. II. Ve rd e r e K o lo n ien .
Naast de kolonie Virginia ontstonden nog onderscheidene kolonien op de oostkust
der tegenwoordige Vereenigde Staten. In 1629 verkreeg de Roomsch-Katholieke Ier,
Sir George Calvert, later Lord Baltimore, van Karel I een giftbrief voor het land
aan de Cheasepeakbaai, ten noorden van Virginia. Hij noemde dit te r eere der koningin
Maryland.: Aan de baai van dien naam verrees. in 1632 de stad Baltimore. De
regeeringsvorm dezer nieuwe kolonie verkreeg, evenals wij in Virginia zagen, na een
voile democratie een aristocratisch k a rak te r,. maar met vrijheid van godsdienst en
gelijke rechten voor alle geloofsbelijdenissen. In 1660 bedroeg de bevolking dezer
kolonie ongeveer 8000 zielen; met liefde aan den bodem gehecht.
* *. *
^ In 1620 stapte een kleine schaar van Puriteinen, uit Engeland verdre.ven, bij kaap
Cod aan de kust van Massachusetts aan land. Hier had de westelijke handelmaat-
schappij in 1606 hetzelfde patent verkregen als die van Virginia (zie pag. 173) maar
gebrek aan linancien belette haar, de kolonisatie tot ontwikkeling teTbrengen. Een
treurige geschiedenis maakten de eerste kolonisten door; allerlei eilenden hadden zij
te verduren, en zoo was de kolonie in een treurigen toestand van verwaarloozing.
In dien tijd was Engeland het tooneel van een jammerlijken godsdienststrijd. De
Puriteinsche geestelijkheid en haar aanhangers waren onder koning Jacobus I aan
hevige vervolgingen ten prooi; de kortzichtige koning wilde alien doen buigen onder
het juk der Anglicaansche staatskerk. De strenge Puriteinen evenwel, onbuigbaar en
enkel te breken, vast in hun geloof, gaven niet toe. Bij de vervolgingen in hun
vaderland wisten een aantal na eenige vruchtelopze pogingen naar Holland te
ontvluchten, lieden, die door Robinson en Brewster geleid werden.
Hun aankomst te Amsterdam was slechts het begin van hun omzwervingen. Van
.Amsterdam begaven zij zieh naar Leiden, waar zij door ijver tot welvaart kwamen.
Toch waren zij, oorspronkelijk landbouwers, aan het handwerksbedrijf niet gewend,
en daar zij in Holland wel rust en. een goed bestaan hadden, maar zieh töch bal-
lingen gevoelden, bleef er een trek bij hen achter, om, dit land te verlaten, waar zij
vreesden in het Hollandsch element te zullen opgaan. Daarom vestigden zij het oog
op Amerika, om daar in een afgezonderd leven een eigen staat te stichten en. hun
nationaliteit te handhaven.
Op een zonnigen morgen in Juli 1620 was een gedeelte derJEngelsche kolonie te
Delftshaven verzameld, om zieh in te schepen voor den verren tooht. De predikant,
die de zwervers vergezelde, ontbloot het hoof'd en spreekt luide het gehed uit voor
het welslagen van den tocht; allen volgen hem in gedachten. Daar, op den spiegelenden
stroom, ligt een klein schip, de „Mayflower” (Meibloem) dat hen zal overbrengen.
Een honderdtal kon voorloopig slechts medegaan. Na een stormachtige reis,, die lang
.duurde, liet de „Mayflower” eerst den llden November 1620 het anker vallen in de
.wateren van kaap Cod-bay.
De kust, die voor hen lag, zag er somber, akelig en dor. uit; het oog zag enkel
läge zandheuvels, die tot den oever der zee met ellendig houtgewas bedekt waren.
Deze aanblik was ontmoedigend. De :pelgrims moesten echter een plaats kiezen, om
zieh te vestigen. Zij draalden zoo lang, dat de kapitein dreigde hen allen aan wa lte
zullen zetten. Een kleine expeditie werd op verkenning uitgezonden, doch het was
moeielijk, een, geschikte piek te vinden. De koude was zoo streng, dat het zeeschuim
op hun kleeren bevroor. Eindelijk hadden zij een plek.voor de vestiging gekozen. Op
den 23sten December landden de pelgrims, aan wal stappend op een kolossaal
granietblok, dat hun nakomelingen nog. met eerbied aanwijzen. Hier zouden zij de
nieuwe kolonie stichten, die zij Nieuw-Plymouth noemden.
Voor de kolonie aan wal stapte, verklaarden allen „dat zij wederkeerig, in tegen-
wöordigheid van God en elkander zieh verbonden, om zieh aaneen te sluiten tot een
burgerlijke maatsehappij, tot bevordering van welzijn en behoud.” Krachtens deze
vereeniging zouden zij „van tijd tot tijd besluiten ontwerpen en invoeren zulke recht-
vaardige en billijke wetten en bevelen als voor het algemeen welzijn der kolonie .
noodig zal worden gekeurd.” Dit stuk werd door alle mannen, 41 in getal, geteekend
PHILADELPHIA. DE IJiDEPENDßNCE"HALE•