De bibliotheek, aan het zendelinghuis verbonden, is natuurlijk
vooral ingerigt ten behoeve van de opleiding der kweekelingen,
zoowel tot algemeene ontwikkeling als tot hun bijzondere be-
stemming. Tot haar behoort het belangrijk archief van het ge-
nootschap, waaruit het voor het algemeen wetenswaardige wordt
openbaar gemaakt in het günstig bekende en door velen hoog-
gewaardeerde tijdschrift: de Me d e d e e l i n g e n van we ge h e t
N. Z. G. waarvan de 21sto jaargang verschijnt.
Keeren wij längs de Rotte terug, dan merken wij welligt
aan onze regterhand aan het einde eener dwarsstraat een kloek
gebouw op, dat statig en stevig boven de omliggende nederige
woningen uitsteekt en een voorkomen heeft van meuwheid en
netheid, in deze buurt niet allen huizen eigen. In het jaar 1858
door het Nederl. Zendeling genootschap gesticht als kostschool
voor kinderen van Europeërs in Indie, mögt dit gebouw van
een’ zeer bevoegd beoordeelaar den lof verwerven, dat het uit-
stekend naar de eischen der gezondheidsleer was ingerigt » en
zijn stelsel van luchtverversching als model kon gelden ; maar
de omstandigheden bragten mede, dat het na weinige jaren eene
andere bestemming verkreeg. Ten behoeve d e rAmb a c h t s c h o o l
werd het aangekocht, en tegenwoordig vinden de knapen uit de
volksklasse er de gelegenheid, om zieh in het door hen gekozen
ambacht te bekwamen. Wenschen wij er een bezoek te brengen,
wij kunnen ér dan zien, hoe het onderwijs. in theorie en prak-
tijk er zamengaat en ons van de doelmatigheid der schoollokalen
en werkplaatsen overtuigen. Maar de Rotterdamsche ambacht-
school is niet zoo eigenaardig in hare soort, dat een bezoek
aldaar voor ons doel noodzakelijk moet worden geacht. Zoo is
het ook met de ruim voorziene v o l k s b i b l i o t h e e k , waardoor
het département van „het Nut” in het belang van het volk tracht
1 Dr. A. M. Ballot in de S e h a t d e r g eZö n d h e id , 1859.
werkzaam te zijn, gelijk het sints lange jaren door volksvoorle-
zingen en door de spaarbank der kleine burgerij in meer dan
een opzigt belangrijke diensten bewees. Wij vermelden derge-
lijke inrigtingen alleen ten bewijze, dat Rotterdam zieh niet on-
betuigd laat aan de duizenden en tienduizenden, die men „het
volk” pleegt te noemen. En als zoodanig mag ook het meuw
gebouwde k o s t h u i s met de daaraan verbonden volksleeskamer
met eere worden genoemd. Wij voegen er de sc hool v o or
h a v e l o o z e k i n d e r e n en de w e r k i n r i g t i n g v o or hulp-
b e h o e v e n d e b l i n d e n bij, als instellingen, om verwaarloozing
en verwildering van kinderen te voorkomen, om ongelukkigen
in de gelegenheid te stellen, een eerlijk stuk brood te verdienen.
Wij zouden de kostelooze scholen en de bewaarscholen van ver-
schillende besturen en vereenigingen kunnen bezigtigen, maar
een overzigt van hetgeen gedaan wordt tot bestrijding van den
geduchten vijand, wiens naam is p a u p e r i sme , zou ons veel
te ver voeren en, hoe belangrijk het onderwerp zijn möge, het
mag ons niet ophouden bij onze wandeling door Rotterdam,
waarbij ’t ons vooral te doen is, om hetgeen i'nwoner en vreem-
deling er voor oogen heeft, en bepaaldelijk, om hetgeen er op
het gebied van wetenschap en kunst is te vinden. Hebben wij
daartoe eenige bibliotheken doorwandeld, wij wenden ons nu tot
enkele k u n s t v e r z ame l i n g e n , om met een bezoek aan het
Ma r i t i em mu s e um onzen togt te besluiten.
In de eerste plaats zöeken wij het, ons thans reeds welbe-
kende, voormalig G eme e n e l a n d s h u i s van S c h i e l a n d op.
Ditmaal bestijgen wij den breeden trap , die den voorgevel versiert,
en door den hoofdingang onder het deftige, door vier
pilaren gedragen balkon treden wij de ruime vestibule binnen.
Hier vinden wij den toegang tot de zalen, waarin de stede-
l i jke k u n s t v e r z ame l i n g is tentoongesteld. Het gebouw is
algemeen bekend onder den naam van het Mu s e um Boyma ns .