K r 0/* CUSt°me/ st f®eL Divisions of opion are verticat and not horizontal.” Ieder
burger weet, dat hij een deel E van het gouvernement en zoowel door plieht als
belang genoodzaakt is, daaraan zijn gedachten te wijden.
-i0Ch’ d e Publieke meening möge voortreffelijk zijn, zij duldde een menigte
m b n t a . ’w d k em Europa onbekend zijn. Dit komt hierdoor, dat de Amerikanen
h eigenlijk weinig met de politiek bezighouden. Er is een groote Masse van
buigers, die het mogehjk achten, de vruchten van een goed bestuur, te o-enieten
zonder er lets voor te doen. Voor velen is geldverdienen het eenige levensdoel en
den druk der hoogere belastingen door geldverspilling voelen zij niet sterk door de
groote Verdiensten Die lieden laten de politiek o v eA a n politicians; zlfzelf denket
* ' • 7 , t S 200 Zljn wel bekend met verkeerdheden,been tijd, die te overwegen, te onderzoeken. maar zij vinden
* * *
in een land, yvaar de publieke opinie een macht is, die alles regeert, moeten de
n pubbeke opm?e’ de dagbladen en de overige periodieke pers, veel invloed
bezitten. Deze toch spreken met alleen de publieke opinie uit, doch vormen de
publieke opinie, en daardoor beheerschen zij de denkbeeiden en handelingen. Nevens
de 1 ransche natie is er geen ander volk, dat meer couranten leest dan het Amerikaansehe
d e riL T courant is een conglomeraat van de meest heterogene bestande
n e n , kns en kras door elkander. Droge, langdradige leerende artikelen, beschou-
wmgen over gebeurtemssen door de redactie, worden in de Amerikaansehe bladen
leest gemist, doch feiten zijn het, die zij mededeelen, gekleurd met allerlei verven
om hierdoor de opinie te vormen. De Amerikaan heeft geen tijd, om lange beschou-
wmgen te lezen, maar de feiten leveren bouwstolfen voor een eigen oordeel.
De Amerikaansehe reporters hebben een wereldvermaardheid door hun ijver en
hun handigheid, om berichten te verkrijgen. Daarin deinzen zij voor niets terug-
stoutmoedigheid is hun parool. Met verbazende handigheid weten zij elk nieuws in
diensTTneh • ?, te stellen. Als middel tot reclame doen de advertentien grooten
dienst, doch wij zullen deze eigenschap der Amerikanen later bespreken.
r 6) " f bezitten verschilfende middelen, om de publieke opinie door de
pers te beheerschen, zonder groote leadmgartikeis. Van personen, die druk besproken
worden, publieeert de pers allerlei bijzonderheden, bijv. een brief, aan een vriend
geschreven, en die, hoewel geenszms voor openbaarheid bestemd, toch alles-mededeelt
wat net pubiiek gaarne wil weten.
Behalve gedurende verkiezings-campagneV speien meetings^en politieke diners
5ef r ° te m P°btleke leven- Een meeting wordt in Amerika enliel
gehouden voor een praktisch doel, voor de verkiezing van een candidaat of het vormen
van een organisatie, zelden om een opinie te vormen of leerend op te treden Tn
die verkiezings-meetmgs behaalt enthousiasme meer overwinningen dan overtuigende
ogica. ln geen land komen zoo spoedig vereenigingen tot stand als in Amerikanergens
werken zij zoo vlug en krachtig als daar.
Vrijheid van het woord en van de pers worden in Amerika als algemeene grond-
begmselen erkend voor de Unie en oolc in alle Staten zijn zij verzekerd. Aan het
Congres is verboden, deze vrijheid te beperken. Daardoor is de pers in Amerika soms
wel onbeteugeld. .
Het aantal periodieke geschritten in Amerika is aa'nzienliik. In 1896 telden de
ereenigde Staten 2110 dagbladen, 14D22 weekbladen, 2598 maandschriften en 1030
m lööU bedroeg het ?1.1e4t 0t3o.taal aantal periodieke geschritten bedroeg in 1890 19760
De pers is evenals alles in Amerika reusachtig. Denk u de New-York Herald die
u teiken male een Zondagsnummer tehuis zendt van 56 groote ziiden druks en
6 kolommen met groote letter, rijk geillustreerd en zelfs met gravures in kleurendruk.
Elke plaats met 9 a lo,000 mwoners heeft op zijn minst twee dagbladen voor elk
der groote partijen een. De groote schaduwzijde van de pers is echter haar gemis
van zelfstandigheid tegenover het pubiiek.
Ten slotte nog iets over de verhouding van Staat en kerk en over de godsdiensten.
