In Amerika heeft men een klasse van lieden, die van de politiek een beroep
ma,ken, eefj soort van ambacht, dat men drijft om de voordeelen. Men noemt deze
lieden „politicians . Men spreekt niet van „politicians” maar van „the politicians”,
omdat dit woord een afzonderlijke klasse aanduidt. In deze klasse worden de
leerjaren doorgebraeht met het verrichten van verkiezingswerk, waartoe vele krachten
noodig zijn. En werkelijk is het belang bij de verkiezingen hier groot. Want bii
de benoemrag van lemand tot candidaat eener partij, verwerven diegenen, welke
voor hem werken, aanspraken op openbare betrekkingen of op andere voordeelen,
welke door bemiddelmg van den candidaat verschaft kunnen worden. In de laagste
rangen der politicians vindt men een schaar van allerlei lieden, als kroeghouders,
kleine zaakwaarnemers en ander gepeupel, die niets te heilig achten, om den
candidaat der tegenpartij de nederlaag te bezorgen. In de hoogere rangen arbeiden
vele volksvertegenwoordigers en ambtsbekleeddrs der Unie, der Staten e£ gemeenten,
partijleiders of „bosses” 1) en „lobbyisten”. ;
De organisatie der partijen gaat uit van kleine kiezers-vergaderingen, „primarvs”
geheeten, die veel overeenkomen met de grond-vergaderingen, in onze staatsregeling
van 1798 genoemd. Deze pnmaires zijn gevormd door kiezers van de kleinste
electorate eenheden, die tot de partij behooren. Voor de verkiezingen in deze
kringen wijzen de grond-vergaderingen de candidaten zelf aan. Voor de overige
verkiezingen worden m die vergaderingen afgevaardigden om te kiezen, kiezers,
benoemd. Dezen vormen te zamen de „nominating conventions”, d. i . : districts-
vergadermgen voor de aanwijzing der partij-candidaten. Aldus ontstaan er „conventies”
voor gemeentehjke verkiezingen, voor die van de leden van elk der beide Karners
m elken Staat, voor die van de leden van het Huis van Representanten, terwiil een
5ntl.e> gevormd door de gedelegeerden van alle grond-vergaderingen uit elken
Staat zieh bezighoudt met het stellen der partij-candidaten voor de verkiezing van
den Gouverneur en van andere Staats-ambtenaren. Eindelijk is er een nationale
conventie voor de verkiezing van den candidaat voor het presidentschap der Unie.
lie conventies der congressioneele districten benoemen in de nationale cönventie
te zamen tweemaal zooveel afgevaardigden als het aantal leden van het federale Huis,
in den Staat te verkiezen, bedraagt, en de Staats-conventie voegt daaraan harerziids
nog vier afgevaardigden toe. - — - J
In de grond-vergaderingen wordt de lijst opgemaakt van de kiezers, die als
partijgenooten stem m de vergadermg zullen hebben. lemand, die bii de laatste
vergadering met met de partij gestemd heeft, of bekend Staat als lid der tegenpartii,
wordt geweerd van de lijst. De partijleiders eischen gehoorzaamheid en onderwerpmg,
en lästige personen, die zelfstandig denken, worden door allerlei middelen
geweerd uit de grond-vergaderingen. Ook wordt de toelating tot die grond-vergade-
ringen wel aan ballotage onderworpen. Zulk een primary of grond-vergadering is
gewoonlijk ,,une salle faite”, een vergadering, grootendeels bestaande uit politicians
van den laagsten rang, die van de partijleiders betaalde diensten bii de verkiezingen
verwachten. De vergaderingen worden veelal in kroegen gehouden en o.p eigen-
dunkelijke wijze weet de Voorzitter zijn plannen door te drijven en zijn candidaat
m de vergadering er door te krijgen.
De leiders hebben echter te letten op de publieke opinie bij de keuze van candidaten,
omdat zij anders daarmede met zouden slagen voor de kiezers. De kiezers zelf toch
i r o u - i llneestali.1;e druk met hun zaken, om veel te vragen naar de kunde en
zedehjkheid der candidaten, en wegens het groot aantal der te vervullen plaatsen is
dat ook dikwijls lästig. Een stedelijk kiezer toch heeft te kiezen: 1. kiezers voor
President ; 2. leden voor het Congres; 3. leden voor de beide Huizen van het
Farlement en den Staat, waarin hij woont; 4. verschillende hooge Staats-ambtenaren •
O. ambtenaren van het graafschap; 6. bestuurders van het schooldistrict; 7. stedelijke’
rechters en ambtenaren. Deze benoemingen geschieden zooveel mogelijk op een
biljet, zoodat er bij elke verkiezing veel namen zijn in te vullen. Wei is ieder
Kiezer vnj m zijn keus, maar om invloed aan elke stem te geven, moet men met
gelijkgezinden stemmen. Daarvoor dienen nu de candidaten-lijsten der groote partijen.
