de hooge, middelbare en läge jurisdictie bez'aten, — zooals die
van Middelhamis , — hadden zij in elk geval maar met eenen
Heer te doen, al was het Puttensch regt niet hetzelfde, als dat
van Yoorne. Maar de hooge heerlijkheid van G r i j s o o r d be-
hoorde aan de PIH. Staten van Holland en West-Priesland, die
haar lieten uitoefenen door den baljuw van Yoorne, met een’ bij-
zonderen last, terwijl het laag en middelbaar regt over Oude en
Nieuwe Tonge door twee baljuwen van wege de Heeren van
Grijsoord werd bediend. Intusschen, een gedeelte van Nieuwe
Tonge lag in de heerlijkheid K l i n k e r l a n d , evenals een deel
van Me l i s s a n t en H e r k i n g ’en. Voor de ingezetenen dier
heerlijkheid werd de hooge vierschaar gespannen op den bürgt
van Oostvoorne; de middelbare jurisdictie. behoorde aan de
Heeren van Grijsoord; de läge aan de ambachtsheeren der verschallende
plaatsen. De mannen van Putten, die in de ambachtsheer-
lijkheden S t a d en Ad o l f s l a n d woonden, moesten voor hals-
misdaden te Geervliet te regt staan. Over den regtstoestand van
Sommelsdijk was men het in Zeeland en Holland niet eens, zoo
als wel meer ten tijde der Republiek het geval was. Het hooge
geregt was aan Zeeland verbleven, en werd uitgepefend door
b a l j uw en ’s g r a v e n ma n n e n van Ze e l a n d Be ö o s t e r
S c h e l d e , te ’s Gr a v e n s t e e n b i n n e n Z ie r i k s e e. Het
läge regtsgebied kwam den ambachtsheer toe. Maar omtrent de
middelbare jurisdictie was aanhoudend verschil; vooreerst , omdat
het Hollandsche regt veel meer daaronder bragt dan het Zeeuw-
sche; vooral, omdat, naar Zeeuwsche gewoonte, de middelbare
jurisdictie van zelf aan de hooge was verbönden, terwijl zij,
volgens de Hollandsche advocaten, en ook v.olgens Hollandsch
gebruik, daarvan zeer goed kon worden afgescheiden. Geen wonder,
dat zoowel omtrent den aard als omtrent de grenzen der
regten van de Heeren van Aerssen voortdurend allerlei netelige
twistvragen rezen en de ingezetenen der heerlijkheid menigmaal
niet wisten, waaraan zij zieh te houden hadden! Geen wonder
ook, dat het volk in 1795 met luiden juichtoon de vernietiging
der heerlijke regten begroette!; En heeft de hand van den keizer
zwaar op ons land gedrukt, zijn forsche greep heeft toch ook
een onnoemelijk getal van ingewortelde misbruiken en overoude
geschilpunten verpletterd, en zijn magtig genie heeft den regtstoestand
in uitnemende male verbeterd. De Bataafsche republiek
en het bestuur van koning Lodewijk behielden nog de oude
regtspleging. Maar in 1810 kwam de nieuwe tijd.
De dagen vah verdrukking voor Overflakkee gingen voorbij ,
maar het schoone eiland met zijn welvarende dorpen behield
het voorregt eener regtsbedeeling, die althans voor allen gelijk
en voor allen veel eenvoudiger was.
De landstreelc, die wij doorrijden , is , gelijk zieh laat verwachten
vlak en zonder veel afwisseling. De zware'dijken, so ms
met iepen beplanty maar meestal zonder houtgewas, de minder
hoöge en breede kaden, die de velden doorkruisen en begrenzen,
verhalen, hoe eertijds het water längs hun’ voet heeft ge-
golfd en hoe de stroom allengs werd teruggedrongen. De groote
dijk, than-s midden in het land in verheven ru st, heeft trouw zijn
dienst gedaan, als de vloed hoog ging en de stormwind gierdé;
de lagere dämmen beschermden bij gewonen waterstand het aan-
gewassen voorland, totdat een volgend geslacht ook de bekade
polders met de aangeslibde platen en gorzen weér met een’ sterken
muur omringde, die op zijn beurt moest pal staan in den strijd,
en aan wiens .voet weér nieuwe gronden zieh vormden, tot dat
ook zijn tijd der ruste was gekomen. Yeel woningen zien wij
aan den weg of in de velden niet. Niet weinig boeren wonen in
de dorpen, dikwijls op grooten afstand van hun land ,• en daar
tot een goede boerderij van 100 tot 150 geméten lands behoo-
ren, zijn de boerenhofsteden betrekkelijk dun ge¿¡aaid.
Die ■ wij voorbijlcomen geven in den regel den indruk van
welvaart. Al is er hier en daar een oud en min of meer ver-
vallen en verweloos huis, met ruig begroeid rieten d ak , de mees-
ten zijn goed onderhouden, en vinden wij er van zeer verschil