TEGEN WO ORDIGE MAATSCHAPPELI.JKE TOESTANDEN.
(l6r B l I de stadsbevolking overheerschend. De Yankee in
laatste kw J f ? g u d i bljna «eheel een stadsmensch of is het in de
m f i M S m i S r n m
Le” b e S i^ in g " * wefkelndooanhVan 1 ? 4 °!J3chieten: ^mn.ige zijn wezenlijk g e S !
m w
die als parken, lommerrijke kerkhoven enz. werden ingericht
verschii n seien ui't' IIet, 'S A“erik“ he 3teden, zegt Ratze], komen vooral |J
huizen, en diaagt zeker veel bij tot het liehamelijk en geestelnk welziin’der bewoners
c f
In de kleine steden treedt het nette en zindelijke meer od den voororond Vele
™ h e t « £ CT
Echter enkelen geven nog aan de primitieve blokhuizen de voorkeur, die veel voor-
deelen aanbieden, in den zomer koeler, in den winter warmer zijn.
Ruinen vindt men in Amerika niet, in den romantischen zin, dien Europa daaraan
hecht. Längs de schoone oevers van de Ohio, den Amerikaanschen Rijn, ziet men
nergens de overblijfselen van oude bouwkunst op de heuvels aan den oever verrijzen.
Toch is Amerika niet zonder ruinen, ook al zijn het geen ridderburchten. In verlaten
petroleum-gewesten, vervallen plantage-distrikten, in de uitgeputte goud- en zilver-
mijnen van Californie vindt men nog ruinen, doch zonder de sagen van ridders en
jonkvrouwen.
De volksdichtheid in de kommen der steden is door den ruimen bouw in Amerika
minder dan in de Europeesche steden. Parijs bijv. met 2,3 mill, inwoners in 1890
bezit een kom van 78 K. ML en telde dus 30,200 bewoners per K. M 1 New-York
met 1,710,715 “inwoners aldus slechts 16,319 bewoners per K. M2., terwijl Philadelphia,
met 1,046,964 bewoners op 315 K.M2., een stedelijke volksdichtheid heeft
van 3,324 per K.M2., Chicago met 1,099,133
bewoners op 471 K.M2. van 2,334 per K.M2. . .
Ondanks .de snelle uitbreiding der bevol-
king in . Amerika vindt men uit de statistiek
nog enclaves, die zelfs voor een groot gebied
een vermindering der bevolking aanwijzen.
Van. jaar tot ja a r groeit de uitwijking der
bevolking.
Ondanks de haast en den weinigen smaak,
waarmede in de Nieuwe Wereld alles verricht
wordt, stelt men er toch het aanleggen van
versieringen op hoogen prijs.
In Amerika gaat het bouwen snel; steden
worden als uit den grond gestampt. En toch
vindt men er niet den revolutiebouw onzer
nieuwe stadswijken, smakeloos en zwak. Bij
den bouw der reusachtige huizen wordt zelfs
de smaak niet vergeten en naar sesthetisch
schoon gestreefd. Van het bouwen van al de
huizen eener straat onder een lijst is hier geen
sprake. Geld wordt er niet gespaard en rijk
afgewerkte gevels, trappen met Ornamenten als
voorsprong zijn geen zeldzaamheid. En daaren-
boven wordt door het „steel-framesystem” de • e e n mns m e t t ie n v e k d ie p in g e n .
bouw sterk.
De Amerikaansehe architectuur bereikt haar hoogtepunt in de Kapitolen, Stadhuizen,
Courts, Kerken, Universiteitsgebouwen, Godshuizen en Clubs. Bij een gebouw als de
Cityhall te Philadelphia vallen onze stadhuizen in de schaduw.
Zelfs in steden van 10,000 inwoners draagt heel de stad een grootsch aanzien.
Breede, lange boulevards, groote, ruime dwarsstraten, voor elk huis een tuin, en
bijna ieder huis een villa.
Reusachtig is de stedelijke uitbreiding in Amerika in de laatste halve eeuw.
Streken, welke voor vijf decennien nog woest lagen, zijn thans met groote bevolkings-
centra overdekt. Eenige voorbeelden mögen dit verduidelijken. Volgens Dr. Swainson
Fischer bewoonden geen vijfduizend Blanken in 1835 de uitgestrekte landstreek
tusschen het Michigan-meer en de Stille Zuidzee, een landstreek, half zoo groot als
Europa. En thans is zij als het ware bedekt met een landbouwende bevolking en
bevat zij vele dichte steden, waaronder Chicago (1,099,850 inwoners in 1890), St. Paul,
Milwaukee, om niet te spreken van de steden aan de kust van den Grooten Oceaan,
als San Francisco (298,997). Omtrent den Staat Wisconsin, die een gedeelte dezer
landstreek beslaat, schreef een lid der Wisconsin Historical Society: „In den zomer
van 1836 kampeerde ik met een metgezel bij den oorsprong van het Mendota-meer;
er was toen binnen 20 mijlen van dat punt bijna geen enkele Blanke te vinden, en
met uitzondering van een enkele familie, geen enkele binnen de tegenwoordige grenzen