lengte hangen, besmeerde het zorgvuldig met berenvet en liet het, terwiil lui
statig daarheen stapte, verscheidene voeten achter zieh op den grond slepen.
erscheidene andere stammen, zooals de Zwartvoeten (zoo genoemd wegens de
donkere mocassms of ruw lederen schoenen, die zij dragen) hebben zeer lang haar,
waarop zij zeer trotsch zijn; zij, wier lokken op geen schoonheid aanspraak kunnen
maken, zijn gewoop valsch haar met het hunne samen te vleehten.
De Mandaps, de Sioux en de Minatariers onderscheiden zieh allen door deze biizon-
derheid, ofschoon geen van hen het in zulk een overvloed bezit als de Raven. Toen
OPPERHOOFD DER RAVEN.
Catlin onder de Mi Mit turiür.s vertoefde, kwam een gezolschap Raven hun een bezoek
brengen en wekte de bewondering hunner gastheeren op door hun prächtig haar.
Een van hen had zulk een sehilderachtig voorkomen, dat de reizende kunstenaar
hem dadelijk op het doek bracht.
Hoofddeksels worden niet veel gebruikt, doch men houdt veel van een vedertooi
op het hoofd. Door vederen van adelaars, uilen en raven op het hoofd onderscheiden
zieh de jagers en krijgsbenden der verschillende stammen. De hoofdversiering van
het opperhoofd der Raven leert de iiguur kennen.
Tatoueering had oorspronkelijk misschien door geheel Amerika plaats. Hoofdvolle
zakeliik was het een punt-tatoueering, door spitse stukken been, graten, doornen,
een" hundel naalden, enz. aangebracht en met roet ingewreven. Doch evenals m
Polvnesie verdwijnt deze gewoonte hoe langer hoe meer.
De flguren bij de tatoueering zijn verschillend. Dierflguren vond men by de
Pomo’s • bii de Karok’s en Patawat’s van Californie vond men een boom, die het
geheele' liehaam bedekte, en vederachtige teekens op de wangen; bij de Mohave’s be-
dekt de tatoueering het halve liehaam en meer; deze stam met de rijke tatoueering
Staat dan ook alleen. Bij vele stammen van Noord-Califoroie tatoueerden de vrouwen
alleen het gezicht en de op de kin of wangen aangebrachte figuren waren de starn-
teekens: eenige lijnen waren hiervoor dienstig. Bij de Hidatscha s in Dacota vmdt
men breede dwarsstrepen aan de rechterzijde van het liehaam, den rechterarm en
hot rechterbeen, welke een religieuse beteekenis hebben of aansluiting bij een geheim
genootschap beduiden.
Het schilderen van het liehaam heeft op vele plaatsen de tatoueering vervangen,
omdat het minder lästig en pijnlijk is. Bij de Tinneh’s treft men beide nog aan.
De Hualpai’s in Arizona besmeren zieh
het liehaam met het bloed van op de
jacht gedoode dieren. Tot het verven
van het gezicht gebruikt men meest roode
of gele oker, witte infusorien-aarde of
krijt. Dat verven van het liehaam heeft
het verkrijgen van ooderseheidene effec-
ten ten doel; voor den oorlog beschilderen
de Dacota’s het gelaat van de oogen tot
de kin, de Absaroka’s of Kraaien-Indianen
beschilderen enkel het voorhoofd. Rouw
en droef heid Wörden uitgedrukt door het
gezicht met kool te beschilderen.
Vervorming, vooral platdrukking van
den schedel, was in geheel Amerika ver-
breid en; schijnt vooral in het noord-
westen sterk te hebben plaatsgegrepeo.
Kort na de geboorte van een kind worden
de toebereidselen daartoe reeds getroffen.
De meest gewone handelwijze
bestaat hierin, dat men het kind in een
trog legt, waaraan door banden een stuk
boomschors met een küssen bevestigd is,
hetwelk over het voorhoofd wordt gebon-
den. Ook legt men de kinderen wel op
een plank, waaraan een andere plank
door een Scharnier verbonden is, om de
laatste op het voorhoofd te laten drukken. Bij enkele stammen hepaalt de schedel-
vervorming zieh alleen tot mannelijke kinderen, bij andere wordt zij bij beide
geslachten toegepast.
$ * 5 *
PIiATHOOFDIGE VROUW EN K IN D . VERVORMING
VAN H E T HOOFD.
Het klimaat van Noord-Amerika maakt over het grootste gedeelte een tamelijk
volledige kleeding noodig. .
Tegenwoordig is meestal een kleeding ingevoerd, van de Blanken afkomstig, zoodat
het nationale costuum meer en meer verdwijnt. Reeds voor een halve
eeuw werden de mantels van veilen by de Osagen aan de Middeh-Missoun ver-
drongen door wollen dekens, die door de regeering der Versenigde Staten in groote
hoeveelheid aan de vreedzame Indianen werden geleverd. Het wollen „blanket is
daardoor een stuk nationaal costuum geworden. En die wollen deken heeft een
overgang gevormd tot wambuizen en broeken, die meer algemeen worden.
Waar in Spaansch Amerika welvaart bestaat, komt bij de vrouwen het naar
Andalusische beginselen gevormde creolencostuum van licht gekleurd katoen reeds in