RIJKE I.ANDGOEUEREN.
dien togt zou tegen de vermoeijenis en het tijdverlies niet op-
wegen. Alleen tusschen Heer en Aniby zouden wij wat bosch vin-
den, waarin zieh het kasteel Geusselt verschuilt, en bij het gebucht
Rothem zouden wij de bergreeks weer bereikt hebben, aan wier
voet de vriendelijke Geule slingert door het lachend dal. Daar
zouden wij ook den grooten weg van Maastricht op Meerssen
aantreffen.
Hebben wij van Gronsveld tot Wijk van den spoortrein ge-
bruik gemaakt en daardoor wat tijd gewonnen, wij kunnen onze
plaatsen tot Meerssen behouden. Voor een overzigt van het land-
schap is dat zelfs aan te bevelen, want de tamelijk hooge spoor-
wegdijk, die geruimen tijd evenwijdig met de lijn Maastricht -
Venlo loopt, vergunt ons aan weerskanten een ruimer uitzigt,
dan ons van den rijweg zou te beurt vallen. Onbekend is ons
de welige landsdouw niet, maar met genoegen zien wij haar rijke
afwisseling van heuvels en dalen, van velden en bosschen,
zieh nog eens voor ons ontrollen, terwijl het stoompaard ons
in snelle vaart er door heen voert. Of wij daardoor de gelegen-
heid verliezen, Vaeshartelt en de overige bezittingen van den
heer Petrus Ragout in bijzonderheden te bezigtigen, weten wij
niet, maar de eigenaar heeft gezorgd, dat landgenoot en vreemde
voldoende op de hoogte kunnen komen van al het fraais, dat
de kunst er heeft aangebragt. Een kostbaar uitgevoerd boek
bevat een groot aantal afbeeldingen in kleurendruk, van de ge-
bouwen, vijvers, fonteinen, beeiden en verdere sieraden der
uitgestrekte tuinen, en bovendien een paar portretten te voet
en te paard van den merkwaardigen industrieel, benevens gezig-
ten op de fabriek met haar onderhoorigheden, afbeeldingen van
aldaar vervaardigde voorwerpen, van ridderkruizen en medailles,
van een zeldzaam stuk zijde, den heer Regout door een Japan-
schen prins geschonken en door hem aan den Paus vereerd,
mitsgaders nog enkele andere curiositeiten meer. Kennen wij dat
prächtig uitgevoerde plaatwerk, dan zien wij misschien ook maar
liever uit de verte de witte lusthuizen, de heldere watervlakten,
de vonkelende fonteinen, de donkere boomgroepen, dan dat
MEERSSENS OUDHEID. 77
wij van nabij den wel wat overladen opschik zouden gadeslaan,
die ’t. ons welligt zou doen betreuren, dat de kunst, te midden
dezer rijke natuur, niet wat grootscher roeping heeft gehad ,
dan burgerjongens te voorschijn te brengen, die waterstralen
opspuiten uit een flesch, en groote kikvorschen, die een’ draak
besproeijen!
Aan het station Meerssen stijgen wij af. Wij vinden er vrij
wat hoog hout en ontvangen den indruk, dat het een welvarend
en vriendelijk dorp is. Tegen de helling van den berg gebouwd,
liggen de huizen längs stijgende en dalende wegen en op een’
kleinen heuvel rijst de hooge, statige kruiskerk.
Meerssen is eene zeer oude plaats. Reeds voor meer dan
duizend jaren wordt haar naam in de geschiedenis genoemd, en
destijds genoot zij een aanzien, waartoe zij in den loop dier
eeuwen niet weer is opgeklommen, al had een koning, door
wiens aderen het bloed van Charlemagne stroomde —■ koning
Willem II — in 1841 in haar nabijheid het aloude H a r t e ! t
aangekocht, in wiens naam tegenwoordig zoowel die van het
riddergoed zelf, als van zijn vroegere bezitters, de Heeren Vaes,
nog voortleeft. Ten jare 847 stond in Meerssen zelf een keizer-
lijk paleis, op de hoogte waar later de proostdij is gebouwd.
Overblijfsels van Fränkischen oorsprong zijn voor eertige jaren
in den tuin van dat aloude gesticht gevonden. — ’t Was
een bange tijd! Het groote rijk, door keizer Karel’s krach-
tige hand gevormd, bestuurd en in stand gehouden, was door
zijn’ zwakken zo'on en opvolger, Lodewijk den Vrome, als een
verdeeld en door inwendige twisten verscheurd gebied achter-
gelaten. Lodewijk’s zonen lieten in den strijd tegen elkander
het zwaard niet rüsten in de schede, en inmiddels plunderden
en verwoestten gansche scharen van Noordsche zeeroovers het
rampzalige land. Grieksche kapers overvielen Marseille, Arabie-
ren bezochten Rome zelf met brandstichting en moord. Toen