ook dit is onjuist. De bronnen omtrent de geschiedehis van het kasteel vloeien
niet zeer ruim 5 zij zijn deels op bet provinciaal archiof van Utrecht, deels
op bet rijksarehief te zoeken. Het huis ter Haer »met den vrijthof” was,
altbans sints 1505, een leen van Y ianen, een achterleen van het Stiebt. De oude
leenregisters van Utrecht zijn grootendeels verloren gegaan, en ik vond, met
de vriendelijke bnlp van den Heer archivaris P. J . Yermeulen, niets anders
dan de aanteekening: »Boekel van der Haer bondt bet dagelijksch gerecht
van Spengen, thijns en tiende van die kerkhove met der gifte van de kerk
te Kokkengen, thijns en tiende van twee boven, die gelegen zijn aan de
andere zijde van Kokkengen; bet dagelijksch gerecht, thijns en tiende van
de twee hoeven ende Gestorp; die bofstad also sie gelegen is met 24 morgen
lands in bet kerspel van Woerden.” (Zonder ja a rta l, maar blijkbaaruit
het midden der 13de eeuw. S t i c b t s c b l e e n r e g i s t e r . ) Yolgens aantee-
keningen in een bandsebrift van 1740, afkomstig nit de bibliotheek van
den bnrgemeester Van Doelen, bernstende op de stadsbibliotheek, mij me-
degedeeld door den Heer Mr. S. Mnller F zn., stedelijk archivaris van Utrecht,
verstierf het bnis ter Haar omstreeks 1434 op Woüter van der Ha er, na
wiens dood, op Beloken Paschen 1440, met bet bnis beleend werd zijne
zuster Josina van der Haer, gehnwd met Dirk van Znylen. Deze werd 12
Maart 1451 met bet slot beleend. Hij was medepligtig aan het innemen van
de stad Yianen, door die van Utrecht in 1481. Die misdaad köstte hem zijn
leen. Volgens bet Sticbtscb leenregister blijkt, dat Walraven van Brederode,
Heer van Yianen, in 1497 met bet -burggraafschap van Utrecht en eenige
andere goederen, 0. a. met »bet bnis ter Haer en den Yrythof” werd beleend.
Tot 1782 loopen de beleeningen geregeld door. In het laatste jaar
werd Jhr. Frederik Hendrik van Wassenaar, Heer van St. Pancras, ten behoeve
van de Staten van Holland door die van Utrecht met het bnis beleend. Uit
een berigt van een ongenoemde, op bet prov. archief van Utrecht berus-
tend, ontleen ik , bebalve de mededeeling: »bet hnys ter Haer met 9 hoeven
verlyd 1585 Hicolaes van Snlen by vronwe Geertrnyt van Bronchorst ende
is anno 1569 den eedt vernieut aen d’Heer van Brederoden” , de niet zeer
dnidelijke opmerking: »wesend niet te min bet geslacbte van de Hair van
jonger broeder voortgekomen in Essen.” Josine wordt in dit berigt genoemd:
»erfdoebter van Gysbert van der Haer.”
Den 14äBn Maart 1505 ontving Steven van Znylen, Dirks zoon, bet kasteel
tem g , als leen van Yianen;'. — Het. bleef in bet gedacht der van Zuy-
lens tot den dood van Jhr. Johan van Znylen van der Haer, beer van Se-
vender, wiens wednwe, Geertrnyt van der Lennep, het als wednwengoed bebield.
Den 22stal Febr. 1634 werd beleend Jhr. Johan van Benesse, wiens oudoom
de laatste Heer was geweest.
Den 23 May 1665 beleent joffr< Gysberta Antonia van ßenesse door
doode van Jhr. Johan van ßenesse haer vader.
Den 14 Juny 1683 beleent Antonius van Stembor door opdraebte van
Lndolpb van Schuylenborch als gevolmachtigde etc.
Den 17 January 1696 beleent Johan Philip van Stembor, door doode
van Antony van Stembor zijn vader.
Den 4 December 1709 beleent Willem van Stembor door doode van Johan
Philip van Stembor zijn broeder.
Den 23 July 1736 verlyd Carel van Stembor door doode van Willem
van Stembor .zijn broeder.
Den 4 Mey 1761 verleyd joncker Antoni Martinus van Znylen van Nye-
veld door doode van Carel Stembor zijn 00m.
(Kegen hoeven landts mittet huys te r Haer, metten Vrythof, met-
ten gerechte, thyns en tienden. — XII po'nden goet gelts. .
Leenregister van Yianen Ho. 39 folio 47 verso. Bijksarchief.) U
Het uittreksel uit het leenregister van Vianen dank ik aan de welwil-
lendheid van den Heer L. Ph. C. van den B ergh, Bijksarchivaris, die mij ook
omtrent het huis en zijn geregtigheid nog het volgende mededeelde: »Toen in
1798 de bezitters van heerlijke regten verpligt werden daarvan aan de regering
opgave te doen, is van. wege den Heer van de Haer de volgende verklaring
gegeven: J . J. van Zuylen van Nyeveld, als gelaste van A. M. van Znylen
van Wickeyorsel, gewezen ambagtsheer van de ridderhofstad de Haar, in
welke relatie deselve gehad heeft de aanstelling van schont, gadermeesters,
schepenen, secretaris en bode, alsmede hoffende een thijns van de landen
aldaar gelegen, item het bewind van den Haer koornmölen met de erfpagt
van dien, mitsgaders voor syne considerable achterleenen.”
Op de gemeentelijke bibliotheek to Utrecht berusten ruim dertig afbeel-
dingen van het. slot in welstand en in rulne, die het vän verschillende
kanten te zien geven. Daaruit blijkt 0. a. het bestaan van een’ hoogen,
thans bijna geheel verdwenen, Vierkanten toren op het binnenplein, tegen
den voörgevel van het hoofdgebouw geplaatst. Ook is daar de afbeelding
bewaard van een merkwaardig altaar, in renaissance-stjjl, een »marmeren”
altaar, volgens het onderschilft, in 1728 en 1731 nog in het koor aanwezig.
De teekening- van 1728 geeft het als een graftombe midden in het'koor,
die van 1731 plaatst het tegen den Oostelijken muur. De altaartafel was
aan de voorzijde versierd met beeiden, een staand en een knielend op de
hoeken, een figuur met een’ hoed op een’ staf in het midden. Daar tusschen