102 DB GRAFZEUKEli.
beitelen, die eens Iran overschot zou dekken, als het werd bij-
gezet in den grafkelder hunner slotkapel. Maar de invulling bleef
achterwege; welligt zijn zij elders begraven. Heer Dirk en Josina
van Drakenburg waren de ouders van Lysbeth van Zuylen, die
met Jan van der Does is gehuwd.
De andere zerk is veel eenvoudiger van bewerking en heeft
ook van den tqd veel meer geleden. Zij draagt een gevierendeeld
wapenschild, dat in de beide eerste kwartieren* drie zuilen ver-
toont, in het derde drie ruiten, in het vierde drie rozen. Daar
boven staat - in oude Duitsche, maar nog goed leesbare letters:
giMfe »» attttrn vm H»«
en daar boven een nagenoeg geheel uitgesleten jaartal, waarop
alleen nog
&Ü0 J * ° .
te onderscheiden is.
Welligt rust hier de oude onrustige burgemeester, die. het
slot had verloren, maar wiens overschot toch werd bijgezet in
de grafkapel van zijn geslacht, toen de zoen was gesloten en
zijn zoon in ’t bezit van het erfgoed was hersteld.
Wat van de kerk nog staat, is thans bij den kastelein der
herberg als wagenschuur en bergplaats van landbouwgereedschap-
• pen in gebruik. Onder den ruwen houten kap, die het pannendak
draagt, is het geraamte van de vroegere welfvormige plafonnering
nog grootendeels overgebleven. Het bestaat uit net bewerkte half-
ronde bogen, met banden van Gothisch profil voorzien, terwijl
hun kruispunt met een op gelijke wijze geprofileerde middenrib
met rosetten versierd is. Het kruisgewelf in den toren is in dezen
zelfden stijl met zorg bewerkt. Blijkens een half bolvormig hard-
steenen wijwatervat, bij een der ingangen ingemetseld, was de
kerk oorspronkelijk voor de K . C. eeredienst bestemd. Later werden
er de godsdienstoefeningen voor de Protestanten in gehouden
door den predikant van Kokkengen, onder wiens gemeente de
Haar behoorde. Maar reeds sedert 1703, toen het koor is inge-
stort, wordt er geen dienst meer gedaan. Een hoogst merkwaardig
altaar werd er nog in 1731 aangetroffen.
Wij hebben nu wel alles gezien wat het stille dorpje ons
te aanschouwen geeft, en als wij hebben vermeld dat sommigen
het houden voor het oüde F u m a r g a , waarvan Alfridus, de
negende bisschop van Utrecht, in 838 de inkomsten heeft toege-
staan aan graaf Rutgerus, ter vergoeding van eenige goederen,
door hem aan de kerk van Utrecht afgestaan, — als wij hebben
verhaald dat ook hier, gelijk elders in dezen omtrek, het buur-
regt .in zwang was en dat keizer Karel, in 1534, die van Kokkengen
vergunde met de Haer het schepenregt te gebruiken,
maar het oude gebruik reeds het volgende jaar werd hersteld,
totdat Heer Jan van Zuylen, in 1632, van de Staten van Utrecht
het schepenregt binnen zijne heerlijkheid ontving, — dan hebben
wij het weinige medegedeeld, wat van het bescheiden plaatsje
te zeggen schijnt. En met een afscheidsblik op den schoonen
bouwval kunnen wij naar ’t Station Harmelen terugkeeren.
AAN T E E KE K IN G EN.
De bezoeker yan de rinne van het hnis t e r H a a r vindt in de herberg
eene körte geschiedenis van het gebonw, waarvan hij inzage kan nemen,
om zieh vooraf eenigszins op de - hoogte te stellen. Dit voorbeeld verdient
navolging, maar de jnistheid der opgaven, daar verstrekt, laat. te wenschen
over. Het berigt is grootendeels overgenomen n itd en Te g e nw. S t a a t , met
de drukfont Renesse van Roermond (voor Moermond), maar het jaa rta l van de
verwoesting (1482) is daar ten onregte in 1486 veranderd. Ook vindt men
er,, dat Karel van Stembor omstreeks 1770 het slot nog heeft bewoond;