andér land. Eerst het' huis, geheel modern ingerieht; daaromheen de tuin en het
park met een grooten vijver, gevormd door een, de geheele estancia doorstroomend
riviertje; dan hier en daar koetshuizen, stallen, bergplaatsen en hooibergen ; vervol-
gens een boomgaard van appejen, peren, kersen, vijgen, citroenen, moerbeziën, druiven,
abrikozen en perziken; eindelijk het groote bosch, waarin allerlei houtsoorten voor-
komen —y beuken, eiken, wilgen, dennen, pabnen — al speelt de in Argentinië zoo
goèd gedijende Eucalyptus er ook de hoofdrol. Wat het meest opvalt,” zegt genoemde
sehrijver, na een bezoek aan dergelijke boerderijen, verder, „dat zijn de kudden,
prächtige dieren, die wij overal op het een vijfduizend hectaren groote landgoed'
aantreffen. De beste rassen zijn hier door verscheidene honderden der fijnste exem-
plaren vertegenwoordigd. Onder de schapen nemen de Merinos en Lincolns de voor-
naamste plaats in, onder de runderen de Durhams en Herefords en onder de paarden
zien wij o. a. vertegenwoordigers van het Arabische ras, het Clydesdale en Trakehnen.
Voorts werd onze aandacht nog bijzonder gevestigd op het inlandsche vee, door
kruising zoo veredeld, dat wij het nauwelijks herkennen als de afstammelingen van
de dieren, die eeuwen lang in half wilden staat, geheel aan zichzelf overgelaten, op
de onafzienbare weidevlakten rondliepen en ontaardden. Inderdaad, zulk eene estancia
toont aan, wat er uit de pämpa en uit het pampa-vee te maken is, indien met vol-
harding en overleg gewerkt wordt. En gelukkig voor Argentinië, dat het aantal
estancieros hoe langer zoo meer toeneemt, die inzien, dat het op den duurvoordee-
ligör is hun bedrijf naar den eisch uit te oefenen dan, volgens de ouderwetsche
methode, alles, zoowel vee als land, geheel aan moeder natuur over te laten. De
moderne estancieros zijn echter toch nog in de minderheid; de meeste veehouders
handelen gelijk hunne vaderen deden, leggen zieh.nog slechts in geringe mate op de
veredeling der kudden toe en eenigen hebben het zelfs nog niet eens zoo ver gebracht,
dat zij over melk en boter op hunne estancias beschikken; zij: laten de melk een-
voudig door de kalveren opdrinken. Natuurlijk niet aan de ouderwetsche, maar
alleen aan de veehouders der nieuwere richting is het te danken, dat telkens nieuwe
produeten der veeteelt hier tot uitvoer komen en men reeds sedert een paar jaren
te Londen ook Argentijnsche boter eet.
* *
: *
De gewesten aan de La Plata werden door den Spanjaard Diaz de Solis ontdekt,
die evenwel deze ontdekking met zijn leven moest—boeten, daar hij in 1515 door de
Indianen werd vermoord. In 1530 stevende Sebastiaan Cabot de La Plata op en
stichtte er het fort Espiritu Santo, dat later door de inboorlingen werd verwoest.
Doch in 1535 werd Pedro de Mendoza door Spanje als gouverneur naar dat land
gezonden, waar hij den grondslag legde van Buenos-Ayres. Wel werd die plaäts
door de inboorlingen weder verwoest, doch in 1580 werd zij herbouwd. Groote
belangstelling toonden de Spanjaarden niet in dit land, dat geen edele metalen
oplevérde, maar toch werden de landen aan de La Plata na 1777 tot een onder-
koninkrijk van de Rio de La Plata vereenigd.
Zonder groote gebeurtenissen ging de geschiedenis ' van Argentina tot het begin
dezer eeuw vöorbij. In den tijd der Fransche oorlogen namen de Engelschen Buenos-
Ayres in, doch het aanbod aan de inboorlingen, om door de hulp der Engelschen de onafhankelijkheid
te verwerven, als zij dezen bijstonden, werd van de hand gewezen. Nog
waren deze gewesten aan Spanje gehecht. Toen echter Jozef Bonaparte den Spaanschen
troon besteeg, weigerden zij dezen vorst te erkennen. In dien tijd kwam ook de '
zucht naar onafhankelijkheid op bij de bevolking (1810) en na veel onlusten en
önzekerheid, na de afwisselende heerschappij van partijleiders en legeraanvoerders,
die somtijds despotisch het bewind voerden, werden eindelijk in 1816 door het
Congres te Tucuman de Vereenigde Staten van de Rio de la Plata onafhankelijk
verklaard en den 3™ September 1817 werd een voorloopige grondwet afgekondigd.
Een volgend Congres in April 1819 gaf een constitutie, op de leest der Noord-
Ämerikaansche geschoeid.
De onafhankelijkheid heeft jaren lang weinig zegen gebracht aan het land.
Partijschappen verseheurden de orde en hielden elke ontwikkeling tegen; allerlei
bewindvoerders wisselden elkander af. Eigenlijk kan men zeggen, dat Argentina
eerst sedert de regeering van Sarmientos een beschaafäe Staat werd, hoewel ook na
dien tijd nog de rust door burgeroorlogen verstoord werd en zelfs een Staats-
bankroet dreigde.
De constitutie van Argentina, dagteekenend van Mei 1853, is gewijzigd in 1860.
Zij is in hoofdtrekken dezelfde als die van de Vereenigde Staten van Noord-Amerika.
Aan het hoofd der regeering Staat ;een President. De Staat wordt gevormd door 14
provincies en 9 territorien, die tot een vertegenwoordigende Bonds-republiek vereenigd
zijn. Elke provincie heeft haar eigen locaal bestuur en grondwet. De Roomsch-
Katholieke godsdienst is staatsgodsdienst, doch andere godsdiensten zijn vrij. Het
lager onderwijs is een onderwerp van staatszorg en verplichtend voor kinderen van
6—14. jaar. Het onderwijs schijnt zieh goed te ontwikkelen. Buenos-Ayres en
Cordoba hebben universiteiten.
LITTERATUUR,
Annuario de la dirección de Estadística. Buenos Ayres. Jaarlijks.
Estadística general del comercio exterieur de la República Argentina. Buenos Aires.
Jaarlijks.- •
Handbook Of the Argentine Republic. Bulletin No. 67 of the Bureau of the American
Republics.: Washington, 1892.
M u l l h a l l . Handbook to the River Plate. London, 1893.
R. d’A u r ig n a c . Trois ans Chez les Argentins. Paris, 1890.
O. E. Akers. Argentine, Patagonian, and Chilian Sketches. London, 1893.
P. A. T u r n e r . Argentina and the Argentines. London, 1892.
L ehma n n . Die Rechtsverhältnisse der Fremden in Argentinien. Hamburg, 1890.
L atma. l’Agriciilture et l’élevage dans la République Argentine. Paris, 1889.
Da ir ea u x . La vie et les moeurs à La Plata. Paris, 1887.
B u rm e is t e r . Physisehe* Beschreibung der Argentinischen Republik. 1876.