VI INHOTJD.
slot herbouwd. — Het huis verlaten. — De kapel. — De grafzerken. — De Haar
Zuilens. — Aanteekeningen.
DE NIEUWE SPOORWEGWERKEN TE ROTTERDAM.................................................Blz. 1 0 9 .
Een tijd van overgang. ~ Uit verwarring orde. — De spoorweg door de stad. — Verlies
en aanwinst. — De viaduct in de stad. — Station Mallegat. — Last en lust. —
Werken in en onder den grond. — De koningshaven. — De spoorwegbrag. — De
caisson gemaakt en vervoerd. — De pneumatische fundering. — De omgevallen pijler
geligt. — Wonderen van den nieuwen tijd. — Gezigt van de Maasbrug. — Havens-
gezigten. — Het beursplein. — Bij de halte. — De Hoogstraat. — De Binnen-Rotte.
— Een betwist gebied. — Het Station aan de Delftsche poort. — Wat het werk
heeft gekost.
E e n w a n d el in g door R otterdam........................................................... Blz. 133.
Overeenkomst en verschil van onze steden. — Eigenaardige type van Rotterdam. — De
drie hoofddeelen der stad. — De nieuwste uitbreiding. — Een afwisselende bevolking-
Rotterdam op verschillende dagen en uren. — De Maaskant, Rotterdam des morgens.
— Rotterdam ’s middags en ’s avonds. — De Oostkant. — Velerlei aanleiding.
— Het haringvliet in de 17de eenw. —— De koningsbrug. — Gelegenheden tot uit-
spanning. -— Archief en bibliotheek. — Rotterdam onder de kleine steden. — Een
treurige opruiming.. — Een veel omvattende arbeid. — De archiefkamers. — Docu-
menten van besturen. —- Stukken betreffende familien en finantien. — De bastille. —
Merkwaardige schedels. — Raadselachtige schijven. —■ Onzekere romeinsche oudheden. —
Oudheden uit de 15de eeuw. — Zaken van allerlei aard. — Het doorschoten wind-
vaantje. — Roterodamuni illustratum. — Belangrijke kaarten. — Posterij -zaken. —
Eraaije teekeningen. — Stadsgezigten en portretten. -— Historieprenten. — Volkswape- •
ning. — Vermakelijkheden. — Reizen en weldoen. — De Rotterdamsche historiebladen.
— Rotterdam op het eind der IBde eeuw. — Bulgerstein en Wena. — Bokels-
ambacht en Rubroek. — Opkomst der stad. — Vergrootingen. — De oude stadswal-
len. — Wereldlijke en kerkelijke gebouwen. — Een vrolijke stad. — Groote kampen.
Nieuwe vergrooting. —- Laatste uitbreiding. — Gesloopte poorten en torens. —
Nieuwe gebouwen. — Het geestesleven te Rotterdam. — De stedelijke bibliotheek. —
Een te kleine ruimte. — Bibliotheek-wetenschap. — Bronnen voor algemeene ge-
schiedenis. -— Afzonderlijke rijken. — Archiefwezen. — Staats- en gewestelijke bestu-
ren. — Mengelwerken en kronijken. Merkwaardigheden. — Munt-, geslacht- en
wapenkunde. — Schoolwezen en geneeskunde. — Godgeleerdheid en kunst. — Letter-
en taalkunde. — Andere bibliotheken. — De bibliotheek der Remonstrantsche ge-
meente. — Bibliotheek van het bataafsche genootschap. — Physisch kabinet. — Het
Leeskabinet. — Aankoop en geschenken. — Kunstgeschiedenis. — Muziek en letter-
kunde. — Kerk en school. — Godsdienst, wijsbegeerte, reizen. — Geschiedenis. —
Staats- en handelswetenschappen. — De kaart-catalogus. — Inrigtingen van onderwijs.—
Inrigting voor doofstommen. — Haar doel. — Haar school. — Haar methode. De
fransche en duitsche leerwijze. — Eerstbeginnenden en vergevorderden. — De heer
Hirsch. — Andere tooneelen. — Het oude Station. — Het spoortuintje. — Het ter.
rein der diergaarde. — Merkwaar dige dieren. — Belangrijke gebouwen. Een toover-
paleis. — De diergaarde en de wereldlijkheid. — Längs de Rotte. — De verzameling
in het zendelingshuis. — Haar eigen aardigheid. — Woningen en kleedingstukken.
