in te roepen, of voorwerpen, op de passars verkrijgbaar, aan te
koopen, maar geen wegen open hebben, om kostbaarheden te
verzamelen.” Eenigszins rijker zou zij zijn, wanneer niet in 1867
een aantal kisten met niet onbelangrijke bijdragen voor de Pa-
rijsche tentoonstelling, uit de Minabassa gezonden, onderweg waren
teloor gegaan, en zij zou armer zijn, als ’t den Heer Huysers,
oud assistent-resident van Saparoea, niet gelukt wäre, ettelijke
andere kisten met dezelfde bestemming, die jaren lang in ’s lands
pakbuizen te Batavia waren vergeten, op te sporen en te behouden.
De betrekkelijke eenvoudigheid der verzameling heeft intus-
schen haar eigenaardig voordeel. De voorwerpen, die er zijn,
dragen nu ook geheel en al het karakter der inlandsohe bevol-
king, met name der bevolking van afgelegen en weinig bekende
eilanden. Zij leeren kennen, wat daar gemist wordt en welke
bekwaamheden en gaven er worden gevonden. Zij wijzen op het-
geen er noodig is en op hetgeen er bij rijker ontwikkeling en
hooger beschaving mag worden verwacht. Zij kunnen den weg
leeren kennen tot praktische werkzaamheid, naar den aard, de
behoeften, de vatbaarheid der zeer verschillende volksstammen.
Zij kunnen hier den Europeaan leiden tot de kennis van den
inlander, opdat hij, hetzij als zendeling of niet ," hem opleide
tot kennis van zichzelven, van zijn’ grond, van de grondstoffen,
waarover hij beschikt, van de talenten, die hij bezit. Ook, als
zoodanig verdient de verzameling in het zendelinghuis de aan-
dacht van ieder, koopman, industrieel, of wat hij zijn möge, die
belang bij Indie heeft en belang in den inlander stelt, en heeft
zij in haar’ bescheiden eenvoud welligt meer waarde, dan menig
vrij wat schitterender museum, waarin de glans van goud en
edelgesteente de dingen des dagelijkschen levens van „den kleinen
man” doet voorbijzien.
De indeeling van den catalogus is niet e t h n o logi s ch maar
o e c o n omi s c h , „omdat het terrein, vanwaar de voorwerpen
komen, beperkt -is, omdat veel van wat voorhanden is , niet aan
een bepaalde streek is verbonden en omdat het vooral te doen
is, om verbetering, veredeling van de industrie onder bepaalde
volksstammen te helpen bevorderen.” De waarde van den catalogus
wordt verhoogd door de min of meer uitvoerige verkla-
ringen, bij verscheidene voorwerpen gevoegd, terwijl overal de
inlandsche benamingen er bij zijn 'opgenomen.
Is het voor de kennis van den-mensch van belang, te weten
hoe hij woout, hoe hij zieh kleedt en opsebikt, vv.-iamiede hij
zieh voedt, hoe hij zijn voedsel verkrijgt en bereidt, met welke
werktuigen hij zijn veld bebouwt, zijn benoodigdheden vervaar-
digt, over welke grondstoffen hij kan beschikken, wat hij ter
uitspanning heeft, — niet het minst, hoe het gelegen is met zijne
verstandelijke, zedelijke, godsdienstige ontwikkeling, de verzameling
in het Zendelinghuis levert tot die kennis een aantal zeer
te waardeeren bijdragen.
Ziehier eenige modellen van wo n i n g e n , met hare bijge-
bouwen, als paardenstal, rijstschuur en dergelijken. Wij merken
daarin het verschil op tusschen de huizen op Oost-Java, Ambon,
de Minahassa, maar ook het onderscheid tusschen de oude ver-
blijven der inlanders en de woningen van nieuwere constructie,
zooals zij thans meestal gebouwd worden. Ziehier k l e e d i n g -
s t u k k e n . Er zijn er hoogst primitief, als de t j i d a k o , een
gordel van geklopte boomschors, of de momo , een lap van schors,
wäarin een ga t, om er het hoofd door te steken, die voor en
achter neér hangt. Daar zijn e r, eenvoudig maar toch van voor-
uitgang getuigend, als dat kleed van grof katoen. Daar zijn e r ,
die van veel smaak en kunstvaardigheid bewijzen leveren, als
die fraaije en elegante muiltjes, op Ambon zeer gebruikelijk, of
dit nette schoeisel, in de Minahassa bewerkt en opgemaakt. Daar
staan houten klompen, waaraan men wel wat gewend mag zijn,
om ze niet te verliezen, en muilen, zooals de Santri’s ze dragen.
Hier is het werkpak en de zondagskleedij en de bruids- en
feesttooi, waaronder het model van het bruidsgewaad eener ge-
goede Ambonsche vrouw, met haar zeer eigenaardig hoofdsieraad.
Voorts zijn er badjoe’s en sarong’s, tot dagelijksch gebruik be-
stemd, — waarbij een zeer zeldzaam exemplaar, van de Oeliassers
afkomstig, dat welligt meer dan honderd jaar oud is — buikban