B ij w e g , dat er aan grenst. Even als de Hartekamp behoorde
het in de vorige eeuw aan eene regentenfamilie, — die van
Geerlings uit Haarlem. — Even als op het Manpad, bragt een
staatsman en dichter,:—- Jan Valkenaar, — er in ’t begin van
deze eeuw de laatste jaren van zijn werkzaam en afwisselend
leven door. Destijds was het huis te Bijweg een der vereeni-
gingspunten van geletterden uit den lande, en de gewezen prins-
gezinde balling Willem Bilderdijk genoot er herhaaldelijk de
gastvrijheid van den voormaligen uitgeweken patriot.
En een weinig verder, op den hoek van den weg naar d e n
Yo g e l e n z a n g , tegenover de B e n n e b r o e k s c h e l ä a n , waar
wij thans twee huizen onder eene lijst aanschouwen, —• ’t hu i s
t e n Ho e k en L i n d e n h o e v e , — daar lag tot voor weinig
jaren het wijd vermaarde logement d e G e l e e r d e Man. Met
Z ome r z o r g dong de Ge l e e r d e Man om den voorrang. Als
Zomerzorg zag het zijn’ roem verdwijnen en zijn’ naam zelfs
verloren gaan. Geen vlugge ruiters houden hun dampende rossen
meer op voor het plein, om een praatje te maken met
D u in , op de wijze als koning Willem II nooit had verzuimd
geen volgeladen rijtuigen lossen hier meer hun vracht van ge-
leerden of Studenten, die er komen feestvieren, met of zonder
het voorwendsel eener voorafgäande vergadering; — geen vro-
lijke groepjes zitten er meer onder de linden voor het huis; —
geen bruiloftsgasten vervullen meer de zalen met hun toasten
en liederen. ’t Is gedaan met d e n Ge l e e r d e n Ma n , en zelfs
het uithangbord, dat hem voorstelde, met de „leer” op de schou-
ders, is niet meer te vinden. En daarmede is een der eigen-
aardigheden van het oude Holland verdwenen. Die groote, deftige
, uitstekend ingerigte herbergen aan de straatwegen, in de
dorpen, behoorden bij het land en bij het volk. Zij namen een
zoo belangrijke plaats in in de herinneringen van het geslacht,
dat grijze hären begint te krijgen, gelijk zij in het leven der
voorgeslachten zulk een gewigtige rol speelden. En hun heen-
gaan laat een leegte in het landschap en in het volksleven, niet
aangevuld door de hotels en de restauraties in de steden, noch
d e n ie ü w e g e l e e e d e m a n . 359
door de tallooze cafe’s en bierhallen, die zelfs ten platten lande
verrijzen in hunne plaats.
Evenals Z ome r z o r g , verdween de Ge l e e r d e Ma n uit de
rij der vaderlandsche uitspanningsoorden. Maar evenals Kl e i n
Zome r z o r g de oude traditie trachtte levendig te houden, zoo
kwam ook een Ni e uwe Ge l e e r d e Man den ouden vervan-
gen. Deze plaatsvervanger ligt in de B e n n e b r o e k s c h e laan.
Geheei en al kan hij zijn’ beroemden voorganger niet vergoeden,
wat de ruimte, vooral wat de ligging betreff; maar de goede
verwachtingen, die zijn vermaarde naam opwekt-, beschaamt hij
toch in geenen deele , en zijn meer bescheiden Verdiensten zijn
in elk geval groot genoeg, om het drukke bezoek te verklären
en te regtvaardigen, dat hij in het schoone jaargetijde ontvangt.
De Bennebroeksche laan leidt ons naar het dorp; de Bennebroeksche
vaart, die, evenwijdig met de laan, in stilheid en
eenvoud voortloopt, zou ons, dwars door het dorp heen, naar
de ringvaart van den Haarlemmermeerpolder brengen. Maar wij
gaan zoover niet. Ditmaal brengen wij geen bezoek aan den
getemden waterwolf, die sinds eeuwen de bloeijende landstreek
onophoudelijk bedreigde, eer, in 1848, de zware ringdijk hem
aanvankelijk bedwong. Wij kunnen toch de plaats niet meer
aanwijzen in het op de wateren heroverd gebied, waar vermoe-
dehjk het oude nonnenklooster heeft gestaan, dat graaf Dirk II
ten behoeve van de nonnekens van Egmond heeft gesticht.
Tegen de strooptogten der rouwe Westfriezen kon hij haar in
haar nieuwe woonplaats in veiligheid stellen, terwijl hij de be-
scherming van St. Adalberts erfdeel aan kloeke mannenhanden
toevertrouwde; tegen ’t geweld der wateren was de vrome
stichting op den duur niet bestand. Blijkt Bennebroek een oude
plaats, in de 10e eeuw reeds bekend, er is niets ouds meer over-
gebleven. Als afzonderlijke heerlijkheid bestaat zij ook eerst
sedert 1656, toen zij van Heemstede werd ges cheiden en eerst