ondwnlL ° h ts a le n L w eSti'JndFSChe eiIanden M l d,e bevolking uit Blanken, waaro
, ra5„ b i t s . H p f 1 k M f l
S§P] de Bovenwmdsche eilanden wordt de Engelsche taal gesproken en behalve
de ambtenaren zijn er slechts weinigen, die het Hollandsch verstaan.
„ V,P de eUanden Curacao, Bonaire en Aruba wordt onder de daar aanwezisre
6rS 8n I1“ so“ miSe Protestantsche en Roomsch-Katholieke families het Neder-
landseh gesproken; de Israeheten spreken onder elkaar Spaansch of het Papiementsch
jare,n de Hollandsche taal meer en meer veld w Lt de mindere
asse bedient zieh mtsluitend van het Papiementsch, hoewel Velen het Spaansch
d rSm a n lc h e e f w T i SPt6i en' l l B handel Wordt veel bpaansche en Engelsehe talen. Algemeen verstaat men heSte bFrruainks cghe mmaaakatr vhaent
wordt weimg gesproken. Het Duitsch komt zelden voor. ’
P o r t u L e S meTHolloLPT amenta iS Ü l patois’ bestaande uit rerminkte Spaansche,
kel i jkaante leeren S ^ W°°rden’ d&t V°°r ™emdelingen niet zoo heel gemakk
a ra k te r^ v a ^ d e 116^ ^ ^ ei,landengroePen verschillende talen gesproken, ook het
B a R H B Hd\ g lo°P t,Zeer Ulteen- De Curagaoenaars (daarmede worden
rustie van aard T Bonawf enT/™ d“ ) ^ijn over het algemeen kalm en
•• 0 T7i f S Ä *erwijl de bewoners der Bovenwmdsche eilanden meer prikkelbaar
gehecht Niet h it f i f i B |‘W P bevolking'sterk aan haar geboortegrond
op CMmca^ontwfkl^Id 18 + J f Isra6hetische gedeelte van de bevolking
verlatende o rn ^ n 1 d T .meerma1“ ,voor’ dat een jongmensch, het eiland
w v u i •• Len der naburlge repubheken een bestaan te zoeken, op riinen
j! arreenn daee “vrvurouhc tnente ng abvoano rtzey-nei lwanedr ktveorlu glekveeenr t,t e ogmem edtaeanr. gedurende zijn laatste levenszeee^
lfieedde^na bbneekkPeTnidda penn hz6ete r egileaznodc,h+tS ^oma hun ee°r\leijrk heid en wWeersktz-aInamdihee idal.s uitstekende
■ A • Eustatius verdwijnt langzamerhand de Blanke bevolking; ook op St. Martin
is die m de laatste jaren in getalsterkte afgenomen. P
met h eH n be+zit*en eigenschappen, welke hen door ieder vreemdeling, die
met hen m aamakmg komt, doen waardeeren en liefhebben. Zii ziin in hoose mate
hulpvaardig en gastvnj. Met lof mag worden vermeld, dat jongelieden van het
z i l r l l s Werken T T e b ^ i 6!11!,®'8 Kleurbngen.’. ia de omliggende plaatsen gezocht
en werkzaamheid. bandebhuizen, omdat zij bekend staan voor him eerlijkheid
De leefwijze van de meer gegoeden in de kolonie is hoogst eenvoudig en kan niet
worden vergeleken met die in Oost-Indie. De maaltijden zijn dezelfde^ls in Nederr
f ; i°nbgeVef d6, 8 611 12 uur’ en het hoofdmaal te 5 ¿ur. De kooplieden (die
mee^al hun handels- en pakhuizen houden m de onderste verdieping van de huizen
ffebruikTn h e t^ 9 w00f hmz,en ®lders bebben) en de ambtenaren op Curapao
gebruiken het lm u r s maal m hun kantoren en bureaux. Men ziet dan ook op dat
uur de dienstboden (Negerinnen, gekleurde vrouwen of jongens) naar de pakhuizen
gedragenUX met bakken °P het hoofd> waarin dat maal, tehuis bereid, wordt
Pubheke vermakelijkheden komen zelden voor. De avonden worden in het gezin
des 'avonds ’W1Sse en van bezoeken doorgebracht; men bezoekt elkander uitsluitend
Op Curacao houdt men veel van muziek en die kunst wordt dan ook onder de
verschillende standen veel beoefend. De Curagaoenaar houdt veel van dansen, waartoe
ledere gelegenheid wordt te baat genomen. De wals en de zoogenaamde danza zijn
voornaamste dansen, die zeer sierlijk worden uitgevoerd. De mindere bevolking
1) Men vindt in de beide eerste jaarigksche versiegen van het Gesehied-, Taal- Land- en Volkenknndig
Genootsehap, gevestrgd te Willemstad, Ouragao, en uitgegeven bfl J. H. de Bnssy te Amsterdam
zeer belangrijke besehonwingen over het Papiementsch. ^ nmsiernam
is niet minder verzot op een dans en houdt, Vooral op het einde van het jaar,
somwijlen danspartijen, die den geheelen nacht door duren en waarbij sterk wordt
gedronken.
