districten, in ’t bijzonder de Mosquitakust, bleven vrij. Overigens werd over het
geheele land de Audienea van Guatamala gesteld en een kapitein-generaal (de eerste
was Redro de Alvaredo), van wien in de afzonderlijke provincies de stadhouders
aihankelijk waren.
Gedurende den revolutietijd bleef Centraal-Amerika het langst aan Spanje getrouw
en eerst m 1821 verklaarden zieh de zeven provincien Guatamala, San Salvador
Honduras, Nicaragua, Costarica, Chiapas en Quezaltenango onafhankeliik. Eerst was
er geen bepaalde meenmg, of men zieh bij Columbia, Mexico of de Vereenigde
btaten van Noord-Amenka zou aansluiten. Eindelijk 1 April 1823 werd de Repu-
Ofr Vereenigde Staten van Centraal-Amerika geproclameerd, die evenwel na
veel mislukte proefhemingen en verwarring weer te gronde ging door den burger-
oorlog, die er uitbarstte. De Republiek loste zieh thans op en haar vroegere provincien
werden vijfzelfstandige Republieken: Guatamala,, Honduras,, San Salvador, Nicaraqua
en Costarica.
We! werden van tijd tot tijd weer pogingen aangewend om deze Republiekies tot een
geheel te vereemgen, maar lang vruchteloos. Guatamala deed in 1889 de gedachte
aan de verbindmg der vijf Republieken weer herleven en vond instemming bii
Honduras en Costarica. De tusschen Guatamala en Salvador uitgebroken oorlog
maakte evenwel aan de onderhandelingen hierover een einde. Eerst in den zomer
■V ,w 1, opiieuw door Honduras, Nicaragua en Salvador geopperd, doch
met dan na veelvuldige onderhandelingen kwam het tot stand. Evenwel ook thans
is de meuwe Republiek nog met vast gegrondvest.
Toch werd in 1895 tusschen Honduras, Nicaragua en Salvador een verbond gesloten
om een confederatieve Republiek te vormen onder den naam RepuUica Mayor de
Centro America. Terwijl elk der Republieken onafhankelijk bleef, wat het inwendig
bestuur betreff, vormen zij ten opziehte van het buitenland een geheel. Den 27sten
Augustus 1898 heeft de constitueerende vergadering aan deze drie Republieken een
constitute gegeven, welke 1 November 1898 in werking zou treden. Van dien tiid
af zou de Republiek officieel heeten: Estados Unidos de Centro America, „Vereenigde
Staten van Centraal-Amerika” . Amapala is hiervan de hoofdstad. De President
wordt voor vier jaren gekozen en is gelijktijdig commandant-generaal van het leger.
Iruatamala en Costarica staan thans nog op zichzelf en buiten de Unie.
De Republiek Guatamala, die zieh in 1821 van de Spaansche heerscbappii vrii
maakte, telt 1,452,000 inwoners (1891). De bevolking woont hoofdzakeliik in het
zuiden des lands. Ongeveer 60 pCt. der bevolking bestaat uit zuivere Indianen de
overigen zijn meestal Mestiezen, hier Ladino’s geheeten, uit een vermenging ’van
, en Indianen ontstaan, terwijl er slechts weinige Europeanen wonen. De
landbouw en plantages zijn in den laatsten tijd vooruitgegaan; bovenal heeft men er
uitvoer van koffie, cacao en suikerriet. De industrie is er van weinig belang.
De Republiek San Salvador is z e e r'siecht bekend en hoewel de ligging van het
land zeer günstig is en het land dicht bewoond wordt, zijn de toestanden er zeer
onzeker. In 1891 bedroeg de bevolking bijna 778 duizend bewoners, waarvan 56
put. tot de Indianen, 14 pCt. tot de Blanken en 14 pCt. tot gemengd ras behooren.
Koine en mdigo worden uitgevoerd.
Honduras met ongeveer 400,000 bewonersr meest van gemengde afkomst en
verder uit Indianen bestaande.
Nicaragua met ruim 300,000 bewoners, waarvan de helft Ladino’s (nakomelingen
van Blanken en Indianen) Vs zuivere Indianen, en V« Mulatten en Negers zijn. De
v&n dezen Staat heeft groote beteekenis, te meer, daar de Vereenigde Staten
van Noord-Amerika er aan denken, het kanaal te r verbinding van beide Oceanen
door dezen Staat aan te leggen (zie pag. 244).
De Republiek Costarica is het best georganiseerd en staat in economisch opzicht
het hoogst. De bevolking stamt hoofdzakelijk af van de noordelijke Spanjäarden en
heeft den naam van arbeidzaam, eenvoudig en het meest ontwikkeld te ziin Ilet
aantal bewoners bedroeg in 1892: 262,700, waarbij.2800 onbeschaafde Indianen en
de meest m de bergstreken wonende Negers medegeteld zijn. De hoofdbevolking
woont op de hoogvlakte en oefent koffieteelt uit, welke plant hier voor ongeveer een
eeuw werd ingevoerd.
LITTERATUUR OVER MEXICO.
Annuario Estadestico de la República Mexicana. Jaarlijks. Mexico.
Estadistica general de la República. Jaarlijks. Mexico.
A u b in . Mémoires sur la peinture didactique . et l’écriture figurative des anciens
Mexicains. Paris, 1885.
S e l e r . Der Charakter der aztekischen und der maya-Handschriften. (Zeitschr. f ü r
Philologie, Band 20, 1888.)
C. Sartorius. Mexico und die Mexicaner. Darmstadt, 1859.
Otto Stoll. Zur Ethnographie der Republik Guatamala. Zürich, 1884.
W . H . H o lm e s . Archeological studies among the ancient Cities o f Mexico. Part I .
Monuments of Yucatan. Chicago, 1895.
M. M. Welshofer. Die Republik Mexico. Historische und sociale Betrachtungen.
Leipzig, 1862.
Carlas de Gagern. Charakteristik der indianischen Bevölkerung Mexico’s. (Mitt. d. K.
Geogr. Gesellsch. Wien, 1873).
H. H. B a n c r o f t . A Popular History of the Mexican People. London, 1894.
W. H. Prescott. History of the Conquest of Mexico. London.
G. R o u t ie r . Le Mexique de nos jours. Paris, 1895.
E. Kozhevar. Report on the Republic of Mexico. London, 1886.
S. B. Griffin. Mexico of To-day. New-York, 1886.
A . R . C o n k l in g . Appleton’s Guide to Mexico. New-York, 1890.
H. Conkling. Mexico and the Mexicans. New-York, 1883.
M. Chevalier. Le Mexique ancienne et moderne. Paris, 1886.
Lester. The Mexican republic, a historic study. New-York, 1878.
Child. The Spanish-American republics. New-York, 1891.
Charnay. Les anciennes villes du nouveau monde. Paris, 1885.
Strebel. Alt Mexico. Hamburg, 1885—’88.