de afstamming der Brederodes uit Teylingen in de Di e t s c h e W a r a n d e
deel 7. bl. 297. (de a f s t am m i n g d e r l a a t s t e He e r e n v a n B r e d e r o d e
e n z.) In dat stnk en in bet vervolg daarvan in het 8 ste deel, wordt de geschie-
denis bebandeld van de verbindtenis van Heer Reynoud van Brederode,
waarnit de voor eenige jaren nitgestorven B r e d e r o d e s v a n B o l swa e r d
gesproten zijn. Reeds in 1791 had de barön d’ Ivoy van Mijdrecht »de
beweerde gewettigde afstamming” dier Heeren ter sprake gebragt. Ho f d i jk
gaf in de V o o r n a am s t e k a s t e e l e n v a n N e d e r l a n d , die hij met van
Lennep u itgaf, de geschiedenis van bet geslacbt, ook nadat bet niet meer
op bet onde stamslot woonde. Later verrijkte hij de nitgebreide litteratnnr
over dit onderwerp met zijn belangrijk gescbrift: H e t k a s t e e l en de
e d e l e n v a n Br e d e r o d e . Dat hij ’t met warme liefde deed, verwondert
niemand, die den »Kennerner Minstrel” kent. P. Yoet vermeldde in zijn
O o r s p r o n c k , v o o r t g a n c k e n Da e d e n d e r D o o r l u c h t i g e He e r e n
v a n B. alles, wat tot lof der familie te zeggen was. Hetgeen bij omtrent
de Valkenbnrgscbe zaak zegt, is bepaald onjuist. Tronwens, Beatrix beet
in den regel ten onregte »eene erfdocbter” van Valkenbnrg, ook bij nieu-
wer en naanwkenriger scbrijvers.
De afbeeldingen van den platten grond en den op'stand van Brederode
in welstand, die deze aflevering versieren, dank ik grootendeels aan dawel-
willendbeid van Jbr. Victor de Stuers. De gescbiedenis onzer oude vader-
landscbe bonwknnst is dien wakkeren en kundigen geleerde reeds vrij wat
verpligt, en ’t zou te betreuren zijn, als de pogingen der met zooveel blijd-
scbap begroette Commissie van Rijksadviseurs niet de ondersteuning von-
den, die zij ruimschoots verdienen.
In het tweede deel van A l l a n ’s Ge s c b i e d e n i s en b e s c h r i j v i n g
v a n H a a r l em is omtrent de buitenplaatsen, in deze w a n d e l i n g ge-
noemd, menig bijzonderheid gegeven. Een afdruk der plaat, op bl. 10 be-
doeld, is bij dat werk gevoegd.
Eenige opmerkingen, omtrent de wandeling in den omtrek van Valken-
burg mij medegedeeld, vinden in de volgende afl. bare plaats. Alleen maak
ik opmerkzaam op de zinstorende drukfout op bl. 326, r. 8 v. b ., waar in
plaats van n i e t s , i e t s moet gelezen worden.