eenige oogenblikken het levendig stadsgezigt afgebroken door de
nog hoogst onbehagelijke zijmuren der huizen, waartusschen de
viaduct zieh een’ doortogt heeft gebaand. Alleen de lange, enge,
doodsche Wi j n s t r a a t strekt zieh als een smalle. kloof beneden
ons uit. Menschen zien wij er niet veel, maar groote vaten en
sleeperswagens zijn er in grooten getale. Aan den wijnhandel is
de straat, ondanks haar’ naam, volstrekt niet uitsluitend noch
bi) voorkeur gewijd. Het best zou de naam K a n t o o r s t r a a t
haar tegeuwoordige bestemming uitdrukken. Spoedig hebben wij
een punt bereikt, waar het uitzigt weer ruim en levendig is.
Wij zijn bij de spoorweghalte in het midden der stad, althans
in het middelpunt van haar verkeer, in het hart, van waar voor
haar het leven naar de overige deelen meer of minder onmid-
dellijk nitgaat. Daar ligt de Be u r s inet haar’ eenvoudigen , ern-
stigen gevel, deftig en degelijk, met niet veel vertooning, maar
solide, gelijk het karakt.er van het volk dat haar stichtte, van
de haudelaren die er komen, van de handelszaken die er ge-
daan worden. Vau de weinige openbare gebouwen, die in Rotterdam
een eenigszins behoorlijk front hebben, is het beursge-
bouw een der besten. Het werd in 1736 voltooid, en de open
binnenruimte werd voor eenige jaren met een dak van ijzer en
glas bedekt, waardoor de eenheid van stijl wel geleden , maar
zonder twijfel de bruikbaarheid gewonnen heeft. Naast de Beurs
ligt een ruim plein met boomen beplant, en aan de achterzijde
daarvan verrijst het groote, hooge geboüw, dat voor p o s t - en
t e l e g r a a f k a n t o o r is ingerigt. Het postkantoor aan de Wi jn-
h a v e n moest voor den spoorweg plaats maken, en wij hebben
straks gewandeld over de plaats waar het stond. Een deel der
ß l a a k is voor het nieuwe plein gedempt en de zijgevel der
Beurs, vroeger uit het water opgetrokken, is er een wel wat al
te onaanzienlijke zijmuur door geworden. Ook de fraaije, breede
B e u r s - of Ko n i n g i n n e b r u g , met haar kloeke hardsteenen
borstweringen, die sints 1827 een sieraad van dit gedeelte der
stad was, is daardoor verdwenen. Nog geen halve eeuw had zij
haar diensten gedaan, toen haar bijna onsloopbaar metselwerk
weer werd afgebroken. Is het druk en levendig op het plein,
waar vrij wat wegen zamenkomen en rijtuigen en voetgangers
elkander in alle rigtingen kruisen, niet minder woelig is het
tooneel gestoffeerd, dat wij aan de andere zijde van den viaduct, aan
onze regterhand, overzien. Tal van vaartuigen in de haven, en
aan de overzijde van de breede kom de menschenstroom, die
längs den Mo s s e l t r a p en over de Span j ^ i a rd s b r üg stroomt,
terwijl de Ni e uwe h a v e n met haar schepen en haar dubbele
huizenreeks zieh daarachter uitstrekt. Ook voorbij de halte, die
door niets opmerkelijks O D z e aandacht tre k t, worden wij geboeid
door een dier prächtige stadsgezigten, waaraan Rotterdam zoo
rijk is. Over de hooge brug | | | die intussehen geen draaibrug
is, zooals de naam der Dr a a i s t e e g , waarheen zij leidt, zou
doen vermoeden, en zooals zij inderdaad vroeger ook is ge-
weest — zien wij over de O u d e h a v e n längs de S p a a n s c h e
en d eG e l d e r s c h e k a d e n tot in de Maas, en niet het minst
aantrekkelijk is dit schoone, ruime uitzigt vol äfwisseling en be-
weging. Wel is het waard, dat wij er den indruk van bewaren,
want het gedeelte der stad, waardoor onze hoog verheven weg
ons verder leidt, zal weer een ander karakter dragen. Wij be-
reiken spoedig de zoogenaamde Bi n n e n s t a d , waar wij de ruime,
vrolijke havens verliezen voor de meestal naauwe straten en de
smalle armoedige Stegen, waar wij geen schepen'meer zien en
geen groen van eerwaardige of nieuw geplante boomen, waar
de handel heeft plaats gemaakt. voor de neringen en de deftige
heerenhuizen door winkels worden vervangen. Maar het Wes t -
n i e uwl a n d , welks gevels zöo digt bij den viaduct oprijzen, dat
wij, als wij wat onbescheiden zijn, de bewoners der bovenver-
diepingen in hun doen en laten gemakkelijk kunnen bespieden,
behoort. nog tot de B u i te n s t a d , al bereidt het door zijn win-
kelhuizen den overgang tot het binnensdijks gelegen gedeelte.
En tot de buitenstad behoort ook de g r o o t e Ma r k t , waar
wij Erasmus op den rüg zien. en waaromheen nog een aantal
oude geveltjes zieh scharen, gelijk wij ze in Rotterdam niet veel-
vuldig aantreffen. Kalm en rü stig , als ’t niet op een’ marktdag