van Aitzema
daarin tevens als de schrijver der geheime ^ briefwisselin g uit
Holland wordt bekend gemaakt. Een dergelijke, minder uitge-
breide verzameling is opgenomen onder den tite l, S t a t e t r a c t s ,
p u b l i s h e d on occas ion of the l a t e r e v o l u t i o n m 1688,
a n d d u r i n g th è ; r e i g n of Wi l l i am III. - Voor de ge-
schiedenis van Erankrijk zijn # 4 behalve enkele hoofdwerken, hier
aanwezig, — de Ch r o n i q u e s et mémo i r e s s u r l’h i s t o i r e
de F r a n c e en de Ar c h i v e s c u r i e u s e s de l ’h i s t o i r e de
F r a n c e d e p u i s L o u i s XI j u s q u ’à Lo u i s XIV der ver-
ï melding overwaardig. Omirent de betrekkmg onzer voorvaderen
tot Nieuw York vinden wij belangrijke bijzonderheden in O’Cal-
laghan, Hi st , of New N e t h e r l a n d , en Brodhead, Hi s t ,
of the State of New-Yo r k . Lassen levert in zijne I n d i sche
A l t e r t h um s k u n d e een’ schat van mededeelingen om-
trent de vroegste geschiedenis van het Oosten, en het werk van
James Mill, door H. Wilson voortgezet, Hi s t , of Br i t i s h
I n d i a , blijft nog altijd de hoofdbron voor de kennis vanBritsch
Indië.
De beoefenaars der Staat s - en R e g t swe t e n s c h a p p e n
vinden een groot aantal hooggeschatte verzamelwerken en tijdschriften
tot hun beschikking, in de eerste plaats von Rotteck
en Welcker, S t a a t s l e x i c o n , E n c y c l o p ä d i e d e r Staat s