212 VOLKSTELLINGEN. IMMIGRATIE.
In de eerste plaats een algemeen overzicht :
Jaren der
volkstelling.
1850
1860
1870
1880
1890
Totale bevolking. In het buitenland
geboren.
23191 876 2 244 602
31 443 321 4138 697
38558 371 5567 229
50 155 783 6 679 943
62 622 250 9 249 547
Procent van de
totaalbevolking.
9,68
13,16
14,44
13,32
14,77
Den grootsten sprong zieri wij in de toeüeming van het pCt. der vreemdeline-en
tusschen 1850—1860. Sedert 1860 is het element der in het buitenland geborenen
percentsgewijze niet sterk toegenomen, van 1870—1880 was er zelfs een achteruitgang
te constateeren Toch is dit aantal nog altijd zeer aanzienlijk en nam het
geregeld toe, zoodat het tusschen 1880—1890 met 2,5 mill. vermeerderde, zelfs nog
meer dan van 1850—1860. Daar evenwel de hevolking der in de Republiek geborenen
eveneens sterk toenam, moest het pCt. der in het buitenland geborenen wel een
kleine vermeer dermg geven.
De volgende tabel leert ons de landen van herkomst der vreemdelingen kennen en
is van groot belang voor het inzicht in de Volkselementen van de Unie. Wel o-eeft
deze tabel met aan, tot welke nationaliteiten die bevolking behoort, zoodat Polen
u it Rusland bij Rusland worden genoemd, Bohemers als een geheel gerekend worden
enz., maar van dit verschil moeten wij afzien. ® ’
Landen van herkomst. 1890. 1880. 1870. 1860. 1850.
980 938 717157 493 464 249 970 147 711
77 853 68 399 42435 27466 5 006 13 317 4 566 3565 3 263 1543 23 256 16 401 11 570 7 353 5 772 1 871 509 1854571 1 855 827- 1 611 304 961 719 909 092 664 160 555 046 433494 278 675 242 231 170136 140 835 108 518 70 550 100 079 83 302 74 533 45 763 29 868 2 784 894 1 966 742 1 690533 1 276 075 583 774 123 271 38 663 30508 25 061 946 81828 58 090 46 802 28 281 9 848 22 639 15 535 12 553 9 072 1313 104 069 88621 75153 53 327 13 358 322 665 181 729 114 246 43 995 12 678 478 041 194 337 97 332 18 625 3 559 132 543 64196 30107 9 962 1 838 182644 35 722 4 644 3160 1 414
62435 11 526 3 737
118106 85 361 40 289
147 440 48 557 14436 7 298
113174 106 971 116 402 ' 109 870 54 069 182 580 44 230 17157 10518 3 645
6185 5121 3 764 4 214 3113
15 996 8138 4542 4116 1 274 106 688 104468 63 042 35 565 758
54 385 I 43 244 24 707 12397 43 860
9 249 547 J 6 679 943 5 567 229 4138 697 2 244 602
Britsch Noord-Amerika
M e x ic o ,.....................
Zuid-Amerika . . .
West-Indie . . . .
Ierland . . . . .
Engeland.....................
Schotland.....................
Wa le s...........................
Duitschland . . .
O o s te n r ijk .....................
N e d e r la n d .....................
Belgie. . . . . , .
Zwitserland.....................
Noorwegen .....................
Z w e d e n ..........................
Denemarken.....................
Rusland . . . . . .
Hongarije. . .
Bohemen..........................
Polen. . . . . . .
Frankrijk..........................
Italie . . . . . . .
Spanje. . . . . . .
P o rtu g a l..........................
C h in a ................................
Andere lan d en . . . .
Totaal . .
Volgens deze getallen vermeerderde de in het buitenland geboren bevolking van
1850—1860 met 84,38 pCt. van 1860—70 met 34,52 pCt. van 1870—80 met 19,99 pCt.
en van 1880—90 met 38,45 pCt.
Doch hoe verhoudt zieh de immigratie in Amerika tot de verschiilende staten van
emigratie? Ook hierover geven wij de resultaten der volkstellingen. De volgende tabel
vermeldt in pCt. de toeneming der immigranten uit die landen, welke het hoofd-
contingent daarvoor leveren.
Landen van herkomst. 1880—1890. 1870—80. 1860—70. 1850—60.
Britsch Noord-Amerika . . 36,78 45,33 97,41 69,23
Ierland . ................................ 0,91 0,07 15,18 67,54
• Engeland..................................... 36,88 19,66 28,04 55,56
S c h o tl a n d ............................... 42,37 20,81 29,78 53,82
Duitschland................................ 41.60 16,34 32,48 118,59
Noor w eg en ............................... 77 59,07 159,68 247,02
Zweden ..................................... 145,99 99,66 422,59 423,32
Rusland . . , .......................... 411,29 669,21 46,96 123,48
H o n g a r ije ............................... 441,69 208,03 ■ — - — . ■
Bohemen..................................... 38,36 111,87 ; ; ^ j 1 —
P o le n .......................................... 203,06 236,36 97,81 - —
Italie . ' .■ .■ . . » ,. . . 157,80 63,12 188,56
C h in a......................................... 2,13 65,71 77,26 4591,95
Opmerkelijk is in deze statistiek vooral de snelle vermindering van het aantal
Iersche immigranten na 1860, die van 1870—80 zelfs niet in staat waren, het aantal
door den dood verlorenen te dekken, zoodat een afneming der Ieren werd geeonsta-
teerd. Doch daar tegenover staat een snelle toeneming van het Duitsche element
in denzelfden tijd van 16 pCt. in 1870—80 tot 41 pCt. in 1880—90. Bij de laatste
volkstelling was het aantal Duitschers het grootst van de vreemdelingen in de
Yereenigde Staten (2,7 mill.) en daarop volgde dat der Ieren (1,8 mill.). Evenals
bij de Duitschers is ook de toeneming geweest bij de Engelschen en Schotten. Be-
trekkelijk veel aanzienlijker was de toeneming der emigranten uit Skandinavie,
hoewel hun absoluut aantal niet zoo aanzienlijk is, een gevolg ook van de kleinere
nationaliteit.
Als men de samentelling der in het buitenland geboren bewoners van de jaren
1850 en 1890 naast elkander plaatst, verkrijgt men de volgende cijfers inprocenten:
Landen van herkomst. 1850. 1890.
Britsch Noord-Amerika .......................................... 6,58 10,61
I e r l a n d .................................................................... 42,85 20,23
Engeland en W a l e s ............................................... 13,75 10,91
Schotland. ............................................................... 3,14 2,62
Duitschland ............................................................... 26,01 30,11
Skandinavie............................... ..... . . . 0,80 10,09
Andere landen .......................................................... 6,87 15,43
Onder elke honderd in den vreemde geborenen vond men aldus in 1850: 43 Ieren,
26 Duitschers, 13 uit Engeland en Wales enz., doch nog niet een Skandinavier. In
1890 vond men onder elke honderd in den vreemde geborenen 20 Ieren (dus veel
verminderd), 30 Duitschers (van 26 tot 30 vermeerderd), 10 Skandinaviers (met bijna
10 pCt. vermeerderd).
Wij laten op de volgende pagina nog een totaal overzicht volgen van het aantal immigranten,
door verschiilende landen van Europa van 1821—1897 aan Amerika geleverd.