156 GELDECONOMIE. KARAKTER DER ENGELSCHEN IN CANADA.
Velen vertaten hun oude farms, om in de steden of in de Vereenigde Staten meer
gewm te verkrygen. De geld-econonomie dringt ook bij hen door en daarmede
komen andere begnppen. De regeering beeft getraeht door de hulp der Trapisten
een verbeterde methode der bewerking van den bodem in te voeren. De kern van
oudere „habitants bhjft conservatief, aaü den bodem gehecht, maar bij de iongere
in Ni™ streven naar de economische voordeelen, welke het stadsleven,
w illo Nieuw-Engeland, oplevert. De voorbeelden der Verdiensten van enkelen
werken aanstekelijk en er ontwaakt een onrustige drang bij de jongelieden om de
wereld m te gaan. Als deze geest doorwerkt, zal het echte ty p i s c h e h a b iC t s ”!
leven afshjten en opgaan m het moderne volksleven. ”
*
Wij hebben iets.. langer stilgestaan bij de Franschen in Canada, omdat zii zulk
bh h e f nvTdtISis hii^de F beV° 'kKng nitmakei'- Het “ ationaliteitsgevoel, dat men
gebleven. D , '
k a a n " ^ b £!nmg d X m T ' * * geW°rdeD’ beZieW d°°r het Ameri‘
Toch verschillen de oude Canadeezen in vele opzichten van de bewoners der
Vereenigde Staten en ook de toestanden verschillen zeer. De Engelschen in dit
gebied hebben meer hun Engelsch phlegma en conservatisme b ew a a r f “ emerkt
met Buffido “ siecht r l ” l M » “i Wl6 bijv' Toronto’ een echt met Buflalo, slechts enkele uren verder, over de grens gelegen, vergEenligieklts chvea lts tdada,t
bemerkt men ^ n W WB fM1 M - ^ d i g e l a l l t e ’ in Te X L n niete
kenmerkt Hier r.' t rustelooze busmess-hfe, dat vele Amerikaansehe steden zoo
kenmerkt Hier met zulke m t oog vallende reclames, daar de politie die niet
omvane0 doch00overiffe ll heme,hoof e kantoorgebouwen, indrukwekkend door hun
T o r h ft oog C S e n S mlSS 6’ 6611 gebouw schilderachtig en aangenaam
, E<;n merkwaardig verschil met den toestand in de Vereenigde Staten is dat
handenarbeid hier veel goedkooper is; men bemerkt dat aan de goedkoopere hotel-
pnjzen, welke mmstens een dollar verschillen van die over de grenzen
De Torontijnen en men kan zeggen alle Engelsche Canadeezen,’ ziin trotsch
X r k ZU1,V6r Kngel&iihe | afttamming, doch riaarnaast bezitten I J een zeer
sterk gevoel van onafhankelijkheid. Zij beschouwen hun verhouding tot het
moederland meer als die van vriendschap tusschen den zwakkeren en jongeren tot
verbonden rijn 6 ^ waarmede ziJ door gelijkheid van taal enJafstamming
Porfa GouJ e™eJlr “ O®1 cle goede betrekkingen onderhouden en op de hoogte der
b eineft^po6 “ blljven, maar bezit niet de minste werkelijke macht. Canada
behoeft geen manne te onderhouden en voelt zieh veilig onder de beschermende
slechts^ t^Hai^fflt tf “ 5 I r s.oIdaten beboeft dat gelukkige land niet te onderhouden,
slechts te Halifax bevindt zieh een Engelsch regiment, en een weinig politie is
het fe irh eneten d aT h 1? S ° ° f el,Üke steden de rust te bewaren. Wonderbaariijk mag
hM , * ultgestrekte njk, gelegen tusschen den Grooten Oceaan en
a aonÄ f 1 dJa t grooter oppervlakte heeft dan geheel Europa, door een
S n z ien I t n ™ bereden Polltle beheerscht wordt, die bij de bevolking in hoog
„0£P h6t f b‘ed 11 materieel® <=ultuur is Canada in vele opzichten goed vooruit
pn het f daarvoor beeft. de Staat veel verricht. Groote kanalen zijn aangelegd
In 1860 had°rw S 1S’ ln ,v e (?mg tot de bevolking, aanzienlijk ontwikkeld.
ln l»yu had het spoorwegnet een lengte van 22,537 K.M., of 4,6 K.M per 1000
lO O o T w o n S m 1890 DOg Sl6ChtS ° ’57 ICM- sP00rwegIengte per
De ontwikkeling van het spoorwegnet in Canada leeren ons de ciifers op de volgende
pagina, aangevende het aantal K.M. spoorweglengte in verschillende jaren Daarbii
voegen wij de spoorweglengte in de verschillende deelen van dit gebied.
ONTWIKKELING VAN HET SPOORWEGNET. 157
Jaar. K.M. Staten. K.M.
1845 95 Ontario 10 083
1855 1376 Quebec 4866
1867 (jaar der confederatie). 3 633 Nieuw-Brunswijk 2 446
1875 7 765 N ieu w-Schotland ' 1327
1885 16 230 Manitoba 2366
1895 25 980 Territorien 2 881
Britsch-Columbie 1 287
Canada is hoofdzakelijk een land van landbouw en veeteelt en vindt daarin de bron
voor de welvaart der toekomst. Groote, vrij vruchtbare vlakten, welke schraal
bewoond zijn, liggen nog braak. Wel is de natuur des lands voor een groot gedeelte
van dien aard, dat er zieh nooit een belangrijke bevolking zal kunnen vëstigen, maar
goed cultuurland is er nog in overvloed beschikbaar. De veeteelt gaat er naast den
landbouw reeds goed vooruit, vooral de melkerij.
De industrie in Canada is nog jong en heeft zieh eerst sedert een menschenleeftijd
ontwikkeld, zeker mede door de beschermende rechten, die de concurrence van
elders tegengaan.
LITTERA.TUUR OVER CANADA.
Statistical Yearbook of Canada. Ottawa.
Appleton. Handbook to the United States of Canada. London, 1879.
Ch. G a illy de Tadrines. La Nation Canadienne. Paris, 1894.
Parkie. The Great Dominion Lands. Studies of Canada. London, 1895.
K. Baedeker. The Dominion of Canada with New-Foundland. Handbook for
Travellers. Leipzig, 1894.
G. Smith. Canada and the Canadian Question. London, 1891.
J. G. B ourinot. Manuel of the Constitutional History of Canada. Montreal, 1888.
y „ Canada. In „The Story of the Nations.” London, 1897.
W. Kingsford. History of Canada. London, 1887—’96.
W. F ream. Agricultural Canada. Ottawa, 1889.
Lemcke. Canada, das Land und seine Leute. Leipzig, 1887.
F. Gerbié. Le Canada et Pémigration française. Paris, 1885.
G re sw e ll. Geography of the Dominion of Canada. Oxford, 1891.
Munro. The constitution of Canada. London, 1889.
E. W. W a t k in . Canada and the States, recollections 1851—1886. London, 1887.
Dr . Karl A n d r e e . Nord-Amerika, in geographischen und geschichtlichen Umrissen, 1851.