Het beginsel der scheiding van kerk en Staat is in de Vereenigde Staten zoo volledig
doorgevoerd als in een rechtstaat kon geschieden. Toch is niet, zooals men in Europa
veel gelooft, de godsdienstvrijheid door de grondwet verzekerd. De grondwet bevat
hierover twee bepalingen. Zij verbiedt de benoeming tot eenige betrekking van een
religieuse overtuiging afhankelijk te maken. Verder verbiedt de grondwet een wet
te maken, welke de vrije uitoefening van den godsdienst verbiedt of een „establishment
of religion” betreff.
De Vereenigde Staten is rechtelijk geen Christelijke, zelfs geen Theistische Staat
en evenmin een Heidensehe Staat; de Republiek is enkel Staat en niet meer. De
religieuse overtuigingen der bevolking bestaan voor den Staat niet; zij liggen absoluut
buiten zijn werkingssfeer. De scheiding van kerk en Staat' gaat echter niet zoo ver,
dat de kerken vrij zijn in hun handeling; als corporaties staan zij evenals alle andere
onder de wetgevende macht der Staten. Hierdoor worden moreele buitensporigheden
voorkomen.
Hoewel de Staat een geheel neutraal karakter draagt, is de maatschappij in Amerika
over ’t geheel meer kerksch dan in Europa. Het is niet fatsoenlijk, tot geen kerk-
genootschap te behooren, de aanzienlijken zijn kerkelijk gezind. De Zondag wordt
geeerbiedigd. De President der Unie schrijft bid- en dankdagen uit; de vergade-
ringen van het Congres worden geopend met gebed en hetzelfiie geschiedt met de
nationale conventies, waarin de partij-candidaten voor het presidentschap aan-
■ gewezen worden. In de neutrale scholen wordt de bijbel gelezen, zonder dat dit
van beteekenis aanstoot geeft.
Al is de staat in Amerika tegenover het geloof neutraal, niet geheel is dit met de
afzonderlijke Staten het geval tegenover het ongeloof. In zes zuidelijke Staten zijn
van het bekleeden van ambten uitgesloten degenen, die het bestaan van een Opper-
wezen loochenen; Pennsylvanie en Tennessee verklären iedereen onbenoembaar tot
ambten, die niet gelooft in God en aan de onsterfelijkheid der ziel. Maryland en
Arkansas verbieden zelfs zoo iemand als lid eener jury of als getuige op te treden.
De heer P. H. Hugenholtz Jr., die voor enkele jaren Amerika bezocht en zieh hoofd-
zakelijk wijdde aan het leeren kennen van het religieuse leven, roemt het godsdienstig
leven in de Unie zelfs in enkele opzichten. „De opgewektheid en de veerkracht en
levenslust, die het Amerikaansehe volkskarakter over ’t algemeen kenmerken, zijn
-inzonderheid karaktertrekken van zijn godsdienstig leven. In de godsdienstige samen-
komsten van de meest uiteenloopende Protestantsche gezindten komt u een frissche
■ levensadem tegemoet. Uit te zorideren zijn alleen de godsdienstoefeningen der Epis-
copaalsche kerk. Hier heerscht een koude voornaamheid en aristocratische deftigheid,
doodelijk voor elke vrije levensuiting. Doch frisch en vroolijk zijn er de meeste kerk-
gebouwen. De spreekplaatsen vindt ge in den regel met' bloemen en planten getooid,
waartusschen soms — die bedenkelijke overdrijving vind ik in de Methodistenkerk te
Saratoga — vogels hun vroolijk gezang doen hooren. Levendig en puntig, soms geestig
en schertsend is het woord van den spreker, en de hoorderk schromen niet door een
gullen lach hun instemming te betuigen. Ja, meermalen hoorde ik een lüid handgeklap
door de kerk of de zaal weerklinken.”
Het kerkbezoek heeft in Amerika een aristocratisch, lusurieus karakter. De
rijke gemeenten der High-Church en der Presbyterianen in de groote steden hebben
prächtig versierde kerken, met tapijten belegd en goed verwarmd, terwijl de glazen
fraai geschilderd zijn en beeiden de wanden versieren. Plaatsen in deze kerken
worden voor duizenden dollars verkocht. In ärmere gemeenten volgt men die weelde
van verre, of geeft men zieh over aan een ander uiterste: dat van grooten eenvoud.
Naast de kerken werken zondagscholen voor kinderen en volwassenen voor de
verbreiding van den godsdienst, terwijl overal jongelingsvereenigingen verbreid zijn.
Daarenboven bestaat er een ijverig werkende religieuse pers, die o. a. in 1878 over
ongeveer 900 organen beschikte.
„De kerken zijn geheel vrij van den staat en dat wordt door velen geroemd. „Blij
en vrij 1” Zoo zijn dan ook vrijheid, ruimte, verdraagzaamheid een andere lichtzijde van
Amerika’s godsdienstig -leven. Zij vloeien voort uit de onafhankelijkheid van alle
gemeenten van den Staat; geen enkele, die van staatswege eenige ondersteuning