den een tijdlang de erfelijke veeten onderdrukt, die de Neder-
landsche gewesten sints lange jaren hadden geteisterd, en de bin-
nenlandsche twisten, die burgers tegen burgers zoo fei en zoo
bitter hadden verdeeld. In Utrecht werd bissohop David, de
Bourgondische bastaard, door zijn’ vader der bevolking opgedron-
g en , door zijn’ broeder op den bisschoppelijken zetel gehand-
haafd. Maar naauwelijks is hertog Karel gevallen, of het twist-
vuur barst in volle verwoedheid weer uit. De Hoekschen in
Holland steken het gebogen hoofd weer op, en als van ouds
vinden zij in Utrecht hun altijd strijdvaardige bondgenooten. De
gehate kerkvoogd wordt verdreven. Het onrustige Gelder vliegt
te wapen. Het bloed vloeit weer bij stroomen, plundering en
brandschatting brengt verderf over de dorpen. Vaste steden worden
verrast, sterke bürgten gaan in vlammen op. De aartsher-
tog van Oostenrijk, die de rijke erfgename der Bourgondiers als
bruid heeft gewonnen, heeft de handen vol om overal de op-
roerige onderzaten te bedwingen. Zijn stadhöuder, Joost van
Lalaing, roept den vierden man uit Holland op ter heirvaart.
De Julijmaand van het jaar 1482 vindt hem met zijn talrijk
leger, van bussen goed voorzien, tusschen Woerden en Utrecht.
Het slot te Harmelen, door Gijsbrecht van Zuylen bezet, wordt
stormenderhand genomen en verbrand. Nu geldt het ’t kasteel
ter Haer. De eigenaar van het huis, Heer Dirk van Zuylen,
burgemeester van Utrecht, is een der meest verbitterde tegen-
standers van den bisschop, een der geduchtste partijgangers van
den burggraaf van Montfoort. Hij heeft de bezetting van zijn
slot beloofd, hun, zoo mogelijk, te. hulp te komen. Een vuur
in den nacht zou het teeken zijn, dat hij tot ontzet nabij was.
De kogels beuken de sterke muren, en vergeefs zien de veertig
wapenknechten op den bürgt naar het gehoopte teeken uit. Den
16den Julij wordt het huis opgegeven. Een man bleef er dood;
de anderen worden gevangen, en de brand wordt in de slotge-
bouwen gestoken.
Terzelfder tijd werd ook het naburig huis t e r Mey ver-
woest. Het was met boiwerken versterkt en werd door ,/buurluijden”
bewaakt. Maar dezen durfden den aanval niet afwach-
ten en onderbandelden met den overwinnaar. Daar gaat op eens
een haakbus af en een Holländer wordt door den kogel gekwetst.
Nu roepen de ruiters „verraad” ; zij stormen het huis binnen,
slaan er drieentwintig man van de bezetting dood en verbranden
het kasteel. Toen trok de stadhöuder naar Hoorn.
Daar Heer Dirk van Zuylen zieh vergrepen had aan den
leenheer, van wien hij de heerlijkheid hield, verloor hij zijn leen,
en het huis werd op 'Walraven van Brederode verleid. In 1505
ontving zijn zoon Steven ’t als achterleen terug. Omstreeks 1535
werd het verwoeste slot door een’ anderen Dirk; van Zuylen
herbouwd. Naar ’t zieh gissen laat, werd het op de oude
grondslagen opgetrokken en behield het den vorm van een’ on-
regelmatigen vijfhoek, die van het eerste huis was overgebleven.
Van het muurwerk was ligt ook nog vrij wat bruikbaar, althans
de grootte der steenen schijnt op een’ vroegeren tijd, dan op
het begin der I6C eeuw, als op den tijd der stichting te wijzen.
Werd het wederom tot een sterk kasteel bestemd, zijn weerbaar-
heid werd niet bij vernieuwing op de proef gesteld. Maar dat kon
Heer Dirk niet voorzien, dat de oorlogsfakkel, die nog geen
twintig jaar geleden zoo fei had gebrand, vooreerst zou zijn uit-
gedoofd en er meer dan een halve eeuw van rust voor het Sticht
zou zijn aangebroken.
Door het huwelijk eener erfdochter ging de heerlijkheid de
Haer aan de Renesses van Moermont over, en van hen aan het
geslacht van Stemhor; maar in de laatste helft der 18e eeuw
kwam zij aan de Zuylens van Nyeveld, die de ruine nog bezitten.
Als de laatste bewoner wordt Karel van Stembor genoemd,
die althans nog' een gedeelte van het reeds grootendeels ver-
vallen gebouw in gebruik hield. Maar een dergelijke woning
vereischt groote kosten, om in goeden staat te worden gehou-
den. De daken en torenkappen eischten telkens dringender voor-
ziening. De groote kamers stonden ledig, de vermolmde ramen
woeijen in. Stuksgewijze werden de vloeren en bindten wegge-
broken, om er de hofsteden, onder het 1 landOg oed behoorende j