de drijvende wolkjes, met de voortgezweepte wolkgevaarten
daar boven, de vlugge, sierlijke bewegingen van bet laveerend
beurtschip, van den hooggetuigden boeijer, de witte vlerken der
heen en weer zwervende meeuwen, niet zelden de hooggekuifde
golven, aanrollend over het meer en opspattend tegen den altijd
bedreigden wal, dat alles bad voor ben een onweerstaanbare be-
koorlijkheid. En werkelijk j al prijzen wij zonder bedenken de wijs-
heid, die tot de vernietiging van het geyaarlijke meer besloot,
en al bewonderen wij de volharding, waarmede het groote werk
werd volbragt, het eigenaardige der landstreek nabij Heemstede
heeft aanmerkelijk door de droogmaking van het meer geleden
en de onmetelijke vlakte, waar g o u d u i t s c h u im wordt gewonnen
, kan in schoonheid niet halen bij den grooten plas, waar
het zilveren schuim zelf op de gölven tintelde en waarop de
wolkschaduwen een’ onuitputtelijken rijkdom van kleuren en tin-
ten tooverden.
Aan Meer-en-berg grenst Gr o e n e n d a a l en Bos b e e k ,
of, van Bennebroek körnende, Bo s b e e k en G r o e n e n d a a l .
Thans is het eene plaats van groote uitgestrektheid, uit twee
voormalige buitenplaatsen gevormd.
Het huis van Groenendaal is sints lang gesloopt, maar op
Bosbeek Staat nog een aanzienlijk gebouw, met koepelvormig
vooruitspringend middelfront, der schoone bezitting van de rijke
Hope’s waardig. Hoog geroemd was het landgoed om zijn sta-
tige lanen, zijn prächtige waterwerken; merkwaardig was het
om de stoommachine, een der eersten in den lande, bestemd
om de vijvers, de kanalen,, de fonteinen van water te voorzien,
en in later jaren kwam het in grooten trek om zijn belve-
de r e , van waar de bezoeker een ruim en prächtig uitzigt ge-
noot over bosschen en duinen, over velden en wateren en op
een aantal kerktorens, van verre en nabij. Maar geruimen tijd
werd de plaats verwaarloosd, door de afwezigheid der eigenaars,
die in Engeland woonden. De sporen van verval kwamen overal
te zien; het hooge hout werd gekapt en niet behoorlijk door
nieuwen aanplant vervangen, tot dat in 1873 een nieuwe bezitter,
Jhr. J. B. v an Me r l e n , het fraaije goed weer ter be-
woning koos en het allengs zijn’ ouden rang hernemen doet.
De breede woudzoom, die oudtijds tussohen de duinen en
het Spaarne lag , verloor in de laatste jaren een aanmerkelijk deel
van zijn overvloedig houtgewas, en van de kostbare plantagien, die
de kunst er had aangelegd, is in den omtrek van Heemstede
weinig meer over. Wat eens de roem en de trots van het dorp
was, geeft nog maar in eenige fraaije brokstukken een denkbeeid
van zijn’ voormaligen luister. Naast de flinke, degelijke herberg,
— van wier voorplein wij zulk een aantrekkelijk gezigt genieten
op de oude, door tijd en storm geteisterde linden längs den
weg en op het bosch van Groenendaal, waarboven de b e 1 v e-
d e r e zoo hoog uitsteekt, naast de herberg vinden wij een’
langen muur , met eenige versierselen van gehouwen steen en
twee poortstijlen, die bij eene-thans digtgemetselde opening
zijn aangebragt. Die poort, in 1638 gebouwd, zooals een thans
verdwenen opschrift vermeldde, was in der tijd de deftige hoofd-
toegang tot het heerlijke s lot te Hee m s t e d e . Niet lang geleden
was daar nog altijd de weg naar de ruine, maar de prächtige
aanleg aan weerskanten van de läan was reeds lang door
weide en aardappelland vervangen. Aan het einde der gewezene
groote laan lag een poort, met hardsteenen wapens en beeidwerk
rijk en smaakvol versierd. Die voorpoort, waardoor men
het voorplein betrad, behoort ook reeds tot het verledene. Wij
kunnen thans ook dien ouden weg niet meer volgen; de toe-
gang aan deze zijde is afgesloten. Willen wij de ruine bezoe-
ken, dan moeten wij ons een’ omweg getroosten. Tusschen de
herberg en de kerk slaan wij een’ open- grindweg in, waar wij
het Witte huis van Me e r - e n - b o s c h — Jan Valkenaars woon-
plaats in 1806 — zien schitteren in het zonlicht, en weldra ver-
laten wij dien, om een voetpad tusschen zandige akkers te volgen
, tot dat een begroeide hoogte ons de piek doet kennen, waar
eens het hooge h u i s te H e ems t e d e gestaan heeft. Een drooge
gracht vervangt den helderen vijver, waarin tot het jaar 1810
de statige muren van het slot weerspiegelden en waarin de blanke