248 COLLECTIF VLIERBOOM.
maar hier vooral vinden wij vele goedklinkende ■ namen uit het
het buitenland. Van Bonguerean prijken er drie voortreffelijke
doeken: Mi g n o n p e n s i v e , P f i f f e r a r o en h e t o n t w a k e n ,
fantasiekoppen van A. Piat, H. Moerle, figuren van A. de Neuville
en Quadrone, de F r a n s c h e p a r l em e n t a i s een mees-
terstukje van E. Détaillé, een hoogstverdienstelijk tafereeltje :
Ti jd i n g e n , van C. Gussow en de bevallige l e n t e van Rosé,
een vermakelijk stuk van E. Girardet, c ’est le d i a b l e ■— de
opschudding in een dorpje door een’ negerjongen in livrei ver-
oorzaakt, — Innocenti’s uitvoerig gepenseeld : g e b r u i k ma k e n
van de g e l e g e n h e i d , en de Vriendt’smeesterlijk geschilderde
r aadzaal .
Een tegenhanger van deze aantrekkelijke verzameling vormt
de collectie van den Heer Marius Vlierboom, aan het W i ll e m s -
plein. Ook hier zijn de stukken niet velen in aantal, maar uit-
gezocht.
De verzameling bestaat uit ruim vijftig stukken, als ameu-
blement in verschillende kamers verdeeld. Reeds aanstonds vinden
wij in een benedenvertrek een en ander, dat onze aandacht
tre k t: een paar zoogenaamde /;Rauchbilder” , door den Düsseldorfer
Hünte op een bord boven de vlam eener kaars geteekend,
een’ schimmel van Verschuur, d r i e p a a r den y o or een’ wagen
van O. von Thoren, een’ fantasiekop van Gabriel Max, een
binnenhuis ( scha aks pe l e r s ) van Stroebel, een zeer schoon
landschap van van Borselen, k i p p e n van Jacques, — met in
zijn’ gewonen trant — en een k a t m e t t w e e h o n d j e s van
Henr. Ronner, bovendien een aantal kleine, keurige paneeltjes
van verschillende meesters, in twee groepen vereenigd.
De bovenzalen zijn gestoffeerd met kunstwerken van Springer
, S. L. Verveer en Santero, — stads- en dorpsgezigten, ——
drie stukjes van Bosboom, waaronder een meesterlijke Synago
ge een zee van Meijer, een s D O * * t r a n d bij o p k o m e n d e n
COLLECTIE VLIERBOOM. 249
s t o rm van Gudin, een s c h i p b r e u k van Schelfhout, die er
bovendien door drie zijner wi n t e r s is vertegenwoordigd. Een
»kapitaal doek van Flamm, — C a p r i , — behoort mede tot de
landschappen. Van Verboeckhoven en Veyrassat vinden wij vee
en paarden. Balcker Korff heeffc er vier van zijne eigenaardige.
tafereeltjes, waaronder een der weinigen van groote afmeting
die hij schilderde: de d o c h t e r van den held. Van H. F. C.
ten Kate is er een wa c h t k ame r ; van Bource de k l e i n e
s c h e e p s b o u w e r ; van Sadee twee k i n d e r s in h e t dui n.
Overigens treffen wij - onder de figuurstukken eenige uitstekende
werken van vreemde meesters aan, als van Rossi, Fichel, A. Gues:
Bo cc ac io n o v e l l e n v e r t e i l e n d , een vrouwenkop vanToul-
mouche, een fraaije Rome i n s c h e d ame van Bazzani, F a u s t
en Gr e t ch er i van Koller, een weelderig Egyptisch kopje van
Makowsky, een meesterlijk m e i s j e met k o r e n h a lme n van
Perrault, een s p i n s t e r van Raf. Sorbi, van opmerkelijke schoon-
heid en d e o n t v a n g s t van een' j o n g b r u i d s p a a r van
Innocenti, met tal van geestige beeldjes, door compositie en uit-
voering in alle opzigten een kunstjuweel, dat u in sterke ver-
zoeking zou brengen om te zondigen tegen het tiende gebod.
Aan de tegenovergestelde zijde der stad, in de sierlijke villa
aan den Bergweg, niet ver van de Schie, bewaart de Heer Fop
Srnit eene nog nieuwe, maar reeds belangrijke verzameling schil-
derstukken, waarvoor hij een nette en doelmatige kunstzaal heeft
laten bouwen. Ook dit kabinet is, evenals de anderen, vooral
aan f i g u u r s t u k k e n rijk en geeft ons, nevens de werken van
welbekende meesters, den arbeid van anderen, hier nog minder
bekenden, te genieten. In de eerste plaats treft ons het aangrij-
pende tafereel van Karel Ooms, de v e r b o d e n l e z i n g , — een
grijsaard en een meisje, in de kleeding der 16e eeuw, veront-
rust bij de lezing van den bijbel. — Van Bouguereau is er e e n
me i s j e aan een b e e k, van de Lobbe een fraaije d o o p in
III. 16