1) Yolgens enkelen een woord, dat van het Nederlandsche „baas” afkomt.
De partijleiders dragen in Amerika den näam van „bosses”; de hoogste partijleider
is de „State-boss” , die in den geheelen Staat de partij beheerscht. De „City-boss”
leidt de verkiezingen voor de stedelijke vertegenwoordiging en der hooge stedelijke
ambtenaren; hij beschikt door tusschenkomst der verkozenen dikwijls over de
stedelijke schatkist.
Dikwijls vereenigen zieh de voorname politicians eener partij tot een club, „Ring”
geheeten, en de leden van zoo’n „Ring” komen voor de verkiezingen samen, om
over de verdeeling van ambten, electieve posten, enz. te beraadslagen. Een der
voornaamste leden, misschien wel de „boss” zelf, maakt een schets van de verdeeling
der posten, en als die verdeeling geheel is üitgewerkt, komt men zoo tot een „Lei”,
d. i . . een lijst van candidaten, die voor.de verschillende posten worden voorgedragen.
Een dergelijke „Lei”, eenmaal vastgesteld zijnde, gaat naar de partij-vergaderingen,
en daar moeten de politicians trachten die lijst aangenomen te krijgen, om aldus
de candidaten gesteld te zien. Dit alles kost echter veel geld, veel beweging en
rumoer, en vereischt allerlei taktische plannen.
$ * :i<
Na deze algemeene opmerkingen over de partij-organisatie, het optreden der
politicians en de. corruptie in dit stelsel, moeten wij de partijen zelf nader leeren kennen.
Men vindt in Amerika twee groote, nationale partijen, die van den aanvang der
Republiek af bestaan hebben, nl. de Republikeinsche en de Democratische partij.
De Democratische partij streed steeds voor de zelfstandigheid en rechten der
bijzondere Staten, de Republikeinsche partij voor de eenheid der Republiek, voor
de rechten der Unie. Hoewel de namen dezer partijen zijn blijven bestaan en nog
altijd de meerderheid zieh onder een der partijvanen schaart, zijn de oorspronkelijke
onderscheidings-beginselen wel eenigszins afgesleten. Aanvankelijk was werkelijk de
Democratische partij democratischer dan de Republikeinsche, maar thans zijn beide
partijen even democratisch, en na den grooten burgeroorlog wordt de Suprematie
dei Unie over de Staten niet meer betwist. Toch komen de beginsel-verschillen van
beide partijen van tijd tot tijd nog uit, ook al wordt er bij verkiezingen soms
vreemd omgesprongen met programma’s, zoodat zij geheel verwaarloosd worden.
Over ’t geheel kan men zeggen, dat de Democraten gematigder zijn in, hun protec-
tionistische politiek dan de Republikeinen, en dat de Republikeinsche partij een
eenigszins meer Protestantsche kleur heeft dan de Democratische, zoodat de Iersche
emigranten zieh meestal bij de laatste aansloten.
In de groote vraagpunten, die de Unie beroerd hebben, lieten de beide nationale
partijen zieh gelden. De Republikeinsche partij, die in haar laatsten toestand eigenlijk
dagteekent van 1854, werd gesticht, om het voorstel te ondersteunen, dat er geen
verdere^ uitbreiding van de slavernij in de verschillende Staten zou plaats hebben.
Zij klom met dit doel voor oogen tot macht en aanzien en door een gelukkigen
samenloop van omstandigheden handhaafde zij haar Suprematie; zij wijdde zieh
voornamelijk aan de bewaring van de Unie als eenheid tegenover de slavernij-Staten.
De Democratische partij, die de centralisatie voorstond, leed de nederlaag;' het
vraagstuk der slavernij en van de eenheid werd beslist ten gunste der Republikeinen.
Doch daarna won de Democratische partij haar overwicht gedeeltelijk terug.
Greenleaf Thompson kenschetst de Democratische .partij in ’t verleden en heden
als de partij der individueele vrijheid; zij ontkent het recht der maatschappij, om
door de regeering tusschenbeide te komen in persoonlijke belangen. Zij houdt het
er voor, dat de regeering bestaan moet, om bescherming te geven en zekerheid
tegen aanvallen op de grondrechten en ook, om het individu volkomen vrij te laten,
om zijn geluk op zijn eigen manier, ongehinderd door zijn medeburgers, te zoeken.
Zij eischt, dat de regeering niet vferder g a ; waar het de plicht is der burgers, de regeering
te steunen, is het volgens haar niet de plicht der regeering, om de burgers te
steunen. Vandaar dat zij er op aandringt, dat de regeering zoo min mogelijk van
den burger eischt en evenzeer de hurger zoo min mogelijk van de regeering. De
burger mag nooit veronderstellen, dat hij deugdzaam gemaakt . kan worden of
gehouden door de wet, of dat hij behoort geholpen te worden aan rijkdom en gemak
door diegenen zijner medeburgers, die bij toeval de regeerings-ambten bekleeden.