140 DE MAASKANT.
Rijnspoorstation, een reden van onrust en zenuwachtige gejaagd-
heid. Altijd weer schepen | die opdoemen! En inmiddels pakken
zieh menschen, rijtuigen, wagens, handkarren, aan beide einden
der brug opeen. Zij blijft altijd maar open! En de tijd vliegt
heen, de bezigheden dringen, de trein wacht niet! Eindelijk
wordt de brug gesloten, de hekken worden geopend, en nu
stroomt het in dubbele rij er over heen, de rij- en voertuigen
in het midden, en het „ v o e t g a n g e r s r e g t s ” mag wel goed ge-
handhaafd worden, wanneer zij elkander niet zullen verdringeü
op de opgehoogde looppaden aan wederzij.
Als Dinsdag de markt is afgeloopen, herhaalt zieh de optogt
der schepen, ditmaal als een e x o d u s , en weer is de Maas met
him zeilen bedekt, totdat zij bij een kromming der rivier uit
het oog verdwijnen.
Onwillekeurig zijn wij weer naar den, rivierkant afgedwaald,
en wie in Rotterdam gedurende eenigen tijd vertoeft, die zoekt
wel telkens en telkens weer den stroom met zijn frischheid en
levendigheid. Längs den wijden boog, dien hij vormt, strekken
zieh de lange kaden met de reeks van hooge huizen uit, en
nagenoeg van ieder punt längs den oever was de gansche beval-
lige lijn te volgen, eer de spoorwegbrug dit schoone geheel in
twee deelen heeft gesplitst. Laat zieh nu nog, onder de over-
spanning door, het grootste' gedeelte der kaden wel overzien, in
een eigenaardig grootsch lijstwerk gevat, als de zooveel lagere
Wi l l ems b r u g gereed zal zijn, moet het gezigt längs de rivier
oiivermijdelijk veel verliezen, en een gansch ander karakter zal
dit kwartier aannemen, wanneer eenmaäl de stad aan de overzijde
zal zijn uitgebreid. Dan wordt de Maas längs de Boo m p j e s
een groot dok, met huizen aan de overzij,.in plaats van de ledige
vlakte, waarop thans het oog nog stuit, in plaats van de statige
iepenlaan op den dijk in de verte, die er vroeger prijkte. De
vrolijke drukte van de scheepvaart zal zieh dan naar de K o n i n g s-
h a v en hebben verplaatst; de groote schepen en zeestoombooten
zullen voor het meerendeel in de nieuwe haven aan den overkant
lossen, en de beweging op de straat zal er aanmerkelijk
ROTTERDAM DES MORGENS. 141
verminderen. Maar thans is de breede rivier, die allengs meer
van haar stroomgebied door de stad zag innemen, maar niette-
min sints haar jeugd haar trouw heeft gevoedsterd, thans is nög
de fiere Maas de bronader van haar welvaart en leven.
Wisselt de beweging op de straten en in de havens op de
verschillende d a g e n min of meer af, ook de u r e n van den dag
hebben invloed op de stoffering der stadsgezigten. De vroege
morgen behoort aan den ambachtsman en den sjouwer, en onder
de voertuigen zijn de bakkerswagens en de tweewielige melk-
karretjes het rijkst vertegenwoordigd. In de binnenstad vooral
staan gansche reeksen van koperen en ijzeren ketels op theesto-
ven, waarin de water- en vuurvrouw de buurt van kokend water
en kolen voorziet. De voorwerpen van koper bereiken niet altijd
hunne bestemming op de voor- of achterbovenkamers der rijk-
bevolkte //panden.” Soms verdwalen zij op geheimzinnige wijze
in de winkeltjes van heelers en opkoopers. De groen- en melkmarkten
zijn overvol, en, des Dinsdags met name, is de B e e s t
e nma r k t voor den liefhebber van schoon vee belangrijk, hoewel
nagenoeg ontoegankelijk. Een weinig later drentelen de talrijke
naaimeisjes naar hun winkels, en de uitwonende bedienden naar
de respectieve magazijnen. Tegen negen uur is de stad vol van
de Spes Patriae. Dan openen de veelvuldige en veelsoortige in-
rigtingen van onderwijs hare deuren, en voor eenigen tijd is de
schooljeugd uit alle klassen der maatschappij het overheerschend
bestanddeel der straatbevolking. Deftige en ernstige kooplieden,
die zieh naar hunne kantoren spoeden, en ambtenaren, die hunne
bureaux opzoeken, volgen de zorgelooze jongelingschap. Dan komt
voor eenigen tijd betrekkelijk kalmte. De arbeidis in vollen gang,
maar een groot deel van den arbeid wordt binnenshuis volbragt.
Van equipages zijn het de rijtuigen van enkele handelaars, die
zieh naar ’t kantoor laten brengen, eenige afrijwagens en voorts
de dokterskoetsen en de vigelantes, waarin vreemdelingen en
reizigers rondtoeren.