Daar een siesta onder de gegoede bevolking slechts bij uitzondering wordt genomen,
gaat men over het algemeen vroegtijdig naar bed.
Bij het binnenkomen van de haven van Curapao doet Willemstad "aan een
oude Hollandsche stad denken, bijvoorbeeld aan Dordrecht. De huizen gelijken op de
oud-Hollandsche huizen en zijn meestal twee en drie verdiepingen hoog. Eerst
sedert betrekkelijk korten tijd zijn op Pietermaai (de wijk, waar de meeste Israelieten
wonen) eenige heerenhuizen gebouwd van sleChts een verdieping, met in het midden
een open rechthoekige plaats, waaromheen een open overdekte gaanderij, waarop de
verschillende vertrekken uitkomen. Van baksteenen wordt op de Benedenwindsche
eilanden voor het bouwen van huizen weinig gebruik gemaakt; de rotsachtige bodem
levert voldoende en goed materiaal op. Op de Bovenwindsche eilanden zijn over het
algemeen de huizen van h o u t; men vindt er enkele, waarvan de onderste verdieping
van steen en de bovenste van hout is opgetrokken, hetgeen plaats vindt met het oog
op de aldaar voorkomende aardbevingen.
De bewoners der kolonie zijn gehecht aan het moederland en trouw aan het
vorstenhuis.' Bij de aanvaarding van de regeering van onze Koningin zijn dan ook
op die eilanden even hooge jubelkreten opgegaan als in Nederland, en op beide
eilandengroepen weerklonk met het „leve de Koningin 1” ook uit duizenden monden:
„Long live the Queen!” en „Biba la Reina.”
Het bestuur is opgedragen aan een door de Koningin te benoemen Gouverneur, die
zijn residentie heeft op het hoofdeiland Curapao. Hem is toegevoegd als adviseerend
college een raad van bestuur, waarvan hijzelf voorzitter en de procureur-generaal
ondervoorzitter is, terwijl de drie andere leden door de Koningin worden benoemd.
De koloniale raad is het wetgevend college van de kolonie, dat samengesteld is uit
den raad van bestuur als vaste leden, en u it acht leden, die eveneens door de
Koningin worden benoemd. Voor iedere opengevallen plaats uit dat achttal dient
de koloniale raad een aanbeveling van twee personen aan de Koningin in, die
echter geheel vrij is in de keuze. Onder den Gouverneur worden de eilanden der
kolonie, behalve Curapao, bestuurd door Gezaghebbers, die door de Koningin worden
benoemd. Zij worden in het dagelijksch bestuur bijgestaan door twee landraden. Het
beleid der koloniale geldmiddelen en het beheer der domeinen is onder oppertoezicht
van den Gouvereur opgedragen aan een ambtenaar, door de Koningin te benoemen.
Op het eiland Curapao zijn twee predikanten bij de Vereenigde Protestantsche
Gemeente, terwijl de dienst op ieder der eilanden Bonaire en Aruba door een hulp-
prediker wordt waargenomen, alien door het Gouvernement bezoldigde ambtenaren.
Behalve den Bisschop, Apostolisch Vicaris van Curacao, die Roomsch-Katholiek
geestelijke van den lsten rang is, worden 19 Roomsch-Katholieke geestelijken van
den 2den rang over de geheele kolonie verspreid, door het Gouvernement bezoldigd:
daarenboven zijn er in de verschillende parochien nog 10 onbezoldigde geestelijken
werkzaam. Met onverdroten ijver vervullen zij hun zware taak, en de betrekkelijke
beschaving van de mindere bevolking in de kolonie is ongetwijfeld aan hen te
danken. Ook de Methodisten-zendelingen op St. Martin en St. Eustatius en de
Anglikaansche geestelijke op Saba, die door het Gouvernement worden bezoldigd,
behartigen met groote toewijding de aan hun zorgen toevertrouwde geestelijke
belangen. Een woord van lof mag niet ontbreken aan de Roomsch-Katholieke
zusters van liefdadigheid, die in het burgergasthuis en in de inrichtingen voor leprozen
en krankzinnigen op het eiland Curacao, welke onder de directie staan van de
Roomsch-Katholieke geestelijkheid, met ware liefde hun diensten verleenen.
Op het eiland Curapao zijn de Israelieten verdeeld in Nederlandsch-Portugeesche
en Nederlandsch-Hervormde gemeenten en staat aan het hoofd van iedere gemeente
een door het Gouvernement bezoldigd predikant. 1)
1) Eigenaardig worden op Curagao de leeraren van de Israelitische gemeenten „predikanten” genoemd.
Eigenlijk is door het Gouvernement bezoldigd slechts die van de Ned. Port, gemeente, en wordt die van
de Ned Herv. gemeente betaald met de toelage, welke het Gouvernement aan die gemeente toekent.