2 4 BLEEK ERIJEN.
heen en talrijke weteringen doorkruisen het ruime veld. Enkele
boerenkoeven en bleekerijen zijn er verspreid. Meer op den voor-
grond ligt een boerderij, die in haar waterwerk en geboomte nog
enkele sporen vertoont, dat hier vroeger een buitenplaats werd
gevonden. ’t Was dan ook weleer de hofstede Veen b e r g . Het
bosch van Ha r t e l u s t , voorbij de Bloemendaalsche kerk, dringt
als een voorpost in de vlakte. De groote kerk van Haarlem,
die alom in den omtrek te zien is, toont ook hier haar statig
dak met het kleine torentje gekroond. Niet altijd lag hier die
groote vallei, wier karakter nu zoo scherp van de aangrenzende
duinstreek is onderscheiden. Eens waren ’t ook hier zandige
heuvels en dalen, maar sints eeuwen werden zij afgezand en in
grasvelden veranderd. Wat zij van hun’ vroegeren toestand nog
overhielden, dat is de overvloed van zuiver water, die hier een
menigte van bleekerijen deed ontstaan, waarvan nog enkelen
over zijn en een welverdiende vermaardheid genieten, maar wier
getal toch aanmerkelijk is verminderd. ’t Waren oorspronkelijk
geen kleederbleekerijen, — geen „voddenbleeken” zooals ze met
hooghartige minachting werden genoemd. Zij waren ingerigt ten
behoeve der garens, die in Haarlem in de menigvuldige fabrie-
ken werden verwerkt. Meer dan een aanzienlijk buitenverblijf
was oorspronkelijk een bleek. J a g t lus t , Me e r e n b e r g , de
Ri jp en andere lustplaatsen zijn daaruit ontstaan. De eerste ga-
renbleek werd hier in 1577 aangelegd; tusschen de jaren 1660
en 1760 genoot deze tak van nijverheid den grootsten bloei;
thans vindt men er niet anders dan kleederbleekerijen meer.
Aan de Jan Gijzenvaart zijn er nog vier, evenveel längs den weg
tusschen Bloemendaal en. Overveen. Aan de Zandvaart, tusschen
Haarlem en Heemstede, zijn er meer overgebleven. Daar vindt
men er niet minder dan twintig.
Met het front naar den straatweg gekeerd, ligt op een kleine
hoogte het groote houten huis van Ae l b r e c h t s b e r g , dat tot
een historisch en nog altijd aanzienlijk landgoed behoort. Aelbrechtsberg
is de oude naam van Bloemendaal, en het ambacht
ontleende dien aan een grafelijk jagthuis, dat door Eloris II
NIETJW EN OUD AELBMSCHTSBERG. 25
omstreeks het jaar 1122 werd gesticht en naar den apostel van
Kennemerland, St Adelbert, w e r d genoemd. Latere graven Melden
er herhaaldelijk hun verblijf, zooals blijkt uit door hen uitgevaar-
digde en bezegelde stukken; maar ’t was fantasie of onkunde
van een’ zijner eigenaars, die daarom meende, dat hier eens het
Hof van Holland was gevestigd en een hardsteenen zerk in den
muur der toenmalige woning liet plaatsen met het opschrift:
H IC Q U O N D AM
HOI iLANDIAE
C U R IA .
Geen wonder dat de heerlijke landstreek, die voor het edele
weispel zoo rijke gelegenheid gaf, de oudere Hollandsche graven
uitlokte, hier vaak te vertoeven. En zelfs toen de prächtige
hofpaleizen te Haarlem en in de Haag voor de in magt zoozeer
toegenomen vorsten waardiger verblijfplaatsen aanboden, toen
graaf Floris V in het boschrijk duin het huis te Vogelenzang
tot een jagtslot had gebouwd, werd Aelbrechtsberg nog niet ver-
geten, want herhaaldelijk vinden wij de Henegouwsche graven
Willem III en Willem IV daar gehuisvest, de laatste zelfs met
zijn gravinne, weinig maanden voor zijn’ droevigen dood. Wij
hebben echter de plaats, waar het oude jagtslot stond, niet te
zoeken in den omtrek van het tegenwoordige huis. Aan den voet
der hooge duinen, die wij zooeven beklommen hebben, digt bij
den ouden Rijnsprankel, ligt een boerderij, die welligt onze
aandacht ontging en waaraan trouwens ook niets bijzonders is te
zien. Daar vond men nog in het midden der vorige eeuw een
gebouw, dat talrijke sporen van ouderdom droeg in zijn dikke
muren, zijn onregelmatig geplaatste vensters, zijn verweerde
trapgevels; half heerenhuizinge, half boerenwoning. Dat was het
overblijfsel van het oude huis Aelbrechtsberg, en in de nabijheid
was nog de St., Petronella’s kapel te zien, waarin ten behoeve
der bevolking van Aelbrechtsberg en Tetrode lange jaren dienst
werd gedaan. De tegenwoordige boerderij was vroeger het koets-
huis der latere buitenplaats, wier oude naam in dien van h e t