2 1 8 EERSTBEGINNENDEN e n VERGEVORDERDEN. '
Fransche methode onderwezen werd, gelijk in Belgie,- in Enge-
land, ten onzent in Groningen - en St. MicliielsgesteL
Het a fzi en is de hoofdzaak, en daarmede naauw verbonden
het s p r e k e n . Zie eens deze kleinen, — vrolijke kmders, die
zieh scharen om den onderwijzer. Hij spreekt een letter nit en
aller oog is op zijn mond, de fijngevoelige vingertop volgt de
trillingen van keel en tong. Nu trachten zij het na te doen;
enkelen gelukt het spoedig, allen werken met ijver en opgewekt-
heid. De geduldige leermeester verbetert onophoudelijk het ver-
keerde en laat niet af, eer het goed is. De kinders doen him
best; de een is vlugger dan de ander, onwillig is er niet een.
Wat vreugde als ’t hun is gelukt! Straks volgt een tweede lette
r, dan wordt een klein woord gevormd, en tegelijkertijd een
voorwerp of afbeelding aangewezen, met dien naam genoemd.
Wat zijn zij verblijd, als zij ze hebben leeren noemen ^ de een-
voudige, welbekende woorden: „man” , „hand” , „voet” ! Eli zie -
nu eens verder. Deze leerlingen zijn bezig met eene les over de
natuurlijke gesteldheid van ons vaderland. Juist en vlot geven
zij antwoorden op een aantal vragen, in ’t wilde gedaan, en zelfs
halsbrekende woorden als „beetwortelsuikerfabnek” en dergelijken
komen even goed over de lippen, als zij toonen, de zaak te be-
grijpen, waarover gehandeld wordt. Of als de Heer Hirsch een’
leerling op een twintig meter afstand plaatst, en hem vraagt,
wat gij verlangt, dan zien verscheidenen der meer gevorderden
het hem niettemin van de lippen af. Meent ge dressuur te
zien, een van buiten geleerd lesjeP Neem zelf de proef met
vragen. Zonder twijfel, meer dan een kind verstaat u , den
vreemde, niet terstond, gelijk natuurlijk de een gemakkelijker is
te volgen dan de ander, naarmate hij duidelijker of meer bin-
nensmonds spreekt. Men meende zelfe, dat het Engelsch, waarbij
de lippen zoo weinig worden bewogen, door doofstommen niet
■zou zijn aftezien. Toch bleek dit geenszins het geval; ook m
Engeland wordt de Duitsche methode met goed gevolg toege-
past. Al zeer spoedig verstaat het eenigszins gevorderde kinduwe
vragen. , / t ‘ls er mede, als met hetlezen van geschreven schnft,”
zegt de heer Hirsch. De ongeoefende kan alleen zeer duidelijk
schrift lezen. Aan de hand van velen moet men eèrst wat gewend
zijn, Maar de meer ge’oefende leest ook het siechte krabbelschrift.
Zoo zullen de doofstommen, die in de maatschappij zieh met
volkomen gemak bewegen, uit den aard der zaak niet overvloe-
dig zijn, al worden er gevonden, van wie men niet kan begrij-
pen, dat zij het gehoor missen. Maar tot zulk een hoogte, dat zij
bruikbare, gelukkige, goed ontwikkelde leden der zamenleving
zijn geworden, heeft de inrigting te Rotterdam er reeds velen
van haar driehonderd kweekelingen mögen breiigen.
De groote voorstander van de Duitsche methode, die haar
in ons vaderland heeft; leeren kennen en waardeeren, onder wiens
leiding reeds meer dan één onderwijzer werd gevormd, die haar
naar het buitenland overbragt, wiens voortreffelijke inrigting het
model van menig andere is geworden ; de ijverige en onvermoeide
leermeester, öpvoeder en vriend der aan hem toevertrouwde on-
gelukkigen, is de heer'D. Hirsch. Als onderwijzer in zijne ge-
boorteplaats Müntz in het Guliksche, werden hem in 1831 twee
doofstomme kinderen toevertrouwd. De begeerte, om hen te on-
derrigten gaf aanleiding, dat hij de middelen en wegen zocht,
om hen verstandelijk en geestelijk te ontwikkelen, en dat allengs
meer zijne eigenaardige gave öpenbaar werd, zoo zelfs, dat de
Pruisische regering hem op hare kosten naar de beroemde Doof-
stommenschool te Keulen tot verdere opleiding zond. Van hier
vestigde hij zieh te Aken en kwam in 1847 naar Rotterdam,
om de zorg voor een tweetal doofstommen op zieh te nemen en
tevens de methode, die hij had leeren lief hebben, naar Holland
over te brengen. Enk eie andere leerlingen ontvingen gelegenheid,
om tevens onderwijs te ontvangen. In 1853 konden vruchten
genoeg van dit onderwijs worden getoond, om door den krach-
tigen arbeid der HH. Molewater, Polano en Symons eene i n r i g t
i n g t o t on de rwi j s van - d o o f s t omme n n a a r de Du i t sche
me t h o d e in het leven te roepen. Een lokaaltje in de
Hoogstraat werd gehuurd, en de school werd met 21 leerlingen
geopend. Allengs klom het aantal, zoodat in April 1859 het
14*