Sieraad en huisraad. — Tuin- en akkerbouw. — Rijkdom van grond en zee. — Zege-
teekenen. — De ambachtschool. — Inrigtingen voor het volk. — Het museum vöör
✓ den Lrand. {&• Het museum na den brand. — Het tegenwoordig museum. — Nieuwe
aanwinst. — Teekeningen. — Bijzondere verzamelingen. — Cöllectie Ledeboer. —
Collectie van Griethuysen. J § Cöllectie de Kuyper. — Cöllectie Vlierboom. — Cöllectie
pop Smit. — Collectie van Stolle. — Collectie Heijermans. — Rotterdamsche kunst-
koopers. — Het laatste bezoek. — Het maritiem museum. — Scheepsmodellen. —
De bibliotheek. — Längs de kaden. — Laatste blik op de Maas. — Aanteekeningen.
N aar O v e r f l a k k e e e n G o e r e e ................................................................................. B lz . 2 6 5 .
Grond en geschiedenis. — Hoe men op het eiland komt. — Afvaart van Rotterdam.
Bij Delfshaven. Voor Schiedam. — Voor Vlaardingen. — Oude en nieuwe water-
wegen. — Het Spui. — De Beijerlanden. — Den Biersum. — De Korendijk. —- Op
het Haringvliet. — Haven en Middelhamis. — Voormalige toestand van het eiland. —-
Volksoverlevering. — Gedurige aanwas. — Wat zij niet bezoeken. — Hoe wij den
togt maken. — Rijtuigen en paarden. — De Overflakkeesche dorpen. — Raadhuis en
kerk. Kerk en toren. — Kerk te Sommelsdijk. — Verdwenen luister. — Oude gebouwen.
— Oude regtsbedeeling. — Verwarring. — Het landschap. — De boerderij.
' ' — De meekrap. — De meestoof. — Dirksland. — Dirksland’s geschiedenis. — Het
Portuin. — De Eendragts-polder. — Stellendam. — Een oud huis. — Oude en nieuwe
welvaart. — Vooruitgegaan, nog niet volmaakt. — Oude muren en poorten. — Goeree’s
archief. — De oude wereld. — Een oud versje. — Goeree’s verleden. — Kerk
en toren. — Het vuur van Goeree. — Naar Ouddorp. — Kerk en toren van Quddorp.
— ‘ De kerk van binnen. — Een liefelijk landschap. — Een wilde togt. — Duin en
polder. — Zeegezigten. — De meekrap. — Naar het Sas. — Aanteekeningen.
O v e r v e e n , B e n n e b r o e k , H e e m s t e d e .................................................................... Blz. 3 2 5 .
Herfst. — Lente. — De Zijlweg bij ’t beleg. — Levensteekenen. — Bollenteelt. —
Het bollenland des zomers. — Het bollenland in het voorjaar. — Pinancialia. — Ver-
vlogen grootheid en blijvende waarde. — Tetterode. -— Naar den Aardenhout. — Het
Brouwerskolkje. —■ Ballade en geschiedenis. — Poezy. — De Blinkert. — Kraantjelek. —
Elswoutshoek en Rolland. — De „andere hout’-. — Elswout. — Afwisseling. — Het
bosch aan den duinvoet. — Te weinig en te veel. — Trekvaart en Heerenweg. —
Berkenrode. —■ De Heerenweg voorheen en thans. — Het Manpad. — Het gedenk-
teeken. — Eene overwinning. — Een nederlaag. — Het graf van Rousseau. — Lin-
naeus op den Hartekamp. — De overplaats. — Wijlen de Geleerde Man. — De Nieuwe
Geleerde Man. — Bennebroek. — Meer-en-berg. — Groenendaal en Bosbeek. —
Naar ’t kasteel. — Het slot te Heemstede. — Heeren van Heemstede. — Adriaan
Pauw. — Graftombe en kerk. — Tusschen Heemstee en den hout. — Gesloopte en
gespaarde huitens. — Terugblik. — Aanteekeningen.
H et oude h u is in d e B rugstraat te M a a s t r ic h t ................................... B lz . 3 7 3 .
Vervallen grootheid. —- Onbekend verleden.
V e r b e t e r i n g e n EN BIJVOEGSELS.................. ............................................................. Blz. 3 7